Dynamische belasting op tribunes (2)
De invloed van scheurvorming op de dynamische belasting van
een bewegende menigte op een betonnen tribune-element
1 De eigenfrequentie van een tribune-element is een essentiële parameter om de dynamische belasting door een bewegende of springende menigte op een tribune-element te bepalen
De eigenfrequentie van een tribune-element is een essentiële parameter om de dynamische
belasting door een bewegende of springende menigte op een tribune-element te bepalen. Hoe bepaal je deze eigenfrequentie voor gewapend betonnen tribune-elementen en welke invloed
heeft scheurvorming hierop? Wat betekent dit voor het dynamische gedrag en de constructieve veiligheid van het tribune-element? Een en ander wordt toegelicht met een praktijkvoorbeeld.
1
52? CEMENT 1 20 23
In deel 1 van het artikel 'Dynami-
sche belasting op tribunes' uit
Cement 2022/2 [1] is een algemene
beschrijving gegeven van dyna-
mische belastingen door bewegen-
de menigtes op tribunes.
In dit
tweede deel wordt deze kennis toegepast in
een praktijkvoorbeeld. Hierbij worden ver-
schillende invloeden toegelicht en aanvullin-
gen gedaan waar nodig. Met name het bepa-
len van de dynamische gescheurde buig-
stijfheid, de eigenfrequentie en de interactie
met de dynamische belasting wordt uitge-
breid behandeld. Daarnaast wordt er een
extra belastingsgeval 'energieke concerten' [3]
aan de beschouwing toegevoegd, aangezien in
stadions ook veelvuldig concerten of dance-
events worden gehouden.
Praktijkvoorbeeld
Het praktijkvoorbeeld dat in dit artikel wordt
behandeld, betreft een tribune-element in
een bestaande constructie. Opgemerkt wordt
dat het om een fictieve situatie gaat, waarbij
wel eigenschappen zijn gehanteerd die in de
praktijk voorkomen. Het betreft een getrapt trede-element
met twee treden en een overspanning van
9,0 m (fig. 2). Het element is oorspronkelijk
berekend voor zitplaatsen volgens TGB 1990.
De veranderlijke belasting is 4 kN/m² en de
partiële belastingsfactoren zijn
?G = 1,2 en
?Q = 1,5. De breedte van het element is 2 × 0,8
= 1,6 m. In tabel 1 zijn de eigenschappen van
het element samengevat. De doorsnede-
eig
enschappen zijn met behulp van M-N -
?-
dia
grammen bepaald. In het voorbeeld worden de volgende
situaties beoordeeld:
1
energiek
concert;
2
s
ynchroon springen, bijvoorbeeld tijdens
voetbalwedstrijden.
De belasting bij een energiek concert is af-
komstig uit [3] en wordt beschreven door scenario 4. Dit scenario betreft een energiek
concert waar door een opgewonden menigte,
veelal staand, wordt gedanst en af en toe
gesprongen.
Dynamische belasting door een
bewegende menigte
De dynamische belasting op tribunes door
bewegende menigtes is in het eerste deel
van dit artikel [1] uitgebreid beschreven.
Deze belasting is opgebouwd uit de volgende
parameters:
aantal personen per m² (n);
gewicht van één persoon (G);
sprongbelasting van één persoon (F p) uit-
gedrukt als verhouding van zijn/haar gewicht
(G). In de literatuur wordt in dit kader ook
wel de impactfactor genoemd (k
p = F p / G).
Deze is afhankelijk van de activiteit (dansen,
springen of aerobics).
dynamische respons van de constructie,
uitgedrukt in de dynamische amplificatie-
factor (DAF ) (soms ook dynamische vergro-
tingsfactor genoemd).
Parameters? Met deze parameters kan de
dynamische belasting van een bewegende
menigte op een tribune-element worden
berekend:
p
s pF p n G DAF n G k DAF G
??
= = ??
??
s 4 2
EI f AL =
22
cr cr
eff\fn cr 1 MM
EI EI EI MM
??
