Aan de IJzijde bij Amsterdam Centraal is gestart met de bouw van de IJboulevard, met daarin geïntegreerd een nieuwe ondergrondse fietsenstalling. In het ontwerp waren duurzaamheid, en meer concreet de MKI, een expliciet criterium, wat heeft geleid tot een aantal keuzes in het constructief ontwerp.
Duurzaamheid leidend bij
IJboulevard
Ondergrondse fietsenstalling en wandelgebied achter
Amsterdam Centraal
1 Impressie IJboulevard met ondergelegen fietsenstalling: (A) Michiel de Ruijtertunnel; (B) fietsenstalling;
(C) boulevard/wandelgebied; (D) busplatform; (E) kapspanten; (F) aanvaarbescherming; (G) Noord/Zuidlijn
1
44? CEMENT 3 2021
Het gebied rondom het Centraal
Station van Amsterdam, het sta -
tionsgebied, moet een groot aan -
tal functies herbergen.
De komst
van de Noord/Zuidlijn gaf de definitieve
doorslag om dit stationsgebied grootscheeps
te verbouwen. In 2005 heeft de gemeente de
ontwikkelopgave vastgesteld, die gefaseerd
in meerdere deelprojecten verder wordt
uitgewerkt. Een daarvan is het deelproject
IJboulevard, een samenvoeging van diverse
ontwikkelingen aan de IJzijde van het station.
Fietsenstalling
De IJboulevard wordt een 6000 m² groot
wandelgebied aan de IJzijde van het Centraal
Station. Onder dit gebied komt een fietsen -
stalling met een capaciteit van circa 4000
stallingsplaatsen (fig. 1). De nieuwe stalling
vervangt het fietsplatform aan de westkant
en de fietsenstalling op de voormalige fiets-
pont direct achter het station (foto 2). Door
de fietsen onder water te plaatsen, wordt het
vrije zicht over het IJ behouden. Het project
omvat ook de realisatie van een aanvaarbe-
scherming. Ter plaatse van deze aanvaarbe-
scherming gaat de boulevard over in een
houten steiger. Aan de oost- en westzijde van de fiet-
senstalling liggen respectievelijk Waterplein
Oost en Pier 10, die in de boulevard worden
geïntegreerd. Nog verder ten westen ligt
Steiger 14, die als onderdeel van het project
wordt aangepast (fig. 3).
Ontwerp: robuust en
sprankelend
Het ontwerp voor de fietsenstalling bouwt
voort op de traditie om van functionele infra -
structuuropgaven verleidelijke ruimtes te
maken die bijdragen aan de stedelijke cul -
tuur. De bewegingen van fietsers en voetgan -
gers bepalen de vorm van het gebouw. Fiet-
sers worden vanaf de inrit op de boulevard
in een vloeiende beweging naar beneden
geleid. De IJboulevard krijgt een eigen her-
kenbaar karakter door het specifiek voor
déze stalling op déze locatie ontworpen
hoogwaardige interieur (fig. 5). Het ontwerp
is opgebouwd uit vloeiende lijnen en ronde
vormen met een duidelijke functie om de
overzichtelijkheid en oriëntatie te vergoten.
Er is ook aansluiting gezocht bij de bestaan -
de omgeving, zoals de ronde glaspuien van
de IJhal en de busplatformcockpits. De stal -
ling oogt robuust, sprankelend en modern,
maar is ook duurzaam, toekomstbestendig
en eenvoudig te onderhouden.
Functies en omvang? De fietsenstalling heeft
een lange en slanke vorm. In het midden is
de stalling op zijn smalst; slechts 17 m. Rich -
ting de uiteindes loopt hij uit tot 24 m breed
(fig. 4). Deze gewaaierde vorm sluit mooi aan
op de vorm van het IJ en de vaarroute van
de schepen, maar brengt tegelijkertijd een
uitdaging mee voor een efficiënte indeling
van de stalling. Door de langgerekte vorm
ING. COR VAN VLIET
ProjectdirecteurVan Hattum en Blankevoort
IR. DANNY
ESSELMAN
Architect / Partner VenhoevenCS
IR. ERIC PINAS
Technisch manager
Gemeente Amsterdam auteurs
Aan de IJzijde bij Amsterdam Centraal is gestart met de bouw van de IJ boulevard, met
daarin geïntegreerd een nieuwe ondergrondse fietsenstalling. In het ontwerp waren
duurzaamheid, en meer concreet de MKI, een expliciet criterium, wat heeft geleid tot
een aantal keuzes in het constructief ontwerp.
