Het Cosun Park in Breda is een ambitieus stadsontwikkelingsproject waarbij een voormalig kantorenterrein wordt getransformeerd naar een woonplan. Op het terrein van het voormalige hoofdkantoor van de Suikerunie komen zes woongebouwen en een mogelijkheid tot ondergronds parkeren. Als fundering zijn CSM-panelen toegepast waarvan het draagvermogen vooraf is getest.
Funderen op
CSM-panelen na
proefbelastingen
Bij nieuwbouw in het Cosun Park in Breda is het
draagvermogen van CSM-baretten getest conform NPR 7201
1 CSM-baretten in de bouwkuip
1
16? CEMENT 3 2024
De zes woongebouwen, Cosun 1
t/m 6, bieden een variatie van
koop-, sociale en middenhuurap-
partementen in een parkachtige
omgeving.
Cosun 1 is het voormalige
hoofdkantoor van de Suikerunie en is in -
middels herbestemd tot appartementen.
Voor Cosun 2 t/m 6 wordt voorzien in sloop
en nieuwbouw. Dit artikel richt zich met
name op de fundering van woongebouwen
Cosun 4 en 5.
Constructief ontwerp
De woongebouwen Cosun 4 en 5 staan met
vijf respectievelijk zes bouwlagen op een
parkeerkelder van twee bouwlagen (fig. 2).
Deze kelder strekt zich buiten beide gebou -
wen uit en wordt op het dek voorzien van
een daktuin. De bovenbouw is opgezet in
een ongeschoord raamwerk, uitgevoerd in
de bouwmethode wanden-breedplaat. In de
lengterichting van de bovenbouw wordt de
stabiliteit gehaald uit de momentvaste kno-
pen tussen de bouwmuren en de vloeren.
In de dwarsrichting wordt de schijfwerking
van de bouwmuren benut. De wandenstruc-
tuur vanaf kelderdek staat op een kolom -
menstructuur in de kelder. De kelderbak is
op niveau 0 en -1 uitgevoerd in breedplaat-
vloeren in combinatie met balkbodems en
ter plaatse gestorte betonkolommen.
Ontwerp bouwkuip en fundering
De twee nieuwe woongebouwen zijn voor-
zien ter plaatse van het voormalige Cosun 4
en 5, die behoudens de fundering nooit zijn afgebouwd. Wel waren reeds in de grond ge-
vormde, grondverwijderende avegaarpalen
(mortelschroefpalen) aangebracht op een
ondiep en diep paalpuntniveau. Het paal -
puntniveau van de ondiepe palen was min
of meer gelijk aan het aanlegniveau van de
nieuwe kelder. Deze palen konden tijdens de
aanleg van de kelder worden verwijderd.
Het paalpuntniveau van de diepe palen reikt
tot onder een waterremmende laag in een
vast zandpakket. De grondslag rondom deze
bestaande palen was tijdens hun installatie
dermate verstoord dat een fundering op
staal met een plaatfundering in combinatie
met grondverbetering geen reële optie was.
Een aantal van deze bestaande palen is in de
nieuwe fundering opgenomen. Voor de realisatie van de kelder is
rondom een verankerde CSM-wand (cutter
soilmix) voorzien (foto 3). Deze reikt tot in de
vaste zandlaag, onder de waterremmende
laag, waarmee een gesloten bouwkuip is
gerealiseerd. CSM-wanden hadden kosten -
technisch de voorkeur boven diepwanden.
Met het principe van CSM wordt gebruikge-
maakt van de ondergrond ter plaatse, zonder
dat betonmortel moet worden aangevoerd
en grond moet worden afgevoerd. Ook dam -
wanden zijn afgevallen in verband met de
kosten. Hierbij speelde bovendien mogelijke
hinder bij het aanbrengen en trekken. Omdat de CSM-stelling toch al aanwe-
zig zou zijn voor de bouwkuipwanden, is
besloten het gebouw ook op CSM-panelen en
-baretten te funderen (foto 1). Dit had voor-
delen voor kosten, planning en fasering.
Het Cosun Park in Breda is een ambitieus stadsontwikkelingsproject waarbij een
voormalig kantorenterrein wordt getransformeerd naar een woonplan. Op het terrein
van het voormalige hoofdkantoor van de Suikerunie komen zes woongebouwen en een mogelijkheid tot ondergronds parkeren. Als fundering zijn CSM-panelen toegepast waarvan het draagvermogen vooraf is getest.
PROJECTGEGEVENS
project
Cosun Park Breda opdrachtgever Reales
architect
EVA architecten
hoofdconstructeur H4D Raadgevend Ingenieurs
aannemer
Ouwehand Bouw Gorinchem
onderaannemer CSM-wanden BodemBouw
Geotechnisch adviseur Geosonda
Advies en uitvoering proefbelastingen
Allnamics Geotechnical Experts
CEMENT 3 2024 ?17
Onder de kolommenstructuur in de kelder
zijn enkele CSM-panelen of -baretten van 2, 3
of 4 panelen toegepast. De belastingafdracht
ligt tussen de 2000 en 7500 kN per kolom.
Op deze CSM-baretten zijn poeren voorzien,
als onderdeel van de keldervloer, die de ko-
lomlast gelijkmatig over het CSM-oppervlak
verdelen. Draagvermogen en zettings-
gedrag
Voor het bepalen van het draagvermogen van
deze baretten is geotechnisch NEN 9997-1+C2
gevolgd. Voor de CSM-panelen en hiermede
dus ook de baretten kunnen volgens hand -
boek Soilmix-wanden [1] onderstaande fac-
toren worden aangehouden. De baretten
2 Constructiemodel Cosun 4 en 5 met transparant weergegeven de dragende CSM-wand rondom het gebouw en daarbinnen de CSM-baretten onder de kolommenstructuur, schroefinjectiepalen als trekelementen en bestaande mortelschroefpalen 3 Verankerde CSM-wand als bouwkuipwand
2
IR. JURGEN HOUBEN
Directeur / AdviseurH4D Raadgevend Ingenieurs
ING. FRITS
HUIJBRECHTS
Geotechnisch Adviseur Geosonda
IR. ROB VAN DORP
Geotechnisch Adviseur Allnamics
Geotechnical Experts
ING. OSKAR DE KOK Constructeur /
Bouwkuip Specialist BodemBouwauteurs
3
18? CEMENT
3 2024
zijn uitgevoerd met een ruimte van 100 mm
tussen de CSM-panelen. Als paalafmeting is
de omtrek van de baret aangehouden.
Paalklassefactor schacht druk: ?S = 0,006
Paalklassefactor punt: ?p = 0,35
Last-zakkingslijn 3 (conform NEN 9997-1,
fig. 6)
Om de puntweerstand te kunnen berekenen
zijn diepe sonderingen gemaakt, die conform
de gehanteerde rekenmethodiek moesten
reiken tot minimaal 4D
eq onder het beoogde
paalpuntniveau van de baretten. Conform
de gehanteