Om bij station Amsterdam Centraal een betere verbinding tot stand te brengen tussen het centrum en het IJ zijn twee extra, zogenoemde poortvrije passages aangelegd tussen de drie bestaande tunnels. Hiertoe moesten onder meer spoorbakken worden aangebracht onder de bestaande sporen, de perrons worden opgelegd op de spoorbakken en de fundering van de perronkappen worden vernieuwd. En dat alles binnen één jaar tijd. Auteurs:ir. Johan Bolhuis RO (BAM Infraconsult)ir. Han Zegers, ing. Marcel Somers PMSE RC (Wagemaker)
14
thema
Perrons en
sporen op poten
Om bij station Amsterdam Centraal een betere
verbinding tot stand te brengen tussen het
centrum en het IJ zijn twee extra, zogenoemde
poortvrije passages aangelegd tussen de drie
bestaande tunnels. Hiertoe moesten onder meer spoorbakken worden aangebracht onder de
bestaande sporen, de perrons worden opgelegd
op de spoorbakken en de fundering van de perron-
kappen worden vernieuwd. En dat alles binnen
één jaar tijd.
1
Eén jaar buitendienststelling op station
Amsterdam Centraal voor poortvrije passages
thema
Perrons en sporen op poten 1 2014
15
lift
lift
lift
lift
lift
6de perron
ENTREE WEST IJ-ZIJDE Ketelhuis 6de perron trap naar trap naar
6de perron HAL
uitgang midden-tunnel GANG Koelcel
klimaatbeheersing
DIENSTTUNNEL DIENSTTUNNEL roltrap naar 5de perron roltrap naar 5de perron machinekamer machinekamer 5de perron
6de perron NSA automatische deuren
IN- UITGANG
westentree
spoor 12
spoor 11
spoor 10 spoor 9
spoor 8
spoor 7
spoor 6
spoor 5
spoor 4 spoor 3
spoor 2
Perron 4
Perron 3
Perron 2
52 36 42 4140393837 3534333231
30
29 434445464748495051 53545556575859 60 6162 63 10 28272625242322212019
17
16
15
18 141312111098765432
westpassage
oostpassage
P76
fase 1
fase 2
fase 3
fase 4 fase 1
fase 2
fase 3
fase 4
perron 5
perron 3 perron 4
perron 2
perron 1
Cuypers-gebouw
middentunnel oosttunnel westtunnel IJgebouw
horizontale doorsnede op perronniveau
spoor 2 spoor 3 spoor 4spoor 5 spoor 6
spoor 7
spoor 8
spoor 10
spoor 9 spoor 11 spoor 12 spoor 13
spoor 14 spoor 15
we
st tu n nel
6250
6250 62506250 6250 62506250 62506250 6250 62506250 62506250 62506250 62506250 62506250 6250 west pas sage(WPAC ) midden tu n nel o
ost pas sage (OPAC ) oost tu n ne l
Amsterdam Centraal is een monumentaal station, symbool van
de 'nieuwe tijd' van eind 19e eeuw. Het is ooit gebouwd voor de
Staatsspoorwegen op een kunstmatig aangelegd eiland in het IJ.
Het gebouw is met zijn 125 jaar ouder dan de Nederlandse
Spoorwegen. Gemeten in aantal reizigers is dit het tweede
station van Nederland.
Ligging
De verbinding tussen de centrumzijde (Cuypersgebouw aan de
zuidkant) en de IJ-zijde (IJ-gebouw aan de noordzijde) bestond
altijd uit drie tunnels: de West-, Midden- en Oosttunnel. Met
de invoering van de OV-chipkaart is het binnenkort nodig in te
checken om gebruik te kunnen maken van deze tunnels. Hier -
door dreigt de achterzijde van het station met de veerponten en
het nieuwe busstation onbereikbaar te worden. Daarom is
besloten twee nieuwe passages te maken. Eén tussen de West-
tunnel en de Middentunnel en één tussen de Middentunnel en
de Oosttunnel, samen ook wel aangeduid als Poortvrije Passa-
ges (PvP) (fig. 2). Deze tunnels hebben elk één verbinding met
de Middentunnel. In deze passages worden commerciële
ruimten gerealiseerd. De bouwlocatie is bijzonder complex: er is een zeer grote
verscheidenheid aan andere constructies in alle richtingen
(voor, achter, links, rechts, boven en onder). Deze construc-
ties zijn vaak vele malen hersteld en/of uitgebreid en vaak
monumentaal (perronkappen). De locatie ligt te midden van
in gebruik zijnde sporen, en is slechts bereikbaar via een
doorgang door het IJ-gebouw aan de noordzijde of 's nachts
met een werktrein. Het grote aantal reizigers en de zeer strikte
eisen van ProRail met betrekking tot de planning waren een
grote uitdaging. Daar kwam nog bij dat er een één jaar
durende buitendienststelling (grote BTD) beschikbaar was,
opgesplitst per spoorbak. Op basis van een geometrisch voor
-
ontwerp van ProRail is het ontwerp na gunning verder uitge-
werkt.