CEMENT 3 2021 ?45
zijn maar liefst vier entrees noodzakelijk en
daarbij ook twee beheerdersruimtes. De po-
sities van de 4000 fietsparkeerplaatsen zijn
bepaald aan de hand van efficiënte looplijnen
vanuit de entreezones en goed overzicht
vanuit de beheerdersruimtes.
Aanvaarbescherming
In het voorgaande deelproject IJSEI (2005-
2012) zijn voorzieningen getroffen om de
Noord/Zuidlijn, de kapspanten van het bus-
platform en de achterliggende Michiel de
Ruijtertunnel te beschermen tegen een cala -
miteitaanvaring vanaf het IJ. In de periode
2013-2015 zijn studies uitgevoerd naar de
veiligheid van deze constructies. De kap- spanten van het busplatform, de kistdam
van de Michiel de Ruijtertunnel en de front-
wand van de Noord/Zuidlijn bleken de
risico
volle objecten. Dit heeft ertoe geleid
dat ook de aanvaarbescherming onderdeel
is van het project, die aan de genoemde
objecten bescherming moet bieden. Er zijn
vooruitlopend op de nieuw te bouwen aan -
vaarbescherming tijdelijke beschermings-
maatregelen getroffen.
Ontwerpkeuzes duurzaamheid
De belangrijkste ontwerpkeuze die in de
aanbestedingsfase is gemaakt, is of het refe
-
rentieontwerp verder zou worden uitgewerkt
of dat het ontwerp zou worden aangepast.
2 Fietsplatform (A) en voormalige fietspont (B)
3 Impressie IJboulevard, met Waterplein Oost, Pier 10 en Steiger 14: (A) Waterplein Oost;
(B) boulevard boven fietsenstalling; (C) steiger boven aanvaarbescherming; (D) Pier 10; (E) Steiger 14
De gehele opzet
van het
referentie-
ontwerp is
opnieuw tegen
het licht
gehouden
PROJECTGEGEVENS
Project
IJboulevard
Opdrachtgever
Verkeer Openbare Ruimte, gemeente Amsterdam
Opdrachtnemer Van Hattum en BlankevoortArchitect
VenhoevenCS Engineering
VolkerWessels Infra
Competence Centre Natuurinclusieve maatregelen DS
Landschapsarchitecten Oplevering
eerste helft 2023
2
3
46? CEMENT 3 2021
Gekozen is voor het tweede: de gehele opzet
van het ontwerp is opnieuw tegen het licht
gehouden. De visie daarbij was een slim inte -
graal ontwerp en uitvoeringsmethode met
voldoende robuustheid, een hoog veilig
-
heidsniveau én met minimale impact op de
omgeving en het milieu. In zowel het con
-
structieve als architectonische ontwerp wordt
veel aandacht geschonken aan efficiënt en be
-
wust materiaalgebruik. Daarbij zijn de geko -
zen materialen duurzaam en zo veel mogelijk
recyclebaar. Verder gaat er aandacht uit naar
een zo laag mogelijk energieverbruik. Het 'low
tech' installatieconcept vormt ook een inte
-
graal onderdeel van het ontwerp.
De duurzaamheidsmaatregelen zijn
verdeeld in een aantal subcategorieën, te
weten:
Duurzaam ontwerp;
Duurzaam bouwplan;
Hergebruik van de bestaande vrijkomende
materialen op het eigen werk;
Toepassen van secundaire materialen van
buiten de systeemgrenzen;
Transport over water. Het project is aanbesteed op basis van de
Economisch Meest Voordelige Inschrijving
(EMVI). Belangrijk hierbij waren drie duur-
zaamheidsonderdelen. Het eerste onderdeel
betrof het aanbieden van een lagere MKI-
waarde (MilieuKostenIndicator). Het tweede
onderdeel betrof een plan van aanpak duur-
zaamheid, waarin 15 maatregelen moesten
worden beschreven die de grootste impact
hebben op de MKI-reductie. Bij de beoorde-
ling van het plan werd rekening gehouden
met de mate waarin de inschrijver realisti -
sche en haalbare maatregelen heeft benoemd
die bijdragen aan het gekozen ambitieniveau.
