Voor het overgrote deel van de bouwopgaven zie ik dit namelijk wel als de essentie van het vak. De constructief ontwerper moet zorgen voor een goed integraal ontwerp én een eenvoudige, heldere draagconstructie. Wanneer de constructeur in het ontwerpteam niet meegaat in ingewikkelde concepten lijkt het misschien alsof hij lui is, zijn eigen belang boven die van het project stelt. In dit geval is echter een luie constructeur ook een goede constructeur. Een simpele constructie is namelijk goed bouwbaar, heeft lage engineeringskosten en kent de minste risico's.

Soms is een project zo uitdagend dat de constructeur wordt gedwongen zijn vakmanschap te bewijzen. Hiervoor hebben we zo lang doorgeleerd. De deskundige constructeur analyseert de complexe constructie grondig en maakt hiermee het platgetreden pad wat breder.

Er is veel kennis en ervaring nodig om goed te kunnen beoordelen of een constructie nog net op het pad zit of toch daar buiten. Dit gaat wel eens mis. Bij de uitwerking blijkt de constructie toch complex te zijn. Het was niet de bedoeling, maar de grenzen worden verlegd door een optimistische constructeur.

Een enkele keer heeft een constructeur een echt vernieuwend idee dat ook bij andere projecten kan worden toegepast. De innovatieve constructeur helpt de bouw hiermee een stapje verder.

En dan hebben we nog constructeurs die al sinds hun studie er van dromen om ooit een schaalconstructie te ontwerpen of een glazen kolom. Bij ieder project kijken ze of ze dit idee er in kunnen fietsen. Niet chique, maar ook de ijdele constructeur draagt bij aan de ontwikkeling van het vak.

De luie constructeur, deskundige constructeur, optimistische constructeur, innovatieve constructeur en de ijdele constructeur. Niet alle kwalificaties zijn even fraai, maar ik ben bang dat ze wel allemaal een beetje op mij slaan. Misschien ben ik dan wel de complexe constructeur.

Manager Structural Design, Royal HaskoningDHV

Lees ook eerdere blogs van Erik Middelkoop.