In Cement staan vaak interessante artikelen over hoogbouwprojecten zoals de Zalmhaventoren in Rotterdam en onlangs de Grotius woontorens in Den Haag. Dit zijn technische hoogstandjes waar veel tijd en vaak ook genoeg geld kan worden gestoken in de constructieve berekeningen. De meeste bouwwerken in Nederland vallen echter onder gevolgklasse 1. Deze bouwwerken gaan straks veelal onder de Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen vallen.
Juist de woningen, bedrijfshallen e.d. in deze klasse, verdienen veel extra aandacht. Voor deze projecten is immers vaak een minimaal constructief budget beschikbaar en voor veel (gemeentelijke) constructeurs in den lande vormen ze de hoofdmoot van het werk. Waarom? Omdat er juist hier risico’s bestaan. Hieronder ga ik in op drie voorbeelden op het gebied van risico’s bij paalfunderingen.
Sonderingen
Bij verbouwingen krijgt men ten behoeve van de funderingsberekening vaak een nabijgelegen sondering, waarbij nabijgelegen soms zeer ruim opgevat kan worden. Het komt voor dat er – in het kader van kostenbesparing – klakkeloos een sondering op 150 m afstand wordt gebruikt uit bijvoorbeeld het Dinoloket. Liever bezuinigen op sonderingen en fundering, want dat verdwijnt toch maar onder de grond, zo lijkt de redenering. De gemeente is hier alert op en heeft zelf vaak een sonderingenarchief en kennis van de lokale omstandigheden. Ingenieursbureaus: denk om jullie kwaliteitsborging en overleg met Bouw- en woningtoezicht.
Cementgehalte
Met betrekking tot palen is er (ook) vaak discussie. Voor avegaarpalen heeft het COBc de ’Notitie in de grond gevormde palen met grondverwijdering’ opgesteld. Het doel van de notitie was te komen tot een document waarin diverse actuele regelgeving is verzameld. Er waren veel verschillen in Nederland; de ene leverancier is de andere niet en dit geldt ook voor de gemeentelijke bouwtoezichten. Dit leidde bijvoorbeeld ook tot prijsopgaven voor funderingswerk die sterk uiteenliepen. De voornorm NVN 6724 (Voorschriften Beton - In de grond gevormde funderingselementen van beton of mortel) was hier voor een deel debet aan. Over de wapeningskorven, de centrale wapeningsstaaf en het wapeningspercentage was er vaak (on)nodige discussie, te meer omdat NVN 6724 al lang is ingetrokken.
Maar het hete hangijzer was het cementgehalte van het beton. Ook de NVAF (Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken) zag dit in en heeft de richtlijn ’Toepassing van beton bij in de grond gevormde funderingspalen en wanden’ gepubliceerd. Het COBc en de NVAF zitten nu weer op één lijn. Wat nog rest is dat NEN-EN 206 zodanig wordt aangepast dat over het cementgehalte geen onduidelijkheid meer kan ontstaan.
Nieuwe paaltypen
Tsja, dan heb je het als constructeur over avegaarpalen en dan wordt door de aannemer gedacht dat dit boorpalen zijn waarbij je een gat in de grond boort en waar je vervolgens van bovenaf beton in gooit. Dit komt gewoon voor! Maar dit type paal is niet hetzelfde als de geboorde paal uit tabel 7c van NEN 9997 (waarbij sprake is van steunvloeistof), zo beargumenteert men dan weer. Ook zogenaamd innovatieve palen met een schroefdraad (een soort vergrote houtschroef) komen in deze tabel niet voor. Toch willen bouwers deze graag toepassen en probeert men de gemeente te bewerken met huilverhalen dat innovaties worden tegengehouden. Als gemeente kun je niet anders dan verwijzen naar paalbelastingproeven conform NPR 7201. Leveranciers: wil je een nieuw paaltype in de markt zetten, voer dan paalproeven uit en kom met een degelijk onderbouwd paalsysteem.
Ook al is er geen groot budget voor bouwwerken uit gevolgklasse 1, toch wil ik hier pleiten voor meer aandacht voor de (paal)funderingen. Hierboven zijn slechts drie voorbeelden aangehaald waarbij de gemeenten hun best doen en staan voor een goede paalfundering. Ik hoop dat alle bouwpartners en straks ook de kwaliteitsborgers hun betrokkenheid zullen tonen. Hierbij doel ik ook op de daadwerkelijke inhoudelijke controle van de fundering. Deze mag niet af worden gedaan met een lage risicobeoordeling vanwege gevolgklasse 1 en er mag niet (teveel) worden vertrouwd op interne controles van het ingenieursbureau en/of de paalleverancier. Vertrouwen is goed, controle is beter.
Verwijzend naar de Cement-blog van Dick Bezemer ‘Wkb en innovaties’, wil ik tot slot de lezers erop wijzen dat nieuwe ‘niet in tabel 7.c’ vermelde paalsystemen onder gelijkwaardigheid vallen. Daardoor zal een bouwmelding voor gevolgklasse 1 niet onder de Wkb vallen. Er moet in dat geval een omgevingsvergunning worden aangevraagd (dus zonder kwaliteitsborger). De gemeente toetst dan de aanvraag en beslist of akkoord kan worden gegaan met het gekozen paalsysteem als gelijkwaardige toepassing.
Reacties
Arjan de Gier - Overheid 15 december 2022 14:02
Goed idee dat privatiseren, wordt er vast kwalitatief allemaal beter op.