VARCE is een rubriek van Cement waarin vragen worden beantwoord over de Eurocode 2 door een werkgroep van de normcommissie TGB Betonconstructies. In deze vijfde aflevering drie nieuwe vragen. Voor alle overige vragen zie www.cementonline.nl/varce De vragen uit de VARCE-rubriek worden behandeld door de werkgroep Onderhoud NEN-EN 1992-1-1 van TGB Betonconstructies. In deze werkgroep hebben zitting: - ing. Dick Bezemer (Gemeente Rotterdam, Stadsontwikkeling)- ir. Jan Gijsbers (TNO)- ir. Rob Huijben (Hurks delphi engineering)- ir. Dick Schaafsma (Rijkswaterstaat, GPO)- dr.ir. Cor van der Veen (TU Delft, fac. CiTG)- ir. Simon Wijte (Adviesbureau Hageman)
VARCE1 2011 | onlineonlinespreidingsbreedtekracht in drukdiagonaaltrekkracht in wapeningwapening in trekstaaf12 Detaillering van wapening in poerenVraag ?In artikel 9.8.1(3) wordt gesproken over de spanningszonestussen de paalkoppen voor het concentreren van de hoofdtrek-wapening. Op welke manier dient de breedte van deze zone teworden bepaald?Als een vierpaalspoer als voorbeeld wordt beschouwd, is dezebreedte van de spanningszone dan gelijk aan de diameter vande funderingspaal + tweemaal het overstek van de poer over depaal of kan er worden gerekend met een grotere breedte?antwoord !NEN-EN 1992-1-1 geeft geen beschrijving van de toegestanespreidingsbreedte. Ook in 6.5.3, waar trekstaven in vakwerk-modellen worden besproken, wordt gesteld dat een zekerespreiding toegestaan is maar wordt de spreiding verder nietgekwantificeerd.Ten aanzien van het voorstel wordt wel opgemerkt dat de resul-tante van de trekkracht in de wapening ter plaatse van debeschouwde knoop boven de paal samen dient te vallen met deresultante van de paalreactie en de drukdiagonaal in het beton.Daaruit is af te leiden dat bij een vierpaalspoer, waarbij de trek-banden evenwijdig lopen met de zijkant van de poer, de sprei-dingsbreedte niet groter kan zijn dan de paalafmeting vermeer-derd met tweemaal het overstek verminderd met de dekking(fig. 1).13 Dwarse trekspanningen bij opleggingenVraag ?In artikel 10.9.4.3 definieert figuur 10.3 niet welke materialenals hard respectievelijk zacht moeten worden gezien. Hoe moethiermee in de praktijk worden omgegaan?antwoord !In (4) van 10.9.4.3 `Verbindingen die drukkrachten overdragen'wordt gewezen op twee omstandigheden waarbij het noodzake-lijk is om wapening op te nemen in een richting loodrecht opdie van de oplegkracht. Ten eerste is dit noodzakelijk om eenspreiding van de drukspanningen in het element mogelijk temaken. Ten tweede kan het noodzakelijk zijn om bij toepassingvan een zacht materiaal, weerstand te bieden aan de trekspan-ningen die ontstaan door het vervormen van het zachte opleg-materiaal. In welke mate het oplegmateriaal zacht is, is nietzozeer van belang. Het gaat hierbij met name om de dwarscon-tractie van het oplegmateriaal. Indien deze dwarscontractie leidtbogwbz`vVARCE is een rubriek van Cement waarin vragen worden beantwoord overde Eurocode 2 door een werkgroep van de normcommissie TGB Betonconstructies1). In deze vijfde aflevering drie nieuwe vragen.51) In deze werkgroep hebben zitting: ing. Dick Bezemer (Gemeente RotterdamdS+V), ir. Jan Gijsbers (TNO Bouw en Ondergrond), ir. Rob Huijben (Hurksdelphi engineering), ir. Dick Schaafsma (Bouwdienst Rijkswaterstaat), dr. ir. Corvan der Veen (TU Delft, fac. CiTG), ir. Simon Wijte (Adviesbureau Hageman)1VARCE 22011 | onlineb1werklijn vande belastingd1hb2 3b1b1+ 2cdh b2? b1?nh d2? d1d2 