De constructie bestaat in basis uit in het werk gestorte betonnen vloeren die, zonder balken, dragen op kolommen en wanden. De grotendeels gesloten buitenwanden vormen de stabiliteitselementen in de langsrichting. De standaard rechthoekige kolommen zijn met een dikte van slechts 250 mm optimaal tussen de fietsparkeerplaatsen gepositioneerd, waardoor er zo veel mogelijk plaatsen beschikbaar zijn. De doorgaande fietspaden en de entrees zijn volledig kolomvrij doordat hier lokaal grotere vloeroverspanningen en uitkragingen zijn toegepast.

Waar het constructief mogelijk was, zijn prefab kolommen en breedplaatvloeren toegepast. Belangrijkste reden hiervoor was het verkorten van de bouwtijd. Door te kiezen voor breedplaatvloeren zijn de momentvaste aansluitingen goed realiseerbaar.

Door af te wijken van de standaard breedplaatafmetingen, is het gelukt de naden zo onopvallend mogelijk te positioneren. De meeste naden vallen zelfs volledig weg in de lichtlijnen (armaturen) die verdiept in het plafond zijn verwerkt. Mede door hun functie worden de wanden in het stabiliteitssysteem wel in het werk gestort.

Al het beton in de stalling is zichtwerk en is grotendeels uitgevoerd in ‘wit’ beton. In de trappenhuizen is ‘zwart’ beton toegepast, waarvoor het gebruik van zwart breekzand en een zwarte metaaloxidetoeslag was voorgeschreven. De onderzijde van de verdiepingsvloeren is in diverse gebieden voorzien van een houtnerfpatroon.