?? ??
= + ??
?? ??
?? ?? ??
??
cr cr D\fn cr 1 MM
EI \b EI \b EI MM
??
?? ??
= + ?? ?? ??
?? ?? ??
(1)
In deze f
ormule is n afhankelijk van het type
tribune, bijvoorbeeld een zit- of staantribune.
In dit voorbeeld wordt hiervoor respectieve-
lijk n = 2,5 p/m² en n = 4,0 p/m² aangehouden.
Als gewicht van een persoon wordt 80 kg
aangehouden, ofwel G = 0,785 kN. De impact-
factor bij een energiek concert is k
p = 1,5 [3],
terwijl deze voor een grote groep synchroon
springende mensen k
p = 2,4 kan zijn [1 en 4].
De impactfactor van springen is dus al 60%
hoger dan bij een energiek concert. Dit is een
behoorlijk verschil. De laatste parameter in
de formule is de DAF . Deze is afhankelijk
IR. MARK
SPANENBURG RO
Adviseur Constructies BAM Advies & Engineering auteur
CEMENT
1 2023 ?53
Fp 800
800
hoofdwapening
C53/65 MEd;y
9,0 m
van de eigenfrequentie van een lege tribune
(f
s). Als deze eigenfrequentie hoog genoeg is,
treedt er geen dynamische respons op. Vol-
gens de literatuur moet de eigenfrequentie
minimaal bedragen:
springende menigte (na de derde piek):
f
s ? 8,4 Hz [ 4]
energiek concert (na de tweede piek):
f
s ? 6 Hz [3 en 4 ]
Een resonantiepiek treedt op bij een veelvoud
van de sprongfrequentie van de menigte (f
p),
waarbij f
p ligt tussen 1,5 en 2,8 Hz voor een
kleine groep met enige coördinatie. Dit geldt
zowel voor een springende menigte als voor
een energiek concert. In figuur 3 is de DAF als
functie van de eigenfrequentie van een lege
tribune (f
s) voor een sprongfrequentie van
f
p = 2 Hz (= mediaan van alle voorkomende
sprongfrequenties) gegeven. Uitgaande van
een sprongfrequentie van 2 Hz is de DAF bij
een eigenfrequentie van 2 Hz het hoogst, zoals verwacht. Bij een eigenfrequentie van
4 Hz stoot je het systeem (bij een sprongfre -
quentie van 2 Hz) bij de tweede, lagere reso -
nantiepiek. Uit de grafiek blijkt dat na de
tw
eede resonantiepiek bij een energiek con -
cert en na de derde resonantiepiek bij een
spring
ende menigte, de dynamische vergro -
ting van de respons nauwelijks meer toeneemt
(
DAF ? 1). Deze grafiek geldt in algemene zin
voor de genoemde belastingssituaties.
Bepaling eigenfrequentie? Als de eigenfre-
quenties van de lege tribunes lager zijn dan
de gegeven minima, kan gebruik worden
gemaakt van de DAF-waarden uit tabel 2,
die zijn afgeleid van figuur 3. Het is dus van belang om op een be-
trouwbare manier de eigenfrequentie van
een tribune-element te bepalen. De eigen
-
f
requentie van de lege tribune wordt bere-
kend uit de buigstijfheid van het tribune-
element (
EI), de massa van de lege tribune (m )
2 Overzicht praktijkvoorbeeld tribune-element
2
Tabel 1?Eigenschappen praktijkvoorbeeld tribune-element
afkorting grootheid waarde
A oppervlak 349.600 mm²
q
g;k eigen gewicht 8,6 kN/m
q
q;k veranderlijke belasting 6,4 kN/m
b
p belastingbreedte 1,6 m
C betonsterkteklasse C53/65
B betonstaalsoort B500B
L overspanning 9,0 m
M
G moment t.g.v. eigen gewicht 87 kNm
M
Q moment t.g.v. veranderlijke belasting 65 kNm
M
Ek moment t.g.v. karakteristieke belasting 152 kNm
M
Ed rekenwaarde moment 202 kNm
M
Rd rekenwaarde momentweerstand element 210 kNm
M
Rk karakteristieke momentweerstand element 245 kNm
M
cr scheurmoment element 120 kNm
EI
un ongescheurde buigstijfheid 260.645 kNm²
EI
cr gescheurde buigstijfheid 44.310 kNm²
E
un ongescheurde E-modulus beton 38.500 N/mm²
E
cr gescheurde E-modulus beton 6.545 N/mm²
54? CEMENT 1 20 23
en de overspanning van het tribune-ele-
ment (L):
p
s pF p n G DAF n G k DAF G
??
