Voor de beoordeling van bestaande kunstwerken werkt Rijkswaterstaat sinds 2004 met de Richtlijn Beoordeling Bestaande Kunstwerken (RBBK). Deze richtlijn sluit aan op de oude Nederlandse TGB-normen. Voor de beoordeling volgens de Eurocode wordt de RBBK vervangen door de Richtlijnen Beoordeling Kunstwerken (RBK). Deze richtlijnen geven invulling aan het streven van Rijkswaterstaat naar een uniforme beoordeling van de constructieve veiligheid.
thema
Van RBBK naar RBK
4 2 0 12
26
thema
Van RBBK
naar RBK
Voor de beoordeling van bestaande kunstwerken werkt Rijkswaterstaat sinds 2004 met de
Richtlijn Beoordeling Bestaande Kunstwerken (RBBK) [1]. Deze richtlijn sluit aan op de oude
Nederlandse TGB normen. Voor de beoordeling volgens de Eurocode wordt de RBBK vervangen
door de Richtlijnen Beoordeling Kunstwerken (RBK). Deze richtlijnen geven invulling aan het
streven van Rijkswaterstaat naar een uniforme beoordeling van de constructieve veiligheid.
1
Praktische toepassing van Eurocodes
voor bestaande constructies
Eurocodes, NEN 8700-serie en RBK
Met de invoering van het Bouwbesluit 2012 moet voor
nieuwbouw worden gerekend met de Eurocodes
(NEN-EN 1990 ? NEN-EN 1999). Door Rijkswaterstaat is
hierop aanvullende regelgeving gegeven die is vast -
gelegd in de ROK 1.0 [2]. Voor bestaande bouw
worden deze normen aangevuld door NEN 8700 en
NEN 8701. Hiermee wordt de mogelijkheid geboden
om voor bestaande constructies op een verantwoorde
manier af te wijken van de eisen voor nieuwbouw.
Dit betreft momenteel echter alleen de Grondslagen
(NEN 8700) en de Belastingen (NEN 8701). Bij Rijks-
waterstaat bestaat een sterke behoefte aan een
verdere invulling van de materiaalgebonden delen
van de Eurocodes voor toepassing bij bestaande
bouw. Voor de toekomst is dit nationaal voorzien
door het opstellen van materiaalgebonden delen in
de NEN 8700-serie. Deze worden echter niet voor
eind 2013 verwacht. Vooruitlopend hierop zal
Rijkswaterstaat hier invulling aan geven in de RBK.
Na invoering van NEN 8702 en andere delen zal de
RBK hierop worden aangepast.
Van RBBK naar RBK4 2 0 12
27
Achtergrond RBK
Voor het ontwerp van nieuwe kunstwerken heeft Rijkswaterstaat
(RWS) de Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK 1.0 [2])
opgesteld. Deze richtlijnen geven wijzigingen, aanvullingen en
toelichtingen op de Eurocodes met Nationale Bijlagen voor de
nieuwbouw van alle kunstwerken die in opdracht van RWS
worden gerealiseerd. In deze ROK zijn, naast eisen aan de
constructieve veiligheid en duurzaamheid, ook vele andere richt-
lijnen van toepassing verklaard om kunstwerken te realiseren.
De RBK geeft richtlijnen en aanvullende eisen op de Eurocodes
en de genoemde ROK voor de beoordeling en/of verbouw van
bestaande kunstwerken van RWS. Bij de invulling van deze
RBK zijn de in de afgelopen jaren opgedane ervaring met
herberekenen, de RBBK en de resultaten van het dwarskracht-
onderzoek meegenomen.
Evenals bij de ROK is het toepassingsgebied van de RBK
verbreed naar alle constructietypen van RWS (tabel 1). De
volledige invulling van de RBK is een proces dat naar verwach-
ting enkele jaren zal duren. De werkwijze van RWS maakt het
echter noodzakelijk om bij beoordeling van kunstwerken
volgens de Eurocode een RBK beschikbaar te hebben. Hiervoor
is recentelijk een proefversie uitgegeven met een beperkte
invulling voor betonnen bruggen. Deze wordt momenteel door
RWS in projecten toegepast en ondertussen met medewerking
van TNO en TU Delft aan verdere invulling gewerkt. Naar
verwachting zal de RBK een belangrijke basis vormen voor de
door NEN op te stellen materiaalgebonden delen in de
NEN 8700-serie. Het betreft met infrastructurele objecten
echter een beperkt deel van het toepassingsgebied van de
NEN 8700-serie.
Indeling van de RBK
De RBK bestaat uit drie hoofdstukken en een aantal bijlagen.
