Ik verbleef in een klein appartement net buiten het centrum met een ontbijtzaal die zich, zoals gebruikelijk, op de bovenste verdieping bevond. Het complex lag in een gebied waar hoge en wellicht wat monotone woonflats staan. Het is de enige mogelijkheid in Singapore voor privaat woningbezit. Van buiten alleen te onderscheiden door het nummer op de gevel, maar omgeven door veel groen. Elke ochtend keek ik op het terras even om mij heen en begroete de mevrouw die het ontbijt al vroeg had voorbereid. Ver van huis hecht je kennelijk aan vaste waarden, want het gesprek verliep steevast volgens dezelfde route. Eerste een goedemorgen en dan mijn constatering dat het weer 30 graden was. De mevrouw antwoorde daar elke keer weer zeer gevat op met de woorden : 'No sir, sometimes 34!'. Ik nam de fikse regenbui ergens op het einde van de middag daarbij maar voor lief.
De weg naar de universiteit of het kantoor, waar ik afwisselend moest zijn, verliep via meestal via de metro. Een fijne wandeling door een van de oudste wijken, nog vol van een overwegend Chinese traditie. Ik deed rustig aan om te voorkomen dat ik niet helemaal nat aankwam op de plaats van bestemming, ook al regende het 's ochtends niet. Een paar keer per week was dat echter geen goede optie. Om als buitenlander een beetje netjes aan te komen voor een volle collegezaal nam ik dan een taxi naar de Nanyang Technological University (NTU). Elke taxichauffeur weet de weg blindelings te vinden. De wegen op de campus zelf zijn echter een heel ander verhaal. Eigenlijk is er alleen een rondweg met afslagen naar op elkaar lijkende gebouwen, alleen weer voorzien van een nummer.
Ik wist mijn afslag gemakkelijk te vinden omdat er op de hoek een gebouw staat dat sterk afwijkt van alle andere gebouwen. Inderdaad, het bewuste gebouw uit de inleiding. Aangekomen bij die afslag vervolgende ik mijn ochtendritueel en vroeg de taxichauffeur wat hij van het gebouw vond. De antwoorden liepen uiteen van 'lelijk' en 'anders' - al snel leerde ik dat dit hetzelfde was - tot een enkele keer 'mooi'. Een keer kreeg ik als antwoord dat het op 'Dim Sum baskets' leek. Geen idee wat dat was, maar nadat ik het had opgezocht begreep ik het wel. De keer daarop ben ik daar uitgestapt. Ik heb het gebouw van buiten en van binnen bekeken. Wat ik te zien kreeg tart elke verbeelding. Beton kan zo mooi zijn als er vorm wordt gegeven aan het materiaal. Niet alleen de hoofdvorm, maar werkelijk elk detail heeft aandacht gekregen. Zoek het even op met de termen NTU Dim Sum en geniet mee. Vergeet daarbij niet om ook even naar de binnenkant te kijken.
Hoofd Gebouwen Witteveen+Bos & hoogleraar fac. Bouwkunde TU/e
Lees ook eerdere blogs van Theo Salet.
Reacties