= = ??
??
s 4 2
EI f AL =
22
cr cr
eff\fn cr 1 MM
EI EI EI MM
??
?? ??
= + ??
?? ??
?? ?? ??
??
cr cr D\fn cr 1 MM
EI \b EI \b EI MM
??
?? ??
= + ?? ?? ??
?? ?? ??
(2)
De massa en de o
verspanning van een tribune-
element zijn goed vast te stellen. Dit is voor
de buigstijfheid een stuk lastiger. Met name
omdat de buigstijfheden in Eurocode 2 [6]
statische buigstijfheden zijn en in dit geval de
dynamische buigstijfheid van belang is. Deze
blijkt af te wijken van de statische buigstijf-
heid (zie onder kopje 'Dynamische buigstijf-
heid van beton').
Dynamische buigstijfheid beton
Met Eurocode 2 [6] kan de statische buigstijf -
heid, rekening houdend met tension stiffening,
worden bepaald met formules (7.18) en (7.19).
Tension stiffening is de verstijvende werking
van het beton, die tussen de scheuren aan-
wezig is. Dit wordt in rekening gebracht door
de stijfheid ter plaatse van de scheur en de
ongescheurde stijfheid naar (een experimen -
teel onderzochte) verhouding op te tellen.
Wanneer in deze formules de vervormings-
parameter
? wordt uitgedrukt in termen
van de buigstijfheid EI, ontstaat de volgende
relatie:
p
s pF p n G DAF n G k DAF G
??
= = ??
??
s 4 2
EI f AL =
22cr cr eff\fn cr 1 MM
EI EI EI MM
?? ?? ??
= + ?? ?? ??
?? ?? ??
??
cr cr D\fn cr 1 MM
EI \b EI \b EI MM
??
?? ??
= + ?? ?? ??
?? ?? ??
(3)
Hierin is
M
cr het scheurmoment, M het
optredende moment, EI
un de ongescheurde
buigstijfheid, EI
cr de gescheurde buigstijf-
heid en
? een coëfficiënt die rekening
houdt met de invloed van de belastingduur
of herhaalde belasting op de gemiddelde
rek:
enkele, kortdurende belasting: ? = 1,0;
aanhoudende belasting of meervoudige
cycli van herhalende belastingen:
? = 0,5.
Zoals gezegd betreft het hier een statische
buigstijfheid. In [5] wordt een experimenteel
gevalideerd model gegeven voor de dynami-
sche buigstijfheid (EI
D):
p
s pF p n G DAF n G k DAF G
??
= = ??
??
s 4 2
EI f AL =
22
cr cr
eff\fn cr 1 MM
EI EI EI MM
??
?? ??
= + ??
?? ??
?? ?? ??
??
cr cr D\fn cr 1 MM
EI \b EI \b EI MM
?? ?? ??
= + ?? ?? ?? ?? ?? ?? (4)
In deze f
ormule is
? een experimenteel te
bepalen factor. Volgens de experimenten
uitgevoerd in [5] ligt
? tussen 0,6 en 0,8. De
formule voor de buigstijfheid lijkt qua struc-
tuur erg op die van de Eurocode, maar heeft
een andere coëfficiënt (
? in plaats van ?) en
geen machtsverheffing. De coëfficiënt
? ligt
in dit model wel precies tussen de waarden
van coëfficiënt
? in de Eurocode.