Het eerste hoofdstuk bevat het algemene deel. Hierin is de
werkwijze voorgeschreven voor de beoordeling. Het tweede
hoofdstuk bevat de aanvullingen op de normen; hierop wordt
verderop nader ingegaan. In het derde hoofdstuk zijn aanvul-
lingen en richtlijnen gegeven voor verificatieberekeningen van
betonnen bruggen. Het gaat in de RBK om zaken die niet in
normartikelen zijn geregeld, maar die wel van invloed zijn op
de resultaten van een verificatieberekening. Denk hierbij aan:
? mechanische eigenschappen van oude materialen;
? constructietype afhankelijke modelleringswijzen (tabel 2);
? rekenen met gescheurde stijfheden;
? modelleren van niet orthogonale wapening.
Aansluitend op NEN 8700 wordt in de RBK gesproken over
verificatieberekeningen. Dit betreft een toets van een bestaande
constructie tegen een beoogd niveau (nieuwbouw, verbouw of
afkeur).
Ten slotte is in een aantal bijlagen nog nadere informatie
opgenomen die voor een verificatieherberekening relevant is.
Bijvoorbeeld over oude voorspansystemen, aanwijzingen voor
modelverfijning en de presentatie van de berekening.
Aanvullingen op de normen voor nieuwbouw
Zoals gezegd, zijn in hoofdstuk 2 van de RBK de aanvullingen
op de normen gegeven. Dit betreft vooral aanvullingen op de
nieuwbouwnormen, maar ook op NEN 8700 en NEN 8701.
Omdat de NEN-EN-serie is geschreven voor nieuwbouw, is
bij het opstellen van deze norm ook alleen gekeken naar
materialen zoals die nu in de praktijk worden toegepast. Dit
betekent dat het toepassingsgebied van de norm te beperkt is
ir. Gerrie Dieteren
TNO
dr.ir. Cor van der Veen
TU Delft, fac. CiGT
ir. Henk Sliedrecht
Rijkswaterstaat
1
Bouw van de Nederrijnbrug in de A50 bij
Heteren
foto: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat /
Afdeling Multimedia RWS
Tabel 2 Overzicht van constructietype afhankelijke modelleringswijzen (tabel uit hoofdstuk 3 van de RBK)
constructietype model met staaf-
elementen orthotrope/
isotrope plaat plaat met
centrische ribben plaat met
excentrische ribben model met
schaal-
elementen
M VM VM VM VM V
platen ++
3) 1)++/0 nvtnvtnvtnvtnvtnvt
liggers:
? 'massief ' ++
4) 1)++/0 -+++ +++ +
? samengesteld ++ 4) 1)+ --+++ +++ +
? kokervormig ++ 4) 1)+ --0/- -++/0 ++++
dozen
kokers ++
4) 2)nvt nvtnvtnvt ++++ ++
Notatie: M = moment / V = dwarskracht / ++ = erg goed / + = goed / 0 = redelijk / - = onnauwkeurig /
-- = zeer onnauwkeurig
Tabel 1
Categorieën kunstwerken in ROK en RBK
bruggen
tunnels
natte kunstwerken
beweegbare bruggen
geluidsschermen
verkeerskundige draagconstructies
Van RBBK naar RBK
4 2 0 12
28
thema
? spreiding in geprefabriceerde liggers;
? toetsing van oude constructies volgens huidige rekenregels
en huidige betonsterkte [4, 6, 7, 8];
? aanwijzingen zijn toegevoegd voor de bepaling van de
aan wezige voorspanning bij bestaande constructies;
? praktische invulling is gegeven van de toetsen ten behoeve
van de bruikbaarheidsgrenstoestand.
De invulling is nog niet compleet en zal in de komende periode
verder worden uitgewerkt. Hierbij zal ook zoveel mogelijk
gebruik worden gemaakt van ervaringen van elders (interna-
tionaal) opgestelde richtlijnen of uitgevoerde onderzoeken. Op
het gebied van regelgeving voor bestaande bouw heeft
Nederland echter een voorsprong ten opzichte van de ons
omringende landen. Verder verschillen de problemen erg per
land, omdat de ontwerp-/normhistorie ook per land verschilt.
Hierdoor kunnen buitenlandse normen niet direct worden
toegepast in de Nederlandse norm.
