AANBEVELING 56Tabel 5De belangrijkste wijzigingen in Aanbeveling 56 ten opzichte van Aanbeveling 32Aanbeveling 32 heeftzeerveel kritiek gekre-gen, omdat een aantal proeven zeer kost-baar is, zeker met het oog op de relatief klei-nemarkt voor injectieharsen. Het bleek der-halve noodzakelijk alternatieven te vinden.Beproeving injecteerbaarheidIn Aanbeveling 32 was een praktijkproef op-genomen.ln dezeproefwerqen balken (3 men 4,5 m) belast tot scheurvorming, waarnade scheuren werden ge?njecteerd. Hieraanwerden dan onder meer de hechtsterkte ende waterdichtheid bepaald. Deze zeer kost-bare proef is er de oorzaak van dat er geeninjectieharsen met een basiskeuring zijn.De werkgroep is op zoek gegaan naar eenproef waarin met name de hechtsterktewordt getoetst. De bepaling van de water-dichtheid werd minder belangrijk geacht,omdat een niet-waterdichte hars zich in depraktijk snel diskwalificeert.Verroest!De hechtsterkte zal worden bepaald met be~hulp van de slant shear test. Hierbij wordt ineen proefprisma een schuine scheur ge-vormd, die wordt ge?njecteerd. Vervolgensword de prisma gedrukt. Indien de injectievan mindere kwaliteit is dan het beton, zalafschuiving via het breukvlak optreden. Bijeen betere kwaliteit zal normaal bezwijkenvan de prisma optreden. Op deze wijze moetworden aangetoond dat de injectiehars eengrotere hechtsterkte heeft dan het beton.De beproeving wordt uitgevoerd meteen be-tonsterkteklasse B 45. Indien hogere sterk-teklassen worden ge?njecteerd en de hecht-sterkte van belang is, dient de hechtsterktemet prisma's van die bewuste betonsterkte-klassen te worden getoetst.VooronderzoekConstructief injecteren gaat vaak fout, om-datde oppervlakken te vuil ofvochtigzijn. Ditis aan de constructie zelf zeer moeilijk vastte stellen. De nieuwe Aanbeveling eist datdeopdrachtgever een vooronderzoek uitvoert,waarin wordt bekeken of constructief injec-teren mogelijk is. Hierdoor is op tijd duidelijkof de gestelde eisen realistisch zijn.Literatuur1. Bijen, J.M.J.M., P.E.Roelfstra en Th.A.M.Salet, Hechting van jong beton aan oud be-ton. Cement 1993, nr. 11.2. Borsje, H., Scheurvorming en onthechtingvan afwerklagen op beton. VABOR nieuw-brief nr. 12, oktober 1996.?Elk jaar is er wel een bericht in de krant ofop de televisie over doorroest vergane wapening in Kwaaitaal-elementen voor beganegrond-vloeren uit een grijs verleden. Ontdekt, niet omdat er iemand meteen kist boeken door de vloer zakt, maar door een monteur die in dekruipruimte alsnog de e.v.-leidingen gaat isoleren. De oorzaak vanhet roesten is bekend: toepassing van CaCI2 als verhardingsversnel-ler. In het kader van de vorstverletbestrijding werd dat destijds gepro~pageerd en zelfs gesubsidieerd. Waarom zakt er niemand door zo'nin wezen ongewapende vloer??Er steltzich een spanwerk in. In het midden van de overspanning kanhet ongewapende beton scheuren tot in de drukzone. De drukzone isgoed gedefinieerd als het bovenste deel van de boogvormige door-snede van de elementen. Het buigend moment Mis gelijk aan ~ qJ2.Bij de opleggingen moeten voor het evenwicht spatkrachten M/hworden geleverd. Deze spatkrachten worden door wrijving, haak-weerstand in de elementen ingeleid. Maar kunnen de spatkrachtenook worden geleverd? Meestal, tot nog toe gelukkig altijd, wel. Depaalkoppen kunnen niet zomaar opzij worden geduwd, er is wel watpassieve gronddruk tegen de funderingsbalken te mobiliseren, eendwarsbalk voor de fundering van een scheidingswand, enz.CEMENT1997/12Wanneer men de constructie in detail bekijkt, zijn er veel, min ofmeer toevallige, elementen die de nodige horizontale spatkrachtenkunnen leveren. Daar kom je wel uit. Veel moeilijker is de vraag ofdebelanghebbende eigenaar moet worden geadviseerd t?ch nog kost-baar herstel te plegen, ondanks de omstandigheid dat onvoorzienesamenhang in de constructie ervoorzorgt dat ergeen gevaar voor in-storting is. Deze vraag is in algemene zin niet te beantwoorden. Danmoet de adviseur de belangen van de eigenaar en de samenlevingafwegen tegen de achtergrond van zijn technische kennis, zijn erva-ring en het gestelde in voorschriften en Bouwbesluit. Dat is altijd detaak van een adviseur; en wanneer hij zich meer door kennis dandoor emoties laat leiden komt er een goed advies.lN.R. de Sitter?47
Reacties