Omvang
De passages liggen onder de sporen 2 t.m. 13 en de perrons
2 t.m. 4. Onder de bestaande sporen zijn acht (2 × 4) 'spoor -
bakken' gerealiseerd (fig. 2)). Een spoorbak bestaat uit een
fundatievloer, kolommen en een spoordek (fig. 3). De perrons
2, 3 en 4 moesten op P76+ (nieuw standaardniveau voor alle
treinen) worden gebracht en opgelegd op de tussenliggende
spoorbakken. Voor de perronkapkolommen was een nieuwe
fundatie nodig: zes stuks in perron 4 en elf stuks in perron 3.
ir. Johan Bolhuis RO
BAM Infraconsult
ir. Han Zegers,
ing. Marcel Somers PMSE RC
Wagemaker
1
Bouw spoordek van spoorbak 4, Amsterdam Centraalfoto's: Jane van Raaphorst2 Doorsnede op perronniveau, Poortvrije Passages (blauw) ingeklemd tussen
omringende constructies
3 Fragment langsdoorsnede CS: deel West- en Oostpassage (// aan spoor);
WPAC = WestPassage Amsterdam Centraal en OPAC = OostPassage Amsterdam
Centraal
2
3
Perrons en sporen op poten 1 2014
16
2HE260M of HE320B INP240 INP280 2HE320B+HE240A 2HE360B (h.o.h. 305) HE180A
HE180AHE320B (h.o.h. 305) HE180A HE180AHE320B (h.o.h. 305)
NAP
+3.180
+6.730
MV ca +3,150
+6.730
+3.180
+0.180 -0.700
winkel PKT dienst gang +5.226+6.758
ca.+1.520
B.S.=+5.817
trottoir stalen stijl en regelwerk in funderingsbalken
+6.650 +6.636B.S.=+5.879 +6.626 kabels enleidingen
+10.900
+6.726
+0.950
V U'U T S R Q PP' O N M L K J H G F E D C B A F' J' M' O'
spoor 4
doorbraak tpv stramien 29 t\m 31 maken
tijdelijk hulpwerk
fase 1
fase 2
fase 3
fase 4
IJzijde stadzijde
perron 6
perron 5
perron1
2 34
56 7 8
910 11
12
15
14
13
SPOORBAK 5
fase 1B
spoorbak 4
Cuypers-gebouw IJgebouw
fase 4B
spoorbak 1 fase 3A
perron 2
fase 2A
perron 3 fase 1A
perron 4
fase 4A
opvang liggers
fase "0"
hulppalen perrons -
doorbraken
IJ-gebouw
busstation
N.A.P. fase 3Cvloer fase 3B
spoorbak 2 fase 2C
kolomfundatie
en vloer fase 2B
spoorbak 3 fase 1C
kolom
fundatie
en vloer
4 Installatie hulppalen
5 Faseringen; fase 1C en 2C (overnemen perronkapkolommen op nieuwe
fundering) ijlden na
mogelijk door mee te liften op een eerdere BTD's (van de Lang-
zaamverkeerstunnel). De palen zijn aangebracht met een
schroefstelling op gekoppelde goederenwagons. In deze eerdere
fase zijn ook de doorbraken in het IJ-gebouw gemaakt tot aan
de grondkerende wand op as D (fig. 5).
Zeven BTD's en elf bouwfasen
Het project is uitgevoerd in elf bouwfasen. In dit artikel worden
de drie van deze elf fasen behandeld: fase 1A (bouw perron 4),
fase 1B (bouw spoorbakken 4), en fase 1C en 2C (bouw onder -
steuning perronkapkolommen). De overige fasen zijn gelijk-
soortig aan de beschreven fasen en worden hier verder niet
besproken.
