Log in
inloggen bij Cement
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Alle kennis / Blogs

De Poolse betonijzervlechter

Er werken nogal wat buitenlanders in de Nederlandse bouw. Dat schijnt nodig te zijn omdat het onze grote Nederlandse aannemersbedrijven niet lukt om een goede prijs voor hun werk te krijgen. Ze betalen daarom hun werknemers zo weinig mogelijk om zo laag mogelijk te kunnen inschrijven bij een aanbesteding. Kromme redenering? Inderdaad, gaat u daar vanavond maar eens over nadenken als u de slaap niet goed kunt vatten. Indien u een oplossing vindt voor dit complexe probleem, vertel het de directie van de grote aannemers; zij kennen die oplossing ook nog niet.

Terug naar de buitenlanders in de Nederlandse bouw. Ik verbaasde mij erover dat de prachtige, door UNStudio ontworpen stationshal van Arnhem de Betonprijs 2015 gewonnen had. Die is toch bedacht in beton maar uiteindelijk van staal gemaakt? Toen ik naar het waarom vroeg, hoorde ik dat er nog best wel veel beton in de rest van het gebouw zit. Toch niet geheel gerustgesteld door dit duidelijke antwoord, ging ik op een (fictieve!) zoektocht naar de reden van deze materiaalwissel. Een uitgebreide speurtocht leidde mij naar een loods in de buurt van Venlo waar veel Poolse seizoenwerkers in de aspergeteelt een karig bed zonder breakfast vinden. Daar zou ik de heer Pawel Kowalski treffen, die als zeer ervaren betonijzervlechter meer van het Stationsgebouw in Arnhem zou weten. Ik trof Pawel aan op een onopgemaakt bed, waar hij met een aantal Polen een karige maaltijd nuttigde. Nadat ik de reden van mijn bezoek (in het Duits) had toegelicht, vroeg hij mij of ik geen  durny urz?das was; een stomme ambtenaar, verduidelijkte iemand. Gehaast ontkende ik dit; het ging mij om de vraag waarom een ontworpen betonconstructie in een staalconstructie was veranderd. Met een diepe zucht liet Pawel zich achterover zakken op zijn bed. ?Die kutafony (kloojoo's) van de aannemer begrijpen niets van goed vlechtwerk. Ze denken dat hun standaard vergoedingen voor vlechtwerk met ? vooruit, het is dit keer wel erg complex ? een kleine toeslag, voldoende zou moeten zijn.? Op de betonvlechtmarkt konden ze natuurlijk niemand vinden die het voor dit bedrag wilde doen, maar via, via kwamen ze bij Pawel terecht ? hij had gewerkt aan een gelijkwaardige constructie voor een gebouw in Graz, ook door UNStudio ontworpen. Door een in het beton gestorte staalconstructie was het daar gelukt de wonderlijk gekromde vormen van Ben van Berkel toch in beton uit te voeren. Na eindeloze debatten deden de Nederlanders, met de hand aan de deur, een uiterst aanbod van 50% van de prijs die Pawel vroeg; anders zouden ze weglopen. Pawel heeft ze eruit geschopt. ?Herr Nijsse?, zei hij: ?hoe kunnen die niewini?tka (onnozele kinderen) nu denken dat takie cude?ko (iets van grote schoonheid) voor bezcen (fooi) kan worden gemaakt? Er is een oude szczwany lis (slimme vos) als ik voor nodig om dit te bouwen, zonder dat de architect het zichtbeton afkeurt. Uiteindelijk zijn ze, met de staart tussen de benen, terug gekomen en hebben ze alsnog 85% geboden. Daarmee ben ik akkoord gegaan. Enfin, in hun aanbieding hebben ze dat bedrag met twee vermenigvuldigd (vanwege een 'risico analyse' door hun szef (topman), zeiden zij mij; natuurlijk kreeg ik het bedrag maar één keer). Bleek hun aanbieding toch een aantal keren hoger dan de raming van de Nederlandse directie. Logisch; als je dezelfde, Nederlands opgevoede, niewini?tka (onnozele kinderen) begrotingsramers een prijs laat vaststellen.? Na een aantal jaren geruzie koos men uiteindelijk voor de aanbieding van een net iets slimmere stalen scheepsbouwer die binnen de bijgestelde, maar eigenlijk nog steeds te lage, budgetten paste.