Het derde onderdeel was het CO?-ambitie-
niveau. Bij de afweging van verschillende vari -
anten ? naast de uiteindelijke variant onder
meer een volledig drijvende constructie en
een constructie waarin staal en beton waren
gecombineerd ? is de MKI expliciet als crite-
rium meegenomen. Onder meer de volgende
maatregelen zijn genomen:
De drie hoofdconstructies (fietsenstalling,
aanvaarbescherming en Waterplein Oost)
4 Plattegrond van de fietsenstalling en aanpalende aanvaarbescherming
5 Impressie van de fietsenstalling met zicht op de oostelijke hoofdentree, bron: b1 design
5
ONTWERPEISEN EN
UITGANGSPUNTEN
Tijdens de uitvoering van de
projectdoelstellingen beschouwt
de opdrachtgever de volgende
kritische succesfactoren als rand-
voorwaarde voor een succesvolle
en voortvarende uitvoering van
het project:
Het uitvoeren van het werk
zonder schade aan de omgevings-
objecten.
Een aanvaarbescherming die
veiligheid borgt van de achterlig-
gende constructies tijdens
gebruiksfase.
Geen beperkingen aan de func-
tionaliteiten in de omgeving tijdens
de uitvoering van het werk.
Aandacht voor duurzaamheid,
milieu-impact, in zowel de ont -
werpfase ten aanzien van onder
andere toegepaste materialen en
installaties, als in de uitvoerings-
fase ten aanzien van milieuvrien-
delijk bouwen (inzet duurzame
materiaal, bouwlogistiek etc.).
Aan land is beperkte ruimte
aanwezig voor de uitvoerings-
werkzaamheden, vandaar dat de
werkzaamheden vanaf het water
moeten worden uitgevoerd.
4
CEMENT 3 2021 ?47
secundaire r oute
aan vaarbeschermingvakw erklig ger aan vaarbescherming enk ele palenrij
hoo fdr ou te
technische rui mten E&W t
echnische rui mten W
en
tree zone
010F01B5015D019A011E01760175017D011A011E016F0003012E011E019A0190011E0176
010F01B5015D019A011E01760175017D011A011E016F0003012E011E019A0190011E0176
en tree zone
behee rder srui mte W est
beheerder srui mte Oos t
suben
tree subentree
secundai re r oute
worden vrijstaand uitgevoerd (geen geïnte-
greerde constructie).
Er is gekozen voor een vrijstaande aan -
vaarbescherming, wat het mogelijk maakt
de fietsenstalling met een zeer lage funde-
ringsdruk ten opzichte van het referentie-
ontwerp uit te voeren.
De liggers van de aanvaarbescherming
worden doorgekoppeld, zodat portaalwer-
king ontstaat.
Het gewicht van de fietsenstalling wordt
gebalanceerd met de waterdruk om het
gewicht te minimaliseren.
Er worden geen tijdelijke voorzieningen
(onder andere bouwkuipen) toegepast om
de constructies te bouwen.
Bestaande constructies worden maximaal
hergebruikt.
Bestaande fundaties worden hergebruikt,
waarmee nieuwe palen worden uitgespaard.
Constructies worden zoveel mogelijk ge-
prefabriceerd.
Betonconstructies die toch worden gesloopt,
worden gerecycled en als toeslagmateriaal
in nieuw beton toegepast.
Voor het toegepaste betonmortel en staal
zijn projectspecifieke levenscyclusanalyses
(LCA's) opgesteld. Hiermee kan de MKI aan -
zienlijk worden gereduceerd ten opzichte
van de referentiewaarden uit de Nationale
Milieu Database (NMD).
De staalconstructies worden niet gecon -
serveerd door een corrosietoeslag toe te passen. Conservering is bijzonder milieube-
lastend en moet gedurende de levensduur
onderhouden of vervangen worden.
Materialen worden aangevoerd over het
water.
In het ontwerp is geen bouwkuip nodig
waardoor er geen vrijkomende grond is die
afgevoerd moet worden.
