Aan de Nederrijnbrug in de A50 is onderhoud uitgevoerd aan de binnen- en buitenzijde van de betonnen kokerliggers en de pijlers. Hierbij zijn op grote schaal potentiaalmetingen uitgevoerd om corrosie van de wapening vast te kunnen stellen en de omvang van de betonschade in kaart te brengen. De onderzoeksgegevens zijn in 3D BIM gekoppeld aan de planning, waardoor de constructieve veiligheid tijdens de uitvoering van het project kon worden geborgd.
1
Potentiaalmetingen Nederrijnbrug
Grootschalig onderzoek corrosie-activiteit wapeningsstaal
1 Model van de Nederrijnbrug
Aan de Nederrijnbrug in de A50 is onderhoud uitgevoerd aan de binnen en
buitenzijde van de betonnen kokerliggers en de pijlers. Hierbij zijn op grote schaal
potentiaalmetingen uitgevoerd om corrosie van de wapening vast te kunnen stellen en de omvang van de betonschade in kaart te brengen. De onderzoeksgegevens zijn in
3D BIM gekoppeld aan de planning, waardoor de constructieve veiligheid tijdens de uitvoering van het project kon worden geborgd.
18? CEMENT 7 2020
De Nederrijnbrug bij Heteren
bestaat uit twee naast elkaar ge-
legen betonnen voorgespannen
kokerbruggen die onderdeel zijn
van de Rijksweg A50 tussen
knooppunt Grijsoord en knoop-
punt Valburg.
De brug is een belangrijke
schakel in het noord-zuidverkeer en vormt
een belangrijke verbinding tussen de A12 en
de A15 in het oost-westverkeer. De bouw van
de brug startte in 1966 en de brug werd in
1972 in gebruik genomen. De brug telt 2 x 3
rijstroken, verdeeld over twee naast elkaar
gelegen bruggen, en heeft aan beide zijden
voorzieningen voor langzaam verkeer. De
totale overspanning is 974 m, verdeeld in 15
overspanningen. 11 van de 15 overspannin -
gen betreffen de aan bruggen met overspan -
ningen van elk 60 m. Twee overspanningen
hebben een grootte van 75 m en de hoofd-
overspanning bedraagt 120 m (fig. 1).
Begin 2019 is het Engineering & Construct-
contract voor het groot onderhoud gegund
aan Mourik Infra op basis van de economisch
meest voordelige inschrijving met de beste
prijs-kwaliteitverhouding. Onder andere
zeer hoogwaardig betonherstel en minimale
hinder voor wegverkeer, voetgangers, fiet-
sers, landbouwverkeer en scheepsvaart
tijdens de werkzaamheden in combinatie
met de grootschalige inzet van potentiaal -
metingen, 3D BIM en hoogwaardig beton -
herstel, waren belangrijke kwaliteitsaspecten
die geresulteerd hebben in de gunning. Het onderhoud aan de hoofddraag -
constructie is uitgevoerd van juli 2019 tot en
met mei 2020. Het project bestond in hoofd -
lijnen uit het herstellen van betonschade aan
de binnen- en buitenzijde van de kokerliggers
en aan de pijlers. Dit artikel beschrijft de
aanpak van de binnenzijden van de
kokerliggers.
Onderzoek
In de brug is corrosie van de wapening ge-
constateerd, met betonschade tot gevolg. Al
in de voorfase (voorafgaand aan de tender)
bleek dat de oorzaak lag in het feit dat chlo- ridehoudend water afkomstig van dooizouten
door lekkende hemelwaterafvoeren in de
kokers terecht was gekomen. Hierdoor is op
grote schaal chloride-geïnitieerde wapenings-
corrosie ontstaan (zie kader). Aangezien er beperkingen waren voor
de uitvoering van het herstel, is op grote
schaal onderzoek uitgevoerd naar de exacte
schadeomvang aan de binnenzijde. Hiertoe
is de betonschade in de betonconstructie
visueel en akoestisch (door middel van af -
kloppen) in kaart gebracht en afgetekend.
Daar waar visueel en/of akoestisch geen
schade was waargenomen, is onderzoek uit-
gevoerd door middel van potentiaalmetingen.
Op basis van deze gegevens is de exacte scope
van het betonreparatiewerk bepaald.