3 Dynamische amplificatiefactor van een tribune-element bij een sprongfrequentie van 2 Hz
Het is van
belang om op
een betrouwbare
manier de
eigenfrequentie
van een
tribune-element
te bepalen
3
Tabel 2?Dynamische amplificatiefactoren (DAF ) van een tribune-element met 5% demping
resonantiepiek 123hoger
eigenfrequentie f
s < 3 Hz3 Hz ? f s < 6 Hz 6 Hz ? f s < 8,4 Hzf s ? 8,4 Hz
springen 4,82,41,51,0
energiek concert 3,21,61,01,0
CEMENT 1 2023 ?55
0 2
4
6 8
10 12
0246 8 10 12Eigenfrequentie f
??,??
?vu]?Zo??]vP}}?uv]P? p s[kN/m 2]
Tribune element Minimum concert Minimum springen
Snijpunt springen Bezwijken
0
5000
10000 15000
20000
25000
30000
35000
40000
45000
0
50100 150200250
E-modulus
Moment [kNm]
E-dyn E-eurocode2, B=1 E-eurocode2, B=0,5
Mcr MRk 4
5
De dynamische
belasting door
bewegende
menigtes moet
iteratief worden
bepaald
4 Invloed van de belasting op de statische en dynamische buigstijfheid van het praktijkvoorbeeld
5 Eigenfrequentie praktijkvoorbeeld als functie van de dynamische belasting
In figuur 4 zijn deze modellen met elkaar ver -
geleken voor het praktijkvoorbeeld van een
tribune-element (
? = 0,7, arbitrair gekozen) en
uitgedrukt in de effectieve E-modulus (E
eff).
De modellen uit de Eurocode verliezen pas
stijfheid wanneer het scheurmoment wordt
overschreden, terwijl dit bij de dynamische
stijfheid al eerder gebeurt. Volgens de auteurs
van [5] is dit vermoedelijk te wijten aan micro -
scheurvorming. Voor waarden iets hoger dan
het scheurmoment, blijk
t dat het model van
de Eurocode met
? = 1,0 te gunstig is en met
? = 0,5 te ongunstig ten opzichte van het dy -
namische stijfheidsmodel. Voor hogere waar -
den van het buigend moment is het dynami -
sche stijfheidsmodel gunstiger dan beide
E
urocodemodellen. Een verklaring hiervoor
wordt in [5] niet gegeven.
De invloed van de belasting op de dynami-
sche stijfheid is groot. Een tribune-element met weinig belasting zal zich aanzienlijk stij-
ver gedragen dan een tribune-element met
veel belasting. Dit is conform de verwachting
bij gewapend beton als gevolg van optredende
scheurvorming. De gescheurde dynamische
stijfheid blijkt bij het karakteristieke bezwijk
-
moment te zijn afgenomen tot circa 50% van
de ongescheurde stijfheid. Dit komt overeen
met reductiefactoren voor buigstijfheden uit
andere normen, zoals de Amerikaanse norm
ACI-318-19, waar een 50% reductie voor de
buigstijfheid van gescheurde balken in line-
aire analyses voor de gebruikstoestand wordt
voorgeschreven.
Eigenfrequentie praktijkvoorbeeld
De eigenfrequentie wordt berekend door de
dynamische stijfheid uit het voorgaande toe
te passen in formule (2). Omdat in deze ana -
lyse het gedrag van de constructie wordt on -
derzocht, zijn karakteristieke waarden van
56? CEMENT 1 20 23
Figuur 6. Iteratieproces bepaling \fynamische belasting springen\fe menigte
Bereken de dynamische belasting
met:
p
s= n G k pDAF
Lees de bijbehorende eigenfrequentie af in figuur 5 Bepaal de nieuwe
waarde van de DAF
volgens tabel 2
de constructie aangehouden. In figuur 5 is de
eigenfrequentie van het praktijkvoorbeeld ge -
toond als functie van de dynamische belasting
door
de menigte p
s. Hieruit blijkt dat het tri -
bune-element altijd een eigenfrequentie hoger
dan 6 H
z heeft, die geldt als minimumeis voor
energieke concerten. Bij een dynamische be -
lasting van de menigte vanaf 4,0 kN/m² is de
eig
enfrequentie lager dan 8,4 Hz, de grens in
geval van springen. Bij springen moeten dus
resonantie-effecten in rekening worden ge -
bracht. De waarde van 4,0 kN/m² komt in dit
v
oorbeeld per toeval overeen met de veran -
derlijke belasting, maar dat wordt hier niet
bedoeld. Bij ander
e tribunes, overspanningen
of wapening zal deze waarde lager of hoger
dan 4,0 kN/m² liggen.