Door deze maatregelen worden de milieu-
impact en de omvang van de werkzaamhe-
den op de projectlocatie beperkt en wordt
de beïnvloeding van en de veiligheidsrisico's
voor de omgevingsobjecten beheerst, zoals
de Noord/Zuidlijn en de kistdam met daar-
op de kap van het busplatform. In het project wordt ook rekening ge-
houden met het waardevol ecosysteem van
het IJ. Er worden natuurinclusieve maatre-
gelen getroffen om dit ecosysteem te behou -
den en waar mogelijk te bevorderen (fig. 6).
Dit door het maken van ruimte voor planten
en dieren om zich te vestigen.
Gekozen alternatieven voor de
constructies
De fietsenstalling is opgebouwd uit een be-
tonnen kokerconstructie, gefundeerd op
stalen buispalen. Deze kokerconstructie be-
staat uit drie afzinkelementen, die op een
voorbouwlocatie worden gemaakt. Vanaf
deze locatie worden ze over water naar de
bouwplaats getransporteerd. Op de project-
De fietsen -
stalling is
opgebouwd uit
een betonnen
kokerconstruc -
tie die bestaat
uit drie
afzinkelementen
6 Een greep uit de mogelijke maatregelen die worden getroffen ter bevordering van de ecologische onderwaterwereld van het IJ
6
48? CEMENT 3 2021
eater zui ver aar po
reus be ton:
pla nten en mossels
rivierhout: v
erblijfplaats v oor 016C017D016C017D01900175010201A9011E017603570003plantengroe
pla nt en dier biohut:
gaask orven
cr \350che voor jon ge en 010201020176015A011E0110015A019F01760150000301C001020176
kleine vissen ne
t: houdt afv al teg en en
v er zor gt bio toop voor
kleiner ewater dier en
7 Dwarsdoorsnede
8 Langsdoorsnede t.p.v. Noord/Zuidlijn en aanvaardbescherming met vakwerkligger
locatie noch op de voorbouwlocatie wordt
gebruikgemaakt van een bouwkuip. Het dak van de fietsenstalling is opge-
bouwd uit stalen liggers (HEB800) met een
betonnen druklaag (fig. 7). De aanvaarbe-
scherming bestaat uit massieve betonnen
liggers op stalen buispalen. Deze liggers
worden gerealiseerd met behulp van een
prefab-betonnen bekisting, die op de voor-
bouwlocatie wordt gemaakt en vervolgens ook weer over water wordt getransporteerd
naar de bouwplaats. Boven de Noord/Zuidlijn bestaat de
aanvaarbescherming uit een stalen vak -
werkligger (fig. 8). Het bestaande Waterplein Oost is op-
gebouwd uit een betonnen dek, gefundeerd
op stalen buispalen. De bestaande palen en
de betonconstructie worden hergebruikt in
combinatie met nieuw te realiseren
7
8
CEMENT 3 2021 ?49
onderdelen. Het nieuwe gedeelte van het dek
is opgebouwd uit prefab liggers. Het totale
dek (nieuw en bestaand) is aan elkaar ge-
koppeld met een betonnen druklaag. Het
sloopwerk bij Waterplein Oost wordt hier-
mee tot het strikt noodzakelijke beperkt. De bestaande constructies, grenzend
aan de fietsenstalling en de aanvaarbescher-
ming, met name Pier 10 en Steiger 14, wor-
den aangepast en uitgebreid. De uitbreiding
is opgebouwd uit een betonnen dek gefun -
deerd op stalen buispalen. Ook bij deze twee
constructies is het benodigde sloopwerk
beperkt tot het strikt noodzakelijke.
Tot slot
Na het afronden van het Voorontwerp en het
Definitief Ontwerp is op het moment van
schrijven van dit artikel begonnen met het
Uitvoeringsontwerp. Buiten op de project-
locatie is gestart met conditioneringswerk -
zaamheden, waaronder het sloopwerk van
de bestaande constructie van Waterplein Oost.
Zowel op de logistieke hub aan de noordzijde
van het IJ, als op de voorbouwlocatie wor-
den voorbereidingen getroffen voor de bouw
van de elementen van de fietsenstalling.