Potentiaalmetingen? Het toepassen van
potentiaalmetingen op deze schaal is uniek in
Nederland. De specialistische meetappara -
tuur is ingezet om op een efficiënte wijze het
totale betonoppervlak aan de binnenzijden
van de kokerliggers, ongeveer 50.000 m
2 te
meten. Bij potentiaalmeten wordt de corrosie-
activiteit van de wapening non-destructief
in kaart gebracht. Hiertoe wordt de elektro-
chemische reactie van de corrosie 'in' het
beton bepaald door te meten 'op' het beton.
De onderzoeken zijn uitgevoerd door middel
van half-cel potentiaalmetingen in overeen -
stemming met RILEM TC 145-EMC en ASTM
C876-15. Hierbij is specialistische meetappa -
ratuur ingezet waarmee het betonoppervlak
wordt afgetast (foto 2). Deze apparatuur
meet de corrosiepotentiaal E
corr (wapening/
beton) als potentiaalverschil (of spanning)
ten opzichte van een referentie-elektrode
(fig. 3). Als voorwaarde voor de meettechniek
geldt dat de te onderzoeken (op corrosie ver-
dachte) wapening in de betonconstructie
elektrisch continu moet zijn. Dit wil zeggen
dat de aanwezige wapeningsstaven een
onderlinge elektrische weerstand moeten
hebben kleiner dan 1 Ohm, waarmee wordt
aangetoond dat de aanwezige wapeningsta -
ven onderling verbonden zijn. Daarnaast
IR. RICHARD
TER MATEN
Projectingenieur
Vogel Kathodische Beschermingauteurs
ING. JELLE
LECLUIJZE
Technisch Manager Solid Services
PROJECTGEGEVENS
project
Onderhoud
Nederrijnbrug
opdrachtgever Rijkswaterstaat
Midden-Nederland Noord
opdrachtnemer Mourik Infrapartners
Vogel (betononderhoud), Vogel Kathodische
Bescherming, Solid Services
(potentiaalmetingen) opleverdatum mei 2020
CEMENT 7 2020 ?19
2
3
2 Het vaststellen van corrosie door potentiaalmetingen3 Principe van potentiaalmetingen
mogen op de betonconstructie geen (elek -
trisch) isolerende materialen aanwezig zijn. Om het overgangspotentiaal, ofwel de
voor een project specifieke potentiaalwaarde,
te bepalen waarbij corrosie aannemelijk is,
zijn de meetwaarden van de potentiaalme-
ting regelmatig geijkt aan visuele beoorde-
lingen. Resultaten potentiaalmetingen? In dit pro-
ject werd verwacht dat dat de zogenaamde
Van Daveer-criteria, (zie kader) die worden
gebruikt bij de interpretatie van de meetre-
sultaten zoals opgenomen in ASTM C876-15,
niet zonder meer konden worden gehan -
teerd. Dit is ook via ijkingen aangetoond. Dit
kwam onder andere door de relatief grote
CHLORIDE-GEÏNITIEERDE
WAPENINGSCORROSIE
Op voorhand bleek dat de geconsta-
teerde corrosie het gevolg was van chlo-
riden afkomstig van dooizouten, met
betonschade als gevolg. Chloride-geïni-
tieerde wapeningscorrosie is een vorm
van wapeningscorrosie waarbij de pas-
siveringslaag van het wapeningsstaal
ten gevolge indringing of inmenging van
chloride wordt aangetast. Deze aantas-
ting onderscheidt zich van wapenings-
corrosie als gevolg van carbonatatie
van het beton. Bij door carbonatatie
geïnitieerde wapeningscorrosie waar-
schuwt het beton voordat van ernstige
corrosie sprake is doordat lokaal eerst
microscheuren ontstaan. Deze groeien
vervolgens uit tot macroscheuren en
daarna zal de betondekking worden
afgedrukt. Deze scheurvorming wordt
veroorzaakt door het verschil in volume
tussen het oorspronkelijke ijzer en het
nagenoeg op dezelfde plaats gevormde
roestproduct. Omdat het roestproduct
zeer volumineus is, zal al bij geringe
afroesting de betondekking worden
afgedrukt en dus waarschuwen alvorens
van ernstige corrosie sprake is.