Filosofie van de verificatieberekening
Een bij de verificatieberekening steeds weer terugkerend
thema van discussie is de te volgen filosofie. Bij het uitvoeren
van een ontwerpberekening (nieuwbouw) kan de construc-
teur het zich veroorloven om voor de schematisering en de
toetsing uit te gaan van conservatieve aannamen. De
constructie moet nog worden gebouwd en kan zodoende
worden aangepast aan de resultaten van de berekening, wat
voor bestaande bouw. In de RBK is het toepassingsgebied
uitgebreid:
?
eigenschappen van oude materialen zijn vertaald naar de
notatie volgens de Eurocodes (werkwijze grotendeels
ver gelijkbaar met wat in [3] is gegeven);
? eisen zijn geschikt gemaakt voor toepassing op oude materia-
len (bijv. verankeringslengte voor glad betonstaal);
? het toepassingsgebied is verbreed of eisen voor bijvoorbeeld
modellering zijn geschikt gemaakt voor toepassing op oude
materialen en constructiewijzen;
? minimaal aan te houden betonsterkteklassen zijn toegevoegd
voor oude kunstwerken per constructietype [4];
? aanwijzingen voor materiaalonderzoek (monsterneming,
beproeving en statistische verwerking resultaten) zijn
toe gevoegd [4];
? aangepaste toetsregels zijn opgenomen voor dwarskracht:
? spreiding in platen [5];
3
2
Van RBBK naar RBK4 2 0 12
29
2 Omslag van de proefversie
RBK 0.1 2012
3 Versterken van de
Nederrijnbrug bij Heteren
4 Detail versterkingscon-
structie Nederrijnbrug
Ten slotte
De regels voor het beoordelen van bestaande kunstwerken zijn
nog steeds in ontwikkeling. Nog niet alles is duidelijk; voor
sommige aspecten zijn vooralsnog conservatieve aannamen
gedaan. Deze zullen in toekomstige versies van de RBK verder
worden ingevuld. Met het uitbrengen van de proefversie van de
RBK zorgt RWS ervoor dat de kennis en ervaring uit de oude
RBBK en de lopende onderzoeken voor verificatieberekening
volgens de Eurocodes beschikbaar zijn.
?
niet wil zeggen dat elke gekozen schematisering correct is.
Bij bestaande constructies is dit anders. De constructie
bestaat en de opbouw ligt vast. Men moet zich bij de keuze
van de te hanteren modellering terdege bewust zijn van wat
de invloed van deze keuze is op het resultaat. Om onnodig
versterken of zelfs vervangen van een constructie te voor
-
komen, moet het werkelijke gedrag zo dicht mogelijk worden
benaderd. Hiertoe kan verfijning van de verificatieberekening
noodzakelijk zijn om met voldoende zekerheid de construc-
tieve veiligheid vast te stellen.
RWS streeft ernaar van een kunstwerk aan te tonen dat de
constructieve veiligheid is gewaarborgd voor elk gebruik,
maar in ieder geval voor het werkelijke gebruik. Bij een
beoordeling wordt gevraagd om in eerste instantie te toetsen
op fictieve rijstroken, zoals geformuleerd in NEN-EN 1991-2,
en om hierbij alle mogelijke verfijningen toe te passen. Een
verificatieberekening hiervoor vraagt om specifieke kennis en
ervaring van de constructeur. De resultaten van de huidige
verificatieberekeningen zijn vaak conservatief en behoeven
nog veel aanpassing om te voorkomen dat constructies onte-
recht worden afgekeurd of, misschien nog erger, onterecht
worden goedgekeurd. Een deel van de aandachtspunten om
dit te voorkomen is in de RBK opgenomen. Voor een groot
deel komt het echter aan op inzicht in het constructiegedrag,
hetgeen iets anders is dan kennis van de bekende rekenpak-
ketten. Dit laatste geldt natuurlijk ook voor nieuwe construc-
ties. Zoals gezegd, zijn de consequenties hiervan voor
bestaande constructies echter vele malen groter.
? RefeReNTieS
1 Richtlijn Beoordelen Bestaande Kunstwerken, RBBK 1.01, Bouwdienst Rijkswaterstaat,
1 juli 2004.
2 Richtlijn Ontwerp Kunstwerken, ROK 1.0, Rijkswaterstaat Technisch Document (RTD
1001:2011), erratumversie 1.1, 21 mei 2012.
3 Dieteren, G., Herberekenen oude kunstwerken, gemakkelijker gezegd dan gedaan!
Cement 2003/1, p. 37-39.
4 Vervuurt, A.H.J.M. , Courage, W.M.G. & Steenbergen, R.D.J.M., Betonsterkte bestaande
constructies. Cement 2012/4.
5 Lantsoght, E.O.L., Veen, C. van der, Walraven, J.C. & Boer, A. de, Spreiding puntlasten
plaatviaducten. Cement 2012/4.
6 Meijer, R. de & Vergoossen, R., Beoordeling voorgespannen constructies. Cement
2012/4.
7 Uijl, J. den, Yang, Y., Dieteren, G. & Boer, A. de, Afschuifdraagvermogen
plaatviaducten. Cement 2012/4.
8 Walraven, J., Uijl, J. den, Sarkosh, R. & Nguyen, T., Langeduurbelasting. Cement 2012/4.
4
Reacties