Fase 1A: bouw perron 4
In fase 1A is perron 4 opgebroken en zijn thermisch verzinkte
stalen frames aangebracht op de eerder aangebrachte hulppa-
len. Aan deze frames zijn prefab randbalken afgehangen en er
is een staalplaatbetonvloer gestort ter plaatse van de passages
en de Middentunnel. Ook is het complete zandperron (230 m)
ten oosten van de Oosttunnel vernieuwd, met perronkeerwan-
den en bestrating. De bouwmaterialen werden 's nachts
gebracht door een werktrein. Aan beide zijden van het perron
waren twee sporen beschikbaar, op het spoor naast het perron
reden krols (kraan op rails) en op het daarnaast gelegen spoor
stond de werktrein met de nieuwe onderdelen (foto 6). De
afvoer van oude bouwmaterialen geschiedde ook via de werk-
trein.
Fase 1B: bouw spoorbakken 4
In fase 1B zijn de spoorbakken onder spoor 11, 12 en 13
gebouwd voor de Westpassage en de Oostpassage. Na het
opbreken van de sporen en het ballastbed zijn de doorbraken
gemaakt in de wand van het IJ-gebouw op as D. Via deze door -
Verder waren zes doorbraken in het IJ-gebouw nodig, twee in
de Middentunnel en twee opvangliggers in perron 1 van het
Cuypersgebouw. Bovendien moest de Middentunnel worden
versterkt.
Fasering
De planning van de werkzaamheden is gestart op 15 december
2011. Met ingang van de dienstregeling 2013 op 9 december
2012, waren alle sporen en perrons weer beschikbaar voor
treinen en reizigers. Voor de realisatie zijn vier buitendienst-
stellingen (drie sporen per buitendienststelling) van dertien
weken ter beschikking gesteld. De dertien weken zijn onderver
-
deeld in een perronfase van twee weken en een spoorbakfase
van elf weken. Omdat in de laatste fase geen perronfase zit,
leverde dit zeven deel-BTD's op met elk een eigen deadline. Na
elke BTD reed op maandagmorgen 04.00 uur een eerste trein
en was er een bloemetje voor de eerste reiziger.
Al acht maanden vóór de eerste BTD zijn buisschroefinjectie-
palen in perron 2, 3 en 4 aangebracht (foto 4). Deze palen
ondersteunden de nieuwe perrons in de bouwfase. Dit was
4
5
thema
Perrons en sporen op poten 1 2014
17
IJ -g ebouw Cu yp ers -gebouw
fa se 2 B
s poor bak 3
A m ste rdam c ent ru m
h et " IJ "
fa se 1 A
p err on 4
fa se 1 B
s poor bak 4 f
a se " 0 "
h ulp pal en per ro n s - d o orb ra ken I J-gebouw
f a se 1 C
k o lo m fundat ie e n v loer
f a se 2 A
p err on 3
berlin er w and klap ank er
10 894 89209925 11 21610 220 89208620
6 Bouw perron 4 op een eiland tussen de sporen met twee werktreinen
7 Fase 1B, grondafvoer door het IJ-gebouw
8 Ontgraven fase 2B, te zien zijn de hulppalen en de berlinerwand
(spoor 8 t.m. 13) heeft voorbelast met een belasting die hoger is
dan de belasting van de nieuwe spoorbakken.
Er is grondonderzoek gedaan en dat is vertaald naar verti-
cale beddingsconstanten. De ondergrond aan de IJ-zijde is
anders van opbouw dan de ondergrond nabij het Cuypersge-
bouw. Per spoorbak is in de berekening de bedding gevari-
eerd in vloervelden met de kwalificatie 'slap' (
) en 'stijf '
(× ?2). De variatie is uitgevoerd in zowel langs- als dwars-
richting. Hierdoor ontstond per spoorbak een aanzienlijk
aantal rekenmodellen. Vanwege de verschillen in de geome-
trie en de randvoorwaarden zijn alle spoorbakken apart
berekend.