Bij door chloriden geïnitieerde wape-
ningscorrosie komt vaak putcorrosie
voor. Dit betekent dat bij eenzelfde hoe-
veelheid omgezet ijzer (mate van corro-
sie) de effecten ernstiger zijn dan bij
door carbonatatie geïnitieerde corrosie.
De doorsnede van een wapeningsstaaf
kan bij chloride-geïnitieerde corrosie
lokaal al sterk zijn verminderd zonder
dat dit duidelijk waarneembaar is door
scheuren of een afgedrukte betondek -
king. Dit komt doordat het restproduct
dat ontstaat eenvoudig oplosbaar is in
water en dus het waarschuwende
karakter van scheuren en afgedrukte
betonschollen pas in een later stadium
optreedt.
Het gevolg hiervan is dat locaties met
actieve corrosie niet altijd zichtbaar zijn.
De inzet van potentiaalmetingen is een
goede techniek om inzicht te krijgen in
de corrosie-activiteit van de wapening.
20? CEMENT 7 2020
betondekking in sommige onderdelen
(groter dan 60 mm). Daarnaast bleek dat,
hoewel het betonoppervlak voorafgaand aan
de metingen nat is gemaakt, de potentialen
werden beïnvloed door een aanzienlijke
spanningsval in de betondekking. Hieruit
volgde dat het beton over het algemeen zeer
droog was en dus een hoge weerstand had,
waardoor er sprake is van demping van de
meetwaarden. Voor beoordeling van de meetwaarden
is daarom, naast de absolute meetwaarde,
tevens gekeken naar potentiaalgradiënten.
Door de hoge weerstand en de grootte van
de betondekking is bij de meetresultaten
sprake van locaties waarbij over een relatief
kleine afstand (30 cm) gradiënten van 200
tot 300 mV zichtbaar zijn. Door middel van de uitgevoerde ijkin -
gen is vastgesteld dat bij potentiaalwaarden
> -100 mV de wapening gepassiveerd is. Bij
potentiaalwaarden < -200 mV werd er actieve
corrosie waargenomen. Het tussengebied
van -100 tot -200 mV is ter plaatse van schade-
locaties de zone waar de potentiaal van de
wapening wordt beïnvloed (negatiever
wordt) door de anode-/corrosieplek. Deze
zone beslaat in de praktijk slechts enkele
centimeters rondom een schadelocatie.
Daarnaast is in het onderzoek aangetoond
dat grote losliggende betondelen ter plaatse
van de aanstortingen van de ondervoutes
geen relatie hadden met corrosie van wape-
ning, maar geheel onthecht waren. Volledig
saneren tot achter de wapening was hier
niet nodig waardoor aanzienlijk voordeel
behaald is in de uitvoering.
Constructieve veiligheid
tijdens herstel
Op basis van het onderzoek was bekend welke
delen moesten worden vrijgemaakt en ver-
volgens hersteld. De grootste uitdaging gedu -
rende de herstelwerkzaamheden was het
borgen van de constructieve veiligheid. Om
die veiligheid te waarborgen had Rijkswater-
staat restricties opgelegd met betrekking tot
de uitvoeringsvolgorde en omvang van her-
stelwerk in relatie tot de locaties in de brug. Omdat sprake was van chloride-geïni -
tieerde wapeningscorrosie is het, voor het verkrijgen van een kwalitatief goede repa
-
raties en het voorkomen van vroegtijdig
falen ervan, nodig om de gecorrodeerde
wapening volledig rondom vrij te maken.
Zo kan deze volledig worden omsloten door
een nieuwe laag cementgebonden repara -
tiemortel. Het vrijmaken rondom de wape-
ning leidt ertoe dat (mede door de grote
aanwezige betondekking) de betondoorsne-
de op de schadelocaties aanzienlijk wordt
gereduceerd en daardoor tijdelijk een ver-
laagde draagkrachtcapaciteit kent. Bij
draagkrachtcapaciteit moet gedacht wor-
den aan weerstand tegen buiging, torsie,
normaalkracht en dwarskracht. Tevens kan
dit betekenen dat een voorspankabel met
een oriëntatie anders dan in lengterichting
van het kunstwerk tijdelijk, over een zekere
lengte, een verlaagde tegendruk kent. Daar-
om was het nodig deze verzwakkingen te
beperken.
De geometrie van de kokers van bijvoor-
beeld de noordelijke aanbrug hebben in het
veldmidden een wanddikte van 500 mm en
een vloerdikte van slechts 200 mm (fig. 4).