Nu is het gebouw klaar en wordt door de Arnhemse bevolking omarmd: immers zei de Engelse dichter Keats niet ?A thing of beauty is a joy forever?? Jammer alleen dat begroters in hun ramingen niet een schoonheidstoeslag kunnen opnemen, dat zou heel wat gezeur voorkomen.

Na de Betonprijs in 2015 is er dit jaar 2016 weer de Staalprijs. Pawel Kowalski wedt met iedereen die dat wil om een goede fles ?ubrówka (Poolse wodka) dat de Stationshal Arnhem ook de Staalprijs 2016 krijgt. Ik blijf het een beetje vreemd vinden dat een mislukt gebouw in beton de Staalprijs (of moet ik zeggen een mislukt gebouw in staal de Betonprijs?) krijgt, maar er zijn ongetwijfeld talloze nuchtere Nederlanders; niewini?tka (zoek nu zelf maar op), die mij ragfijn kunnen uitleggen waarom dit zo is.

NB. Met dank aan mijn Poolse student Pawel Baran (sorry voor het lenen van je voornaam), die de cruciale Poolse termen heeft aangeleverd.

prof.ir. Rob Nijsse

Senior adviseur ABT bv / hoogleraar Structural Design Fac. Bouwkunde en Fac. Civiele Techniek TU Delft

Lees ook eerder verschenen columns van Rob Nijsse.

Reacties

John Cas 30 mei 2019 22:40

heel aardig geschreven. In dit stuk laat u zien wat de werkelijke instelling is van vele aannemers en opdrachtgevers. De prijs is véél belangrijker dan de kwaliteit,en ook zeker belangrijker dan de omstandigheden voor de arbeiders(zowel migranten als autochtonen). Natuurlijk kunnen de aannemers niet meer aan goede vaklui komen in Nederland. Welke oetlul gaat voor een paar dooie tientjes per maand zich helemaal afpezen in de bouw,als hij voor iets minder relaxed,verwarmd en vlakbij huis werkt. Ik heb bijna 20 jaar als ijzervlechter gewerkt,en weet hoe het is. Ik weet dat mijn eigen werkgever destijds Turkse uitzendkrachten uit den Haag inhuurde voor 17 euro per uur. Poolse werknemers kregen 12 euro per uur. Ik heb van horen zeggen dat sommige Roemeense en Moldavische jongens voor 7,50 bruto stonden,als zzp'er. Je gaat mij niet vertellen dat dit vaklui zijn. De voornoemde Turken waren gewoon sjouwers en binders,en konden niks zelfstandig. En ook de Poolse,Bulgaarse,Hongaarse en Roemeens vaklui(die er echt wel zijn),komen niet voor dit soort prijzen. Voor dat geld krijg je het gewone straattuig,die in hun thuisland kansloos zijn. Ik heb als geschoolde vlechter gemerkt dat velen denken dat betonijzervlechters allemaal gajes is(en ja,er zit inderdaad wat spek tussen). Maar velen staan ook voor hun vak,en voelen zich verantwoordelijk voor wat ze maken. Een veelgehoord argument was altijd "van jouw werk zie nooit meer iets,zodra het klaar is". en dat klopt. mijn antwoord was altijd: "áls je mijn werk naderhand ooit nog eens ziet,dan is het écht mis. dan mag je zo mooi timmeren,stucadoren,schilderen als je wil,maar de boel gaat toch plat". De vlechter zorgt ervoor dat al hetgene dat volgt kan blijven staan. John Cas

Renda ©2024. All rights reserved.