Bij een dynamische belasting van
9,7 kN/m² is de karakteristieke moment-
weerstand M
Rk = 245 kNm (tabel 1) bereikt
(M = 1/8 × (8,7 + 1,6 × 9,7) × 9² = 245 kNm).
Dynamische belasting op tribune-
element
Nu zijn alle uitgangspunten voor de bereke-
ning van de dynamische belasting vastge-
steld. Met deze informatie moet iteratief de
dynamische belasting door bewegende me-
nigtes worden bepaald. Het iteratieproces
(fig. 6) verloopt als volgt:
1
Bepaal de d
ynamische belasting met DAF
= 1, dus: p
s = n G k p · 1.
2
Lees de bijbehor
ende eigenfrequentie af
in figuur 5 (figuur 5 is alleen geldig voor dit
praktijkvoorbeeld en dient per geval opnieuw
berekend te worden).
3
Bepaal op basis
van de afgelezen eigenfre-
quentie de nieuwe waarde van de DAF volgens
tabel 2.
4
Ber
eken de nieuwe dynamische belasting
met: p
s = n G k p DAF 5
H
erhaal stap 2 t/m 4 totdat de DAF
niet
meer wijzigt.
De resultaten van de laatste stap van dit ite-
ratieproces zijn in tabel 3 weergegeven. Bij
springen ligt de eigenfrequentie tussen 7,1 en
8,4 Hz volgens figuur 5, wanneer de dynami-
sche belasting hoger is dan 4 kN/m² (weder-
om niet te verwarren met de veranderlijke
belasting). In dat frequentiegebied is de DAF
voor springen 1,5. In het geval van energieke
concerten heeft de DAF te allen tijde de
waarde 1,0, omdat de eigenfrequentie van
het tribune-element niet onder de 6 Hz komt. Wat opvalt is dat de belasting bij
springen bijna verdubbelt (van 3,8 kN/m²
naar 7,1 kN/m²), wanneer het aantal perso-
nen van n = 2 naar n = 2,5 p/m² overgaat. Dit
komt doordat de DAF in één keer van 1,0
naar 1,5 schiet (tabel 3). Of deze dynamische
amplificatie in de praktijk ook optreedt, is
sterk de vraag. De eigenfrequentie van het
tribune-element ligt bij n = 2,5 p/m² op 7,6 Hz.
Om samen te vallen met de derde resonan-
tiepiek van de sprongbelasting, moet de
sprongfrequentie van de menigte f
p = 7,6 / 3
= 2,5 Hz zijn. Dit ligt redelijk aan de boven-
kant van de gemiddeld optredende sprong-
frequenties (1,5 tot 2,8 Hz), dus is het denk-
baar dat dit in de praktijk niet gebeurt.
Daarnaast kan de eigenfrequentie in de
praktijk hoger liggen dan theoretisch bere-
kend door verborgen stijfheden en/of hogere
betonsterkten. Dit moet door metingen of
experimenten verder worden onderzocht. Bij n ? 4 p/m² is in tabel 3 geen eigen-
frequentie bij springen gegeven, omdat de
belasting boven de bezwijkbelasting in ge-
bruikstoestand uitkomt. Dit is aangegeven
met een rood kruis in de tabel. Ten slotte
zijn in de tabel de waarden voor zitplaatsen
(n = 2,5 p/m²) met groen aangegeven en voor
staanplaatsen (n = 4,0 p/m²) met blauw.
