Aannemersbedrijf Dijkhuis gaat 100 procent menggranulaat toepassen in zijn nieuwe expertisecentrum voor duurzaam bouwen Hibertad, in Hardenberg.
In de dragende betonconstructie van de nieuwbouw wordt voor de helft baksteenpuin en voor de andere helft betonpuin uit voormalige constructies verwerkt. Hoewel er geen officiële NEN-norm en KOMO-certificaat zijn, kan deze mortel probleemloos worden gebruikt voor dragende betonconstructies van de lichtere categorie.
Direct na de Tweede Wereldoorlog werd het gebombardeerde Rotterdam veelvuldig opgebouwd met 100 procent baksteen- en betonpuin. Naderhand vonden af en toe experimenten plaats in de woningbouw, maar bouwen met menggranulaat verdween naar de achtergrond door de vele regels en normen en een gebrek aan beschikbaarheid van betonpuin.
Tot dusver wordt alleen een KOMO-certificaat afgegeven voor maximaal 20 procent menggranulaat, waarvan het grootste gedeelte dus gewoon bestaat uit traditioneel beton met grind. De cultuur van bouwen met conventioneel beton van zand, grind, cement en water legt een grote druk op de grondstoffenvoorraad, maar bovenal is het gebruik van traditioneel beton niet nodig voor het grootste deel van de woningbouw. Dat stelt hoofd kwalititeitsdienst Henk ter Welle van de Betoncentrale Twente, wiens dochterbedrijf Betoncentrale Diamant het 100 procent menggranulaat heeft geleverd voor het project in Hardenberg. “Vroeger pasten we in Twente wel eens 100 procent baksteenpuin toe in de binnenwanden van woningen. Geen enkel probleem. Voor een C20 of C25 kwaliteit kun je makkelijk menggranulaat hanteren. Bij een hogere betonkwaliteit kun je beter geen 100 procent menggranulaat inzetten, want dan kom je in de knel met de gewenste druksterkte.”
Betoncentrale Twente levert wel regelmatig 20 procent menggranulaat aan aannemers voor betonconstructies in de woningbouw. Om de problemen met wet- en regelgeving te omzeilen heeft het bedrijf een certificaat op samenstelling afgegeven aan Eberhard Dijkhuis die in eigen beheer dit kenniscentrum voor duurzaam bouwen Hibertad realiseert. Dat betekent dat de constructeur, de aannemer en de betonleverancier gezamenlijk een garantie afgeven voor de samenstelling van de ingrediënten van de gerecyclede betonmortel. Dit gebeurt met behulp van CUR-aanbevelingen die omschrijven hoe en in welke verhoudingen 100 procent menggranulaat wordt toegepast in betonconstructies.
In Hibertad wordt het granulaat verwerkt in de fundering, vloeren, wanden en kolommen. Volgens de constructeur BSH Bouwadvies zijn kruip en krimp geen bezwaar voor de constructie. Doordat de kolommen slechts voor 60 procent belast worden is kans op vervorming van deze elementen marginaal. Daarmee wordt de geringere elasticiteit van menggranulaat in vergelijking met beton met grind gecompenseerd.
Bron: Cobouw
Reacties