Afdracht rem- en aanzetbelastingen
Van west naar oost rijdt een trein achtereenvolgens over aarde-
baan, langzaamverkeerstunnel, aardebaan, Westtunnel, West-
braken is met kleine loaders grond afgevoerd door het
IJ-gebouw naar de bouwweg onder het in aanbouw zijnde
busstation (foto 7). De grond onder perron 4 is met een talud
afgegraven. Na circa 3 m afgraving is een met klapankers
verankerde, tijdelijke berlinerwand geïnstalleerd en zijn de
spoorbakken verder uitgegraven (fig. 8, foto 9).
Constructief ontwerp spoorbakken
De spoorbakken bestaan uit een funderingsplaat, drie rijen
kolommen en een dek.
Fundering
De fundering van de spoorbakken is uitgevoerd als een plaat-
fundering op staal. Dit bleek mogelijk omdat de spoordijk de
ondergrond al 130 jaar (spoor 2 t.m. 7) respectievelijk 90 jaar
6 7
8
Perrons en sporen op poten 1 2014
18
6,25 m
4,71 m
Frem
oneindig stijf
ongescheurd
oneindig stijf
gescheurd
referentie temperatuur vloer: 10 °C
ref. temp. kolom: 8,25 °C referentie temperatuur dek: 8,25 °C
WINTER -10 °C
20 °C
10 °C
ref. temp. kolom: 8,25 °C
20 °C
20 °C
ref. temp. dek: 8,25 °C
9
Wapening fundatievloer spoorbak 4, links de
berlinerwand en de hulppalen van perron 4
10 3D-model en schematisering van een tun-
nelbak 11
Schematisering kolom in het rekenmodel
12 Wintersituatie temperatuurbelasting
13 Treinbelastingen t.b.v. toets vermoeiing
14 Palenplan poeren perron 3 (let op het
gebruik van kleur in 1888)
De horizontale stijfheidseisen spelen een dominante rol in het
ontwerp van de spoorbakken. Alle kolommen werken mee bij
de afdracht van de rem- en aanzetkrachten. Vanwege de lange
basis zijn de verticale grondspanningen ten gevolge van rem-
en aanzetbelastingen op de ondergrond gering. Door zorgvul-
dig onderzoek is daar waar mogelijk de constructie onge-
scheurd berekend. Delen van de kolom in de funderingsplaat
en het dek zijn oneindig stijf gemodelleerd (fig. 11). Gebleken
is dat geen tweede-orde-berekening nodig is.
Temperatuurbelasting
De temperatuurbelasting op de constructie is niet vastgelegd in
normen en richtlijnen. In overleg met ProRail is een belastings-
geval gedefinieerd (fig. 12). De temperatuurbelasting leidt tot
aanzienlijke momenten in de BGT.
Vermoeiing
Voor de dekconstructies is uitgegaan van de vermoeiingsbelas-
ting volgens NEN 6706 art. 9.8 ('standaard spoorwegverkeers-
samenstelling') (fig. 13). Doordat de overspanningen zeer kort
passage, Middentunnel, Oostpassage, Oosttunnel en aardebaan.
Een trein die remt of optrekt, geeft horizontale belastingen af
aan het spoor en de onderliggende constructies. Uitgangspunt
van het ontwerp is dat elke constructie de langskrachten afvoert
van de sporen die rusten op de betreffende constructie. Een
herverdeling, waarvan normaal gesproken wordt uitgegaan bij
een langskrachtenberekening, wordt hier dus niet verondersteld.
Tafelconstructie
Het constructief ontwerp van de spoorbakken is uitgewerkt als
een ongeschoord raamwerk (fig. 10), 'een tafel met veel poten'.
De kolommen zijn momentvast verbonden met de fundatie-
vloer en het spoordek. Het dek bestaat uit prefabbetonnen
U-bakken die een dwarsbalk (versterkte strook) vormen ter
plaatse van de kolomrijen. Op deze U-bakken zijn breedplaten
geplaatst in langsrichting van het spoor (foto 1). Vervolgens is
de wapening in het werk gevlochten en is het dek in het werk
gestort.