Op basis van het voorspelde gedrag en bijbe-
horende belastingen wordt in het navolgende
de veiligheid van het praktijkvoorbeeld beoor-
deeld.
Constructieve veiligheid
De constructieve veiligheid van het bestaande
element wordt in dit praktijkvoorbeeld met
6
6 Iteratieproces bepaling dynamische belasting springende menigte CEMENT 1 2023 ?57
NEN 8700 op verbouwniveau beoordeeld.
Hiermee wordt de veiligheid in dit praktijk-
voorbeeld getoetst voor een restlevensduur
van 15 jaar. Op dezelfde wijze als voor ver-
bouwniveau kan de tribune ook op afkeur-
niveau worden getoetst. Dit wordt aan de
lezer overgelaten.Voor de toetsing aan verbouwniveau
gelden de belastingsfactoren
?G = 1,2 en ?Q =
1,5, uitgaande van CC3-klasse met een ver-
gunning afgegeven voor 2003 [7]. De dyna-
mische belasting waarbij in de uiterste
grenstoestand bezwijken optreedt, kan met
de genoemde belastingsfactoren, het eigen
gewicht van het tribune-element en het be-
zwijkmoment M
Rd = 210 kNm, worden bere-
kend en is gelijk aan p
sk = 4,3 kN/m². In de
gebruikstoestand wordt het karakteristieke
bezwijkmoment bereikt als de dynamische
belasting gelijk is aan p
sk = 9,7 kN/m², zoals
eerder al bepaald. In figuur 7 zijn de resulta-
ten uit tabel 3 en de veiligheidsniveaus in de uiterste en gebruikstoestand grafisch weer-
gegeven. Voor springen zijn ook de waarden
voor DAF
= 1 gegeven, gezien de onzekerheid
in de sprongfrequentie van de groep en de
eigenfrequentie van de constructie. Uit figuur 7 blijkt dat bij energieke
concerten 3,7 personen per m² zijn toege-
staan. De tribune voldoet dan met het ge-
bruik als zittribune. Bij voetbalwedstrijden
(springen) zijn er 2,0 personen per m² toege-
staan. Deze voldoet dan niet met staan- en
zitplaatsen.
Niet-lineaire dynamische
berekening
In het navolgende zal worden onderzocht
hoe het niet-lineaire dynamische gedrag van
de constructie is bij springen met n = 2,5 p/m².
Dit is namelijk het punt waar het dynamische
gedrag een belangrijke rol in de grootte van
de belasting gaat spelen. De niet-lineaire dynamische bereke-
Door niet-lineair
te rekenen kan
de dynamische
respons vlak
voor bezwijken
worden
geoptimaliseerd
7 Dynamische belasting menigte in relatie tot de benodigde veiligheid
Tabel 3?Dynamische belasting praktijkvoorbeeld met G = 0,785 kN
concert (impactfactor k p = 1,5)
springen (impactfactor k p = 2,4)
n [p/m²] DAF [?] p
s [kN/m²] f s [Hz] DAF [?] p s [kN/m²] f s [Hz]
0,5 1,00,610,01,00,99,8
1,0 1,01,29,61,01,99,2
2,0 1,02,49,01,03,88,5
2,5 1,02,98,91,57,17,6
3,0 1,03,58,61,58,57, 3
4,0 1,04,78,21,511,3x
5,0 1,05,97, 81,514,1x
7
58? CEMENT 1 20 23
ms
Fp(t) Fs [kN]
u [mm]
23
k
eff = ?