3d10Ac0AcAc1b1cdd13d1Ac1tot grotere vervormingen in de richting loodrecht op deprimaire spanningsrichting kunnen, bij een hoge wrijvingsweer-stand tussen het oplegmateriaal en het beton, in het beton trek-spanningen ontstaan die de dwarscontractie van het oplegmate-riaal beperken. Of er sprake is van een zacht of hard materiaalwordt zodoende bepaald door de vervormingseigenschappen indwarsrichting van het oplegmateriaal in verhouding tot devervormingseigenschappen van het beton in dezelfde richting.14 Gedeeltelijk belaste gebiedenVraag ?In artikel 6.7, het bepalen van de opneembare geconcentreerdebelasting van een gedeeltelijk belast gebied, wordt gesprokenover een maximale oppervlakte Ac1waarover de belasting, dieaangrijpt op het oppervlak Ac0, kan worden verdeeld. Bij debeschrijving van Ac1in lid (2) van het artikel wordt gesprokenover een gelijke vorm als Ac0waaruit zou kunnen wordengeconcludeerd dat bij een rechthoekige of vierkante vorm moetworden voldaan aan de voorwaarde d2/b2= d1/b1.De eisen die aan Ac1worden gesteld in het 3e lid van het artikelbevat echter niet de eis dat d2/b2= d1/b1.In NEN 6720 (9.14.2) is de mate van spreiding in de ene rich-ting niet gekoppeld aan die in de andere richting. In die normis dus niet ge?ist dat d2/b2= d1/b1. In CUR/BmS-rapport 10`Kolomvoetplaatverbindingen' is eveneens aangenomen dat ergeen koppeling is van spreiding in de beide richtingen (fig. 2).Gevraagd wordt of volgens NEN-EN 1992-1-1 d2/b2gelijk moetzijn aan d1/b1.antwoord !In de beschrijving van Ac1in 6.7(2) wordt de bewoording`gelijke vorm' gebruikt. Als `gelijke vorm' hetzelfde is als `gelijk-vormig' dan zou dat impliciet betekenen dat d2/b2= d1/b1. Dieeis wordt echter inderdaad niet gesteld in 6.7(3).In Nederland is dit onderwerp in het verleden uitvoerig experi-menteel onderzocht. Door Kuyt [1,2] zijn de resultaten vangedeeltelijk belaste oplegblokken van ongewapend beton gepu-bliceerd. In beide publicaties wordt antwoord gegeven op degestelde vraag. Op basis van deze publicaties blijkt de enige eisdie gesteld wordt aan de vlakken Ac0en Ac1, gedefinieerdvolgens figuur 6.29 in NEN-EN 1992-1-1, dat de zwaartepun-ten van beide vlakken op de werklijn van de belasting liggen.Een randbelasting, zoals in figuur 2 rechts is weergegeven, isook specifiek onderzocht en ook daarvoor geldt de uitdrukkingom een verhoogde oplegdruk (betonsterkte) toe te laten. Despreiding in de ene richting hoeft daarom niet gekoppeld te zijnaan de spreiding in de andere richting. Dat betekent dus datniet voldaan hoeft te worden aan de voorwaarde d2/b2= d1/b1.De voorwaarden waaraan Ac1moet voldoen staan in 6.7 (3)NEN-EN 1992-1-1. Aan de verhouding d2/b2is geen eis gesteld.Wel dienen, conform het destijds in Nederland uitgevoerdeonderzoek, de zwaartepunten van beide vlakken Ac0en Ac1samen te vallen met de werklijn van de kracht. Eurocode2.nlCement heeft een speciale website over de Eurocode 2:www.eurocode2.nl. Hierop staat achtergrondinforma-tie over de nieuwe norm en een verwijzing naar interessantevakinformatie. Ook staan er de vragen en antwoorden uit dezeVARCE-rubriek en kunnen nieuwe vragen worden gesteld. Literatuur1 Kuyt, B, De bezwijklast van partieel belaste oplegblokken van onge-wapend beton. Cement 1969/7, p. 316-320.2 Kuyt, B, Breuksterkte van oplegblokken. Cement 1971/7, p. 321-323.1 Spreidingsbreedte van dewapening in de trekstaafvan een vierpaalspoer2 Figuur 3 uit CUR/BmS-rapport 10bron: Bouwen met Staal2
Reacties