9
10a
10b
11 12
thema
Perrons en sporen op poten 1 2014
19
1.4
6*225kN
2.2 6.9 2.21.4
4*110kN
2.6 11.5 2.6 1.8 1.8
4*110kN
2.6 11.5 2.6 1.8 1.8
4*110kN
2.6 11.5 2.6 1.8 18.5 20.3 20.3 20.3 9*20.3
9*(4*110kN) 1.8
type 1
1.4
4*225kN
3.3 6.7 3.31.4
4*110kN
2.5 16.5 2.5 2.5 2.5 16.1 26.5 8*26.5
8*(4*110kN) type 2
4.7
4*200kN
3.0 8.46 3.02.0
4*150kN
2.5 16.5 2.5 2.45 2.45 21.16 26.4 11*26.4
11*(4*150kN) type 3
4*110kN
2.5 16.5 2.5 2.5 2.5 26.5
4.7
4*200kN
3.0 8.46 3.02.0
4*150kN
2.5 16.5 2.5 2.45 2.45 21.16 26.4
3.5
4*170kN
3.0 11.0 3.01.65
3*170kN
3.0 15.7 1.65 22.15 21.85 6*18.7
6*(2*170kN) type 4
1.5
2*170kN
15.7 1.5 18.7 1.5 3.5
4*170kN
3.0 11.0 3.01.65
3*170kN
3.0 15.7 1.65 22.15 21.85 1.5
2*170kN
15.7 1.5 18.7 1.5
2.0
6*225kN
2.1 4.4 2.12.0 16.8 11*16.9
11*(6*225kN) type 5
2.1 2.1 2.0
6*225kN
1.8 5.7 1.82.0 16.91.8 1.8 2.0
6*225kN
1.8 5.7 1.82.0 16.91.8 1.8 2.0
6*225kN
1.8 5.7 1.82.0 16.91.8 1.8 2.0
6*225kN
1.8 5.7 1.82.0 16.91.8 1.8
2.0
6*225kN
2.1 4.4 2.12.0 16.8
type 6
2.1 2.1 1.9
2*70kN
6.5 1.9 10.3 1.9
2*70kN
6.5 1.9 10.3 1.8
4*225kN
1.8 12.8 1.81.8 20.0
LAA B 1.9
2*70kN
6.5 1.9 10.3 1.6
4*225kN
1.8 8.0 1.81.6 14.8
ACC ABBBAACCABCAAACCB
1.4
6*225kN
2.2 6.9 2.21.4 18.5 6*17.8
6*(4*225kN) type 7
2.2 2.2 1.6
4*225kN
1.8 11.0 1.81.6 17.8 1.6
4*225kN
1.8 11.0 1.81.6 17.8 1.6
4*225kN
1.8 11.0 1.81.6 17.8 1.6
4*225kN
1.8 11.0 1.81.6 17.8
1.4
6*225kN
2.2 6.9 2.21.4 18.5
type 8
2.2 2.2 2.1
2*225kN
5.5 2.1 9.7 16*9.7
16*(2*225kN) 2.1
2*225kN
5.5 2.1 9.7 2.1
2*225kN
5.5 2.1 9.7 2.1
2*225kN
5.5 2.1 9.7
2.2 2.2
één wisseling
- totaal
NEN6706 =
uitgangspunt
- invloed
wisseling tussen
assen onderling
verwaarloosbaar
jaar, per spoor. De kleine spanningsrimpels, die worden veroor -
zaakt door de spanningswisseling tussen twee assen onderling,
zijn apart in beeld gebracht. Dit betreffen slechts geringe span-
ningswisselingen en zijn verwaarloosbaar klein.
Fundering voor perronkapkolommen
De perronkappen zijn driescharnierspanten die waren opge-
legd op poeren. Deze kappen zijn monumentaal (de naam van
de constructeur ir. L.J. Eijmer, ingenieur bij de Staatsspoorwe-
gen, is vermaard). Dit bracht strenge eisen met zich mee aan
de werkmethode en de (tijdelijke) nieuwe ondersteuningscon-
structie. Zo eiste Monumentenzorg dat de staalconstructie
ongeschonden de verbouwing doorstond en was het vervangen
van klinknagels door bouten niet toegestaan.
Fase 1C en 2C zijn uitgevoerd nadat de omliggende spoorbak-
ken gereed waren, de perrons waren opgelegd op de naastlig-
gende spoorbakken en de hulppalen van de perrons waren
afgebrand. De perronkapkolommen van perron 4 staan al
90 jaar op een ongewapende betonnen poer op een paalfunde-
ring. De kolommen van perron 3 staan al 130 jaar op gemet-
selde poeren op een houten paalfundering (fig. 14).