1
Fs(t)
Legenda:
1: ongescheurde tak
2: gescheurde tak
3: vloeien wapening
4: ontlasten en herbelasten
u(t) 4 4
ning wordt gemaakt door een één-massa-
veer-dempersysteem met een niet-lineaire
veer per tijdstap op te lossen (fig. 8). De
niet-lineaire veer gedraagt zich conform de
dynamische stijfheid van formule (4) en mo-
delleert plastisch gedrag wanneer de wape-
ning gaat vloeien. Ontlasten en herbelasten
wordt altijd lineair naar de oorsprong ge-
daan. Dit is in figuur 8 weergegeven met de
dubbele pijl en resulteert in een 'effectieve'
veerstijfheid k
eff. De sprongbelasting door de
menigte (op een starre ondergrond) is F
p(t)
en de dynamische respons van de constructie
is F
s(t).
De resultaten van deze berekening voor
springen met n = 2,5 p/m² en f
p = 2,4 Hz zijn
getoond in figuur 9. In deze figuur zijn per
situatie drie grafieken weergegeven. Deze
zijn van boven naar beneden:
belasting springende menigte F p( t ) en de
dynamische reactiekracht van de tribune F
s( t );
kracht-verplaatsingsdiagram (F s-u) van
het tribune-element;
verloop van de (effectieve) eigenfrequentie
in de tijd.
In deze figuur is te zien dat de DAF nog steeds
redelijk groot is. Deze berekening is herhaald
voor verschillende sprongfrequenties van
de menigte en de resultaten staan in tabel 4.
De DAF blijkt bij een sprongfrequentie van
2,4 Hz maximaal te zijn, die eerder op 2,5 Hz
was bepaald. De verschillende berekenings- methoden geven dus een vergelijkbaar re-
sultaat op dit punt. De waarde van de DAF
is in de niet-lineaire analyse (DAF = 1,4) wel
iets lager dan op basis van de lineaire analy -
ses is bepaald (DAF = 1,5), maar niet veel.
Om de laagste DAF -waarde uit de niet-line-
aire analyse te onderzoeken, is de belasting
opgevoerd totdat bezwijken optrad. Dit ge-
beurde bij een DAF = 1,3 (fig. 10). De effectieve
eigenfrequentie van het tribune-element is
door het vloeien verder gezakt naar 6,9 Hz
in figuur 10. Hierdoor valt deze net niet
meer samen met een resonantiepiek van
respectievelijk 2,4 Hz, 4,8 Hz en 7,2 Hz en
worden resonantie-effecten geminimali -
seerd. Uit tabel 4 blijkt ook de hoge gevoelig-
heid van de DAF rondom de sprongfrequen-
tie van 2,4 Hz. Het is maar zeer de vraag of
een menigte dusdanig maatvast kan sprin-
gen, dat precies 2,4 Hz kan worden aange-
houden. Op basis van deze overwegingen lijken
metingen een logische vervolgstap. Uit de
metingen kan de dynamische amplificatie-
factor (DAF ), sprongfrequentie, eigenfre-
quentie, impactfactor en demping worden
afgeleid en kan veel onzekerheid worden
weggenomen.
Wanneer uit metingen blijkt dat de tribune
bij zitplaatsen nog steeds niet voldoet, moe-
ten andere maatregelen worden getroffen.
Dit kunnen zijn:
8
8 Eén-massa-veer-dempersysteem met niet-lineaire veerkarakteristiek Tabel 4?Dynamische amplificatiefactoren (DAF ) bij verschillende sprongfrequenties praktijkvoorbeeld
fp [Hz]1,6 1,822,22,42,62,8
DAF 1,08 1,12 1,141,22 1,40 1,34 1,16
CEMENT 1 2023 ?59
0
20 40
60
80
100
120
0,000
1,0002,000 3,0004,0005,000 6,000
Belasting [kN]
Tijd [s]
Dynamische reactiekracht van de tribune (Fs(t)) Belasting springende menigte Fp(t)
Eigengewicht tribune-element Statisch gewicht van stilstaande menigte
Plastische weerstand (moment) tribune
aantal zitplaatsen reduceren naar 2,0 per-
sonen per m² bij voetbalwedstrijden;
constructie versterken.