Dit geldt niet voor de volledige lengte van de
overspanning; de betondikte voor de wan -
den en de vloer neemt toe richting het
steunpuntsgebied. Gezien de beperkte vloer-
dikte betekende dit dat de werkzaamheden
aan de vloer kritischer waren dan aan de
wanden. Ditzelfde gold voor de werkzaam -
heden in het veld ten opzichte van de werk -
zaamheden in het steunpuntsgebied. Het noodzakelijkerwijs tijdelijk verder
reduceren van de capaciteit van de doorsne-
de en verder verzwakken van de tegendruk
van de voorspankabels, was de aanleiding
voor diverse restricties met betrekking tot
de uitvoeringsvolgorde. Dit vooral ten aan -
zien van de omvang van gelijktijdig of aan -
eensluitend te saneren betonschades in de
velden. Zo was het, naast aanzienlijke res-
tricties over de maximale grootte van te
saneren oppervlakken, bijvoorbeeld niet
toegestaan om in de lengterichting van het
kunstwerk op meerdere plaatsen tegelijker-
tijd betonreparaties uit te voeren als de af -
stand tussen de reparatieplekken kleiner
was dan 5 m. Voor de wanden, de voutes (de
aansluiting/overgang van wand naar
De toepassing
van potentiaal
metingen heeft
geresulteerd in
een optimale
aanpak van het
betonherstel
VAN DAVEER-CRITERIA
De Van Daveer-criteria zijn door ASTM
geaccepteerde criteria die gehanteerd
worden voor de interpretatie van de
potentiaalwaarden in relatie tot de
waarschijnlijkheid voor optreden van
corrosie. Hierbij wordt gesteld dat bij
gebruik van een koper-kopersulfaat
referentie-elektrode:
? de kans op corrosie < 10% is bij
potentiaalwaarden positiever dan
-200 mV;
? de kans op corrosie 50% (onzeker)
is bij potentiaalwaarden tussen
-200 mV en -350 mV;
? de kans op corrosie > 90% is bij
potentiaalwaarden negatiever dan
-350 mV.
CEMENT 7 2020 ?21
4
Het vrijmaken
rondom de
wapening leidt
ertoe dat de
betondoorsnede
tijdelijk wordt
gereduceerd
met een
verlaagde
draagkracht
capaciteit tot
gevolg
4 Doorsnedegegevens van de kokerdoorsnede van de noordelijke aanbrug
vloer) en de vloer mochten geen betonrepa -
raties over de volledige doorsnede tegelijker-
tijd plaatsvinden. Tevens moesten betonre-
paraties over de breedte van het vloerveld in
twee fases worden uitgevoerd. En het was
niet toegestaan om te starten met beton -
werkzaamheden in de zone van het veld van
de overspanning als het totale betonwerk in
de volledige dwarsdoorsnede van de steun -
puntsgebieden van de betreffende overspan -
ning én aangrenzende overspanning nog
niet waren hersteld.
3D BIM
In verband met een ingewikkelde planning
als gevolg van de beschreven restricties, is
ervoor gekozen om te werken in 3D BIM. Het
model is ingezet ten behoeve van het verza -
melen van meetdata en de weergave en het
monitoren van de uitgevoerde en geplande
werkzaamheden. De meetdata, bestaande uit de resulta -
ten van het afkloppen van de betonconstruc-
tie en de potentiaalmetingen, verzorgde een
volledige weergave van de exacte schadeom -
vang per locatie. Met deze weergave kon de
planning worden opgesteld, rekening hou -
dend met de randvoorwaarden. Door deze
succesvolle toepassing kon de constructieve
veiligheid en de voortgang op een verant-
woorde wijze worden geborgd, tot grote
tevredenheid van zowel de gebruikers als de
klant.
