Voor de realisatie van een langzaamverkeerpassage onder het Centraal Station van Amsterdam wordt gebruikgemaakt van 20 spoor- en perronplaten. De prefab elementen zijn voorzien van ingestorte spoorgoten, die aan minimale toleranties moeten voldoen. Na het speciaal transport worden de zware platen – variërend van 37 tot 120 ton – met behulp van een 200 tons hydraulisch hefsysteem gemonteerd. Om het treinverkeer niet te hinderen vinden het railtransport en de montage in de weekeinden plaats.
De nieuwe tunnel zal Amsterdam Noord met de binnenstad verbinden en zal tegelijk de verkeersveiligheid voor voetgangers en fietsers verbeteren. Dagelijks zullen naar verwachting 15.000 fietsers de 110 m lange tunnel (bxh = 10x3 m) gebruiken. Najaar 2012 moet de passage gereed zijn.
Haitsma Beton B.V. produceert de platen in opdracht van MNO Vervat B.V., dat de ruw-, spoor- en afbouw verzorgt. Het betreft hier negen perronplaten (gemiddeld 11,6 m lang, in breedte variërend van 2,85 tot 4 m, en in gewicht van 37 tot 50 ton) en acht spoorplaten van 11,6 m lengte, die verschillen in breedte (3,70 tot 5,21 m) en gewicht (92 tot 120 ton). “De engineering en productie lopen vrijwel gelijk op doordat de buitendienststellingen vooraf vaststonden”, volgens projectleider Jasper Doornbos. “Er is veel geld gemoeid met zo’n buitendienststelling en eventuele stagnatie, dus dat drukt extra zwaar op de planning.” Volgens hem grenzen de zwaarste elementen aan de maximum aslasten voor wegtransport. Daarom zal de producent een enkele plaat waarschijnlijk over water aanvoeren naar het rangeerterrein van de Amsterdamse Westhaven.
“Deze platen kun je met normaal spoorgebonden materieel niet monteren. Daarom maken wij gebruik van een speciaal hefsysteem”, legt bouwcoördinator Evert van der Zee uit. “De opbouw daarvan in het Centraal Station is telkens weer een enorme uitdaging, want de planning is erg kritisch.” Volgens planning worden de laatste twee platen dit jaar in week 35 geleverd en gemonteerd.
Reacties