Conclusie en aanbevelingen
De gescheurde dynamische stijfheid van een
gewapend betonnen tribune-element blijkt
een grote invloed te hebben op de eigenfre-
quentie hiervan en de optredende dynami-
sche belasting door bewegende/springende
menigtes. Er wordt aanbevolen meer experi-
menteel onderzoek te doen naar de dynami-
sche stijfheid en eigenfrequentie van zwaar-
belaste gewapende tribune-elementen.
Uit de analyse van het praktijkvoor-
beeld blijkt dat, bij de uit de literatuur over-
genomen belastingmodellen, de belasting
bij energieke concerten lager is dan bij syn -
chroon springen. Hierdoor is het veilig -
heidsniveau van zitplaatsen bij energieke
concerten (n = 2,5 p/m²) in dit voorbeeld wél
acceptabel, terwijl bij voetbalwedstrijden
9 Resultaten van de niet-lineaire dynamische berekening van het praktijkvoorbeeld bij een sprongfrequentie van 2,4 Hz en
n = 2,5 p/m²: (a) belasting springende menigte F
p(t) en de dynamische reactiekracht van de tribune F s(t); (b) kracht-
verplaatsingsdiagram (F
s-u) van het tribune-element; (c) verloop van de (effectieve) eigenfrequentie in de tijd
9a
9b
9c
60? CEMENT 1 20 23
0
20 40
60
80
100
120
0,000 1,000 2,000 3,000 4,000 5,000 6,000
Belasting [kN]
Tijd [s]
Dynamische reactiekracht van de tribune (Fs(t)) Belasting springende menigte Fp(t)
Eigengewicht tribune-element Statisch gewicht van stilstaande menigte
Plastische weerstand (moment) tribune
met synchroon springende supporters met
zitplaatsen de situatie net wel/net niet veilig
is volgens het verbouwniveau van NEN 8700.
Door niet-lineair te rekenen kan de
dynamische respons vlak voor bezwijken
worden geoptimaliseerd, maar deze optima-
lisatie was in het praktijkvoorbeeld beperkt
tot circa 15%.
Ten slotte blijkt de constructie erg gevoelig
te zijn voor het gedrag van de menigte (syn-
chronisatie en vasthouden van één vaste
maat). De werkelijke effecten kunnen door
metingen inzichtelijk worden gemaakt. Dit
kan bij bestaande constructies een goede
uitkomst bieden om de veiligheid te onder-
zoeken. Voor nieuwe constructies wordt
geadviseerd de constructie direct te ontwer-
pen op de effecten van bewegende menigtes.
Bij voorkeur door de eigenfrequentie hoog
genoeg te maken, zodat resonantie-effecten
geen rol kunnen spelen.
LITERATUUR
1?Spanenburg, M., Dynamische
belasting op tribunes. Cement 2022/2.
2?Guide to safety at sports grounds,
fifth edition, department for culture,
media and sports, 2008.
3?Dynamic performance requirements
for permanent grandstands subjected
to crowd loads, The Institution of
Structural Engineers, 1 December 2008.
4?Ellis, B.R. en Ji, T., The response of
structures to dynamic crowd loads. BRE
Digest #426. 2004.
5?Jerath, M. en Shibani, M.M., Dynamic
stiffness and vibrations of reinforced
concrete beams. ACI Journal, maart-
april 1985.
6?NEN-EN 1992-1-1: Beton ? Algemeen.
7?NEN-EN 8700 Grondslagen
bestaande bouw.
10 Resultaten van de niet-lineaire dynamische berekening van het praktijkvoorbeeld bij een sprongfrequentie van 2,4 Hz, waarbij de
belasting is opgevoerd tot nét voor bezwijken: (a) belasting springende menigte F
p(t) en de dynamische reactiekracht van de tribune F s(t);
(b) kracht-verplaatsingsdiagram (F
s-u) van het tribune-element; (c) verloop van de (effectieve) eigenfrequentie in de tijd
10a
10b
10c
CEMENT 1 2023 ?61
Reacties