Het prefabriceren van de drie betonnen af
-
zinkelementen van de fietsenstalling vindt
gelijktijdig plaats met het installeren van de
paalfundaties op de projectlocatie. In het
derde kwartaal van 2021 is de zogenoemde
float-off-operatie voorzien, waarbij de ele-
menten over het water worden getranspor-
teerd naar de projectlocatie, waar deze wor-
den afgelaten op de funderingspalen. Hier
worden de drie elementen samengevoegd
tot één geheel, waarna de aanvaarbescher-
ming voor de fietsenstalling wordt aange-
bracht. De bouwkundige afwerking en de
inrichting van het maaiveld volgen hierna,
zodat in de eerste helft van 2023 de fietsen -
stalling in gebruik genomen kan worden. Op het project IJboulevard is duur-
zaamheid leidend in zowel de ontwerpfase,
realisatiefase als de exploitatiefase, waarmee
een toekomstbestendige en hoogwaardige
fietsenstalling wordt gerealiseerd. Door het
hergebruik van bestaande constructies,
het minimaliseren van nieuwe materialen,
toepassing van low-tech installaties en het
nemen van natuurinclusieve maatregelen,
wordt de belasting op het milieu en de om -
geving tot een minimum beperkt.
De aanvaar-
bescherming
bestaat uit
betonnen liggers
op stalen
buispalen en
boven de
Noord/Zuidlijn
uit een stalen
vakwerkligger
Aan dit artikel hebben behalve de
genoemde auteurs bijgedragen:
Max Fleer (Architect ? VenhoevenCS),
Roeder Sewgobind (Van Hattum en
Blankevoort), Gert Visser (Van Hattum
en Blankevoort), Ralf van Leeuwen (Van
Hattum en Blankevoort) en Eelco van
der Weij (Van Hattum en Blankevoort)
9
9 Het ontwerp van de fietsenstalling onder de IJboulevard wordt gekenmerkt door vloeiende lijnen en ronde vormen, bron: b1 design 50? CEMENT 3 2021
Aan dit artikel hebben behalve de genoemde auteurs bijgedragen: Max Fleer (Architect – VenhoevenCS), Roeder Sewgobind (Van Hattum en Blankevoort), Gert Visser (Van Hattum en Blankevoort), Ralf van Leeuwen (Van Hattum en Blankevoort) en Eelco van der Weij (Van Hattum en Blankevoort).
Projectgegevens
Project: IJboulevard
Opdrachtgever: Verkeer Openbare Ruimte, gemeente Amsterdam
Opdrachtnemer: Van Hattum en Blankevoort
Architect: VenhoevenCS
Engineering: VolkerWessels Infra Competence Centre
Natuurinclusieve maatregelen: DS Landschapsarchitecten
Oplevering: eerste helft 2023
Meer lezen
Lees ook andere artikelen over de IJboulevard:
Het gebied rondom het Centraal Station van Amsterdam, het stationsgebied, moet een groot aantal functies herbergen. De komst van de Noord/Zuidlijn gaf de definitieve doorslag om dit stationsgebied grootscheeps te verbouwen. In 2005 heeft de gemeente de ontwikkelopgave vastgesteld, die gefaseerd in meerdere deelprojecten verder wordt uitgewerkt. Een daarvan is het deelproject IJboulevard, een samenvoeging van diverse ontwikkelingen aan de IJzijde van het station.
De IJboulevard wordt een 6000 m2 groot wandelgebied aan de IJzijde van het Centraal Station. Onder dit gebied komt een fietsenstalling met een capaciteit van circa 4000 stallingsplaatsen (fig. 2). De nieuwe stalling vervangt het fietsplatform aan de westkant en de fietsenstalling op de voormalige fietspont direct achter het station (foto 1). Door de fietsen onder water te plaatsen, wordt het vrije zicht over het IJ behouden. Het project omvat ook de realisatie van een aanvaarbescherming. Ter plaatse van deze aanvaarbescherming gaat de boulevard over in een houten steiger.
Aan de oost- en westzijde van de fietsenstalling liggen respectievelijk Waterplein Oost en Pier 10, die in de boulevard worden geïntegreerd. Nog verder ten westen ligt Steiger 14, die als onderdeel van het project wordt aangepast (fig. 3).
Reacties
Hil Kuiper - HB Adviesbureau 09 mei 2021 19:59
Een gaaf artikel. Ik ben geïnteresseerd in het duurzame aspect. In hoeverre is de MKI-berekening in te zien door buitenstaanders? Het is interessant om te vernemen hoeveel MKI-reductie is behaald. Ik vermoed dat daar veel van kan worden geleerd.