Log in
inloggen bij Cement
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Alle kennis / Blogs

Kennis en kunde, deel 3

Het nieuwe jaar is van start gegaan. De goede voornemens zijn uitgewisseld. Tijd voor bezinning. Wat is er op uw vakgebied de afgelopen vakantieperiode gebeurd? Wat gebeurt er in Europa? Wat gebeurt er in de politiek? Dat zijn vragen die de constructeur zichzelf niet vaak stelt, zo betoogde ik een jaar geleden. Is de houding van u als constructeur in het afgelopen jaar veranderd? In mijn werk is daar nog weinig van te bespeuren geweest. Een blik in enkele zaken die in mijn werk de laatste weken passeren en ook voor u van belang zijn.

Lees ook de eerder verschenen blogs 'Kennis en kunde' en 'Kennis en kunde, deel 2'  van Nico Scholten.

Drijvende bouwwerken

Wat stond er in Staatsblad 2017/494 van 20 december 2017 en Staatscourant 2017/7347 van 21 december 2017? Sinds 16 april 2014 zijn, op grond van een uitspraak van de ABRvS, woonboten ook bouwwerken in de zin van de Woningwet. Dit leidde ertoe dat formeel vanaf dat moment sprake was van een gedoogsituatie omdat het Bouwbesluit 2012 niet is toegesneden op drijvende bouwwerken. Om deze gedoogperiode te beëindigen is de Wet verduidelijking voorschriften woonboten (Kamerstukken II 2015/16, 34 434, nr. 2) aangenomen door het parlement. In deze wet wordt met specifiek overgangsrecht geregeld dat de technische voorschriften van het Bouwbesluit 2012 niet van toepassing zijn voor – op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet – bestaande woonboten of bestaande andere drijvende objecten, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor verblijf van personen. Voor dergelijke bouwwerken gaat de zorgplicht van artikel 1a Woningwet als vangnet met betrekking tot veiligheid en gezondheid gelden.

Kijkt u eens naar de foto. Dit soort voorvallen – deze boot zonk tijdens de viering van afgelopen oud en nieuw aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam, bij mij thuis om de hoek – mogen dus na 01.01.2018 niet meer voorkomen. Een voorbeeld waarbij de zorgplicht kennelijk niet is nageleefd.

De wijziging van het Bouwbesluit 2012 per 01.01.2018 bevat de voorschriften die voor nieuwe drijvende bouwwerken gelden. Of de constructieve voorschriften daarvan, die buiten NEN om tot stand zijn gekomen, in lijn zijn met NEN-EN 1990 valt te bezien. Het kan namelijk zo maar zijn dat de constructieve voorschriften voor bestaande drijvende bouw­werken (gewoon toepassen van NEN 8700, daags na ingebruikname is sprake van bestaande bouw) strenger zijn, dan die voor nieuwbouw.

Nationale bijlage Eurocode 2

NEN-EN 1992-1-1+C2:2011/NB:2016 was al per 01.11.2016 gepubliceerd. Per 1 januari 2018 is deze nationale bijlage deel gaan uitmaken van het Bouwbesluit 2012. Dat geldt voor meer nationale bijlagen die bij de Eurocodedelen zijn gepubliceerd. U leest dat in voornoemde Staatscourant.

Paalpuntfactoren

Die Staatscourant bevat ook een verduidelijking over de paalpuntfactoren die in de nationale bijlage bij NEN-EN 1997 en in NEN 9997 zijn aangescherpt en die al sinds 01.01.2017 op grond van het Bouwbesluit 2012 moeten worden toegepast.