De aanleg van de paalfundering onder perron 3 is indertijd
(1885-1888) niet zonder problemen verlopen. De eerste serie
palen had onvoldoende draagvermogen en daarom is een
tweede serie palen gemaakt. Opgemerkt wordt dat in die tijd
nog geen sonderingen bestonden. Ondanks deze rumoerige
ontstaansgeschiedenis functioneerden de kolomfunderingen
naar behoren (foto 17).
Daarom is besloten de bestaande paalfundering te handhaven.
De berekening is gebaseerd op basis van een vergelijking van
de nieuwe belasting (181 kN/paal) met de nulsituatie
(213 kN/paal). De nulsituatie is hoger omdat in die fase nog
veel grond rust op de grote poeren (l × b × h = 7 × 5 × 5 m
3).
De poeren onder perron 3 en 4 zijn vervangen door betonnen
kolommen. De vervormingen van de voetplaten van de
zijn (6,25 m), geeft één treintype meerdere lastwisselingen.
Voor treintype 1 betekent dit bijvoorbeeld dat onderscheid wordt
gemaakt in een locomotief, een aantal wagons en de achterassen
van de laatste wagon. Elk treintype is op deze wijze opgedeeld in
een aantal losse laststelsels. Uitgangspunt is dat de, in NEN 6706
tabel F.1 gegeven, totale omvang gelijk is aan 249,5 × 10
6 kN per
13
14
Perrons en sporen op poten 1 2014
20
5229hockeystickachtige platen 5988
1250
1519 1976 3412 1250 600
3960
450450
339 (
hart bestaand)
724
1404
2460
2x houten klos (badding) ca. 157 x 59
horizontaal plaatsen
150x150x15, lg=300 bevestigen met boorankers
2x houten klos (badding)
ca. 157 x 59 horizontaal plaatsen
150x150x15, (2x lg = 300 of 1x lg = 1600) bevestigen
met boorankers
308
kolom in oost-westrichting
blokkeren in noord-
zuidrichtingen verticaal
laten glijden
2000
1x HE140A 1x HE140A
9367 600
perron 3
spoor 7
perron 3
spoor 8
15 Multi-inzetbare tijdelijke opvangconstructie perronkapkolommen met
'hockeystickachtige platen' onder het bovenzadel van de perronkapkolom
16 Tijdelijke ondersteuning perronkapkolom in perron 3
17 Bestaande poeren na 130 jaar weer in het daglicht, met de tijdelijke
ondersteuning van perron 3
Tot slot
De projectlocatie is bijzonder complex en logistiek gezien haast
een nachtmerrie. Toch moest de planning van 52 weken BTD
worden waargemaakt. Ondanks tegenslagen zoals strenge
winterperiodes, grondsanering en onverwachte obstakels, is
steeds de deadline gehaald. Na de laatste deadline was er dan
ook een algemeen gevoel van 'we hebben het gehaald'! Bouwen
is mensenwerk. Bij de evaluatie werd geconcludeerd dat het
succes vooral te danken was aan een goede samenwerking en
respect voor elkaar.
? PROJEC tgEgEvEnS
opdrachtgever ProRail namens NS
hoofdaannemer BAM Civiel Noordwest
railwerkzaamheden BAM Rail
integrale ontwerpleiding BAM Infraconsult
constructeur Wagemaker
bestaande kapsteunpunten mogen niet meer zijn dan verticaal
+5 mm en -15 mm en horizontaal 10 mm. De grootste belas-
ting is circa 1050 kN/kolom (BGT). Circa 45% hiervan is
afkomstig van sneeuwbelasting. In de bouwfase is gerekend
met een gereduceerde sneeuwbelasting.
Het vervangen van de bestaande poeren leverde een lastige tijde-
lijke fase op. De nieuwe poeren konden pas worden gebouwd
nadat de oude poeren waren gesloopt. Gekozen is een aantal
stalen frames te maken en in te zetten bij perron 4 en na modifi-
catie te hergebruiken bij perron 3 (fig. 15). De stalen frames
omkaderden de bestaande poeren maar mochten geen horizon -
tale belasting van puin en/of machines ontvangen. Ze zijn daarom
duidelijk met rood-witte bouwplanken gemarkeerd (foto 16).
15
16
17
thema
Perrons en sporen op poten 1 2014
Reacties