Hydrodemolition
Er is voor gekozen de betonschades te sane-
ren door middel van hydrodemolition, ook
bekend als watersaneren met zeer hoge
druk (foto 5). Bij deze straaltechniek wordt
met 2500 bar waterdruk beton verwijderd. Het voordeel van deze manier van saneren,
ten opzichte van bijvoorbeeld pneumatisch
of elektrisch hakken, is dat de (voorspan)
wapening niet beschadigd wordt. Tevens
voorkomt deze techniek het ontstaan van
trillingen in de wapening met mogelijke
schade aan het aanliggende beton en/of
onthechting van reeds uitgevoerde repara
-
tievlakken. Deze voordelen sloten aan op de
vereisten vanuit het contract waarin werd
geëist dat de wapening niet mocht worden
beschadigd en dat trillingsschade moest
worden voorkomen. Een bijkomstigheid van deze techniek
is dat alle chloriden ter plaatse van corrosie-
putten in dezelfde arbeidsgang worden ver-
wijderd en dat er een zeer ruw betonopper-
vlak wordt gecreëerd zonder dat er kans
bestaat op vorming van microscheuren in
de ondergrond (die bij mechanische bewer-
king wel kunnen ontstaan). Op deze manier
is een perfecte ondergrondvoorbehandeling
voor reparatie gewaarborgd. Traditioneel wordt bij betonreparatie
de gecorrodeerde wapening vrijgehakt tot in
de lengterichting van de staven (evenwijdig
aan het oorspronkelijke betonoppervlak)
ongeroest staal vrij ligt, over een lengte die
gelijk is aan de dikte van de vereiste beton -
dekking. Omdat dit bij saneren door middel
van hydrodemolition niet waar te nemen
is (het wapeningsstaal wordt in dezelfde ar-
beidsgang namelijk volledig blank gestraald
tot reinheidsgraad Sa 2,5), zijn de schades
vooraf ingekaderd en afgetekend op de
ondergrond.
Betonherstel
Aangezien het een EMVI-criterium was om
aantoonbaar te maken dat er een hoger
22? CEMENT 7 2020
5
Duurzame aanpak
De inzet van potentiaalmetingen op grote
schaal heeft, in combinatie met 3D BIM,
geresulteerd in een effectieve, efficiënte en
zeer duurzame aanpak. Als gevolg van de
combinatie van technieken was de hoeveel-
heid te saneren betonschades beperkt. Bij
de in de voorfase aangeduide 'schade' ter
plaatse van de voutes bleek het op een groot
aantal locaties enkel om een losliggende
opgestorte betonlaag te gaan. Hier was dus
geen sprake van echte betonschade. De
losliggende delen zijn verwijderd en niet
hersteld, omdat op basis van de potentiaal -
metingen gesteld kon worden dat er geen
corrosie van wapening aanwezig was. Ook
was de betondekking op deze locaties nog
ruimschoots voldoende. Herstelwerkzaamheden zijn dus enkel
uitgevoerd waar noodzakelijk en op het mo-
ment dat dat mogelijk was, met het oog op
de constructieve restricties. Het herstel van
de Nederrijnbrug past daarmee in een tijd
waarin duurzaamheid, beperking van
CO
2-uitstoot, constructieve veiligheid en
minimale hinder in de uitvoeringsperiode
centraal staan.
niveau van betonreparaties is, is gekozen
om alle betonreparaties aan de binnenzijde
volgens CUR-Aanbeveling 118 te beschouwen
als constructieve reparatie (RS) met gevolg
-
klasse GK3. Dit heeft als gevolg gehad dat
de controle en vastlegging van de reparaties
zijn uitgevoerd volgens niveau 4 uit
CUR-Aanbeveling 118. Reparaties zijn uitge-
voerd door allround betonreparateurs
niveau 3. Daarbij is er uniformiteit in de
werkwijze geborgd. De controle vond plaats
volgens een gecertificeerd proces en speci -
fiek projectplan op basis van BRL 3201 deel 1
'Het technisch repareren en beschermen
van beton', BRL 3201 deel 2 'Het constructief
repareren en versterken van beton' en
CUR-Aanbeveling 118. Dit houdt in dat er een
tweedelijns controle door een onafhankelijke
partij is uitgevoerd. Bij alle betonreparaties is beoordeeld
of de aangetroffen hoofdwapening overeen -
stemt met de wapening zoals aangegeven
op de beschikbare wapeningstekeningen.
Tevens is vastgelegd of de staafdoorsnede is
gereduceerd als gevolg van (put)corrosie.
Waar benodigd is wapeningsstaal bijge-
plaatst.
Het beton is
met een
straaltechniek
met 2500 bar
waterdruk
verwijderd
5 Saneren door middel van hydrodemolition CEMENT 7 2020 ?23
Reacties