Ontwikkeling Eurocodes

Wat gebeurt er op de achtergrond met de Eurocodes (project Eurocode 2020)? Vorig jaar berichtte ik welke projecten er op gang zijn gebracht. De eerste resultaten zijn nu kenbaar gemaakt en daar moeten we een nationale reactie op geven en kenbaar maken aan de Europese normalisatie commissies van CEN.
Namens Nederland is NEN lid van CEN met vol stemrecht, maar het afvaardigen van Nederlandse expertise, inbreng en belangen is door gebrek aan tijd en middelen eigenlijk te beperkt.
Heeft mijn oproep van vorig jaar u als constructeur wakker geschud door u aan te melden dat u wilt meepraten of meedenken in enige vorm? In de NEN-commissies hebben we daar niet veel van gemerkt. Bij sommige brancheorganisaties lijkt het licht langzaam te gaan branden, maar het is de vraag of dat voor ons als beroepsgroep in zijn geheel wel snel genoeg gaat. Als we niet oppassen, kunnen we Nederland op niet te lange termijn voegen bij de kleintjes in de EU die de Eurocodes klakkeloos overnemen en niet in staat zijn deze effectief te beïnvloeden of op de juiste wijze te begrijpen. Kennis en middelen ontbreken om er adequaat verdere aandacht aan te besteden. Welke gevolgen heeft dat voor de Nederlandse bouw en voor Nederland als kennisland?

Als we niet oppassen, kunnen we Nederland voegen bij de kleintjes in de EU die de Eurocodes klakkeloos overnemen

Daarom nogmaals de oproep die ik een jaar geleden al deed (ik citeer): “Het is nodig om alert te zijn op de economische en maatschappelijke gevolgen van dit project. Nagedacht zal moeten worden hoe de enorme hoeveelheid informatie die uit dit werk op ons afkomt (en onder andere tot doel heeft het gebruiksgemak voor de eindgebruiker te verbeteren en het aantal NDP’s te reduceren) goed en tijdig voor de Nederlandse situatie kan worden beoordeeld. Uiteindelijk moet voor de Nederlandse eindgebruiker en belanghebbende deze herziene normenserie over enkele jaren al bruikbaar zijn in de praktijk. Om dit beoordelen goed te doen is veel tijd en geld nodig. Als we er echter geen tijd in steken hebben we de uitkomsten en de gevolgen met zijn allen te accepteren.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

En dan de ‘Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’ en uw aansprakelijkheid voor uw dagelijkse adviezen. De wet heeft de eindstreep nog niet bereikt en is door de Eerste Kamer aangehouden. Dat betekent echter niet dat sprake is van afstel. De affaire breedplaatvloeren is een duidelijke illustratie dat met de kwaliteitsborging in de bouw veel mis is in Nederland. Dit voorbeeld is slechts een topje van de ijsberg van het gebrek aan voldoende kwaliteitszorg in de bouw. Linksom of rechtsom moet er een fundamentele mentaliteitsverandering plaatsvinden. Basisvereiste is dat we bouwbreed allemaal vakkennis hebben en die ook toepassen. Dit om 100% conformiteit met het overeengekomen contract te realiseren, met als ondergrens de publiekrechtelijke voorschriften. Door dit waar te maken kan worden bereikt dat de consument, maar ook de betrokken organisaties, standaard 10-15 % faalkosten voor alle gemaakte fouten tijdens het bouwproces worden bespaard.

Kwaliteitsborging is primair een taak voor de bij het bouwen betrokken partijen en niet die van het bevoegd gezag. Merkwaardig genoeg zien we nog niet dat die handschoen wordt opgepakt. Het is typerend voor de bouw dat die niet zelfregulerend is, maar wacht op regels en sancties van de overheid. Het geheugen is kort en reputatieschade lijkt overkomelijk. De consument verwacht van u als professional dat toch u de regelgeving van uw vakgebied beheerst en uw kwaliteitsborging adequaat verzorgt.

Uw verantwoordelijkheid gaat verder dan alleen maar berekeningen maken

Uw verantwoordelijkheid gaat verder dan alleen maar achter de computer berekeningen maken. Als de bouw haar zaakjes op orde had, dan had u geweten hoe kritisch het aanhechtvlak tussen prefabbeton en in het werk aangebracht constructieve druklaag is en had u de voorwaarden gekend en in praktijk gebracht. Dat geldt zeker ook voor de constructeur. Die had de voorwaarden in NEN-EN 1991-1-1 moeten lezen en had de betrokken partijen daarop kunnen c.q. moeten attenderen. Er is dus winst te behalen als u uw wetten, regelingen en normen kent en onderbrengt in uw kwaliteitsborging. Zien we u pas in de collegebankjes, studiegroepen en normalisatiegremia wanneer het geen vrijheid blijheid meer is, maar omdat van u – gedwongen door aanvullende wetgeving – wordt verwacht dat u de regelgeving tot in de puntjes kent?
 

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.