Op 21 juli volgt het onderzoeksverslag van de instorting van het pand van Pearle op de Markt in Den Bosch. Onderzoeksbureau BouwQ trekt de conclusie dat het pand ingestort is doordat een dragende constructie onder een gewelf in de kelder bezweken is. BouwQ vult aan dat aangenomen kan worden dat er sprake is van een incident. VNconstructeurs denkt hier anders over. In een persbericht geeft VNconstructeurs aan dat in elke stad wel een pand staat dat zomaar kan instorten.

Ook in Groningen is geen sprake van een zomerreces. De aarde beeft in de zomermaanden gewoon door. Bevingen tot een magnitude van 2.0 Richter zijn niet ongewoon. Gelukkig dat daar geen panden staan zoals in Den Bosch. Een beving van 2.0 had genadeloos het zwakke deel blootgelegd. Of vergis ik me hier?

Op 9 augustus lekt voortijdig een rapport uit over het pilotproject 'extern bouwtoezicht'. Met de ronkende titel  'Instortingsgevaar tijdens oefening nieuwe Bouwwet' concludeert de gemeente Den Haag dat de wet Kwaliteitsborging Bouw meer incidenten zal opleveren en dat bouwers grote steken laten vallen. Met zulke conclusies krijg je Bouwend Nederland snel in de gordijnen. Naast bouwers hebben ook constructeurs steken laten vallen. Werk aan de winkel dus.

Op 2 september stapt de vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland uit het bouwoverlegorgaan dat de wetswijziging private kwaliteitsborging voorbereidt. De vereniging wil hiermee het signaal afgeven dat de minister met de wet de verkeerde kant opgaat. Maar dien je met weglopen de discussie aangaande de bouwveiligheid?

Dan kom ik toch weer terug bij de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Deze beveelt aan om bij bouwprojecten een centrale partij aan te wijzen die de verantwoordelijkheid draagt voor risicobeheersing, waaronder omgevingsveiligheid. Klare taal, gericht op een oplossing; privaat of publiek dat maakt niet uit!

Om met Gert-Jan Dröge te eindigen: " Gaat het weer een beetje, meneer Rijpstra? Het was me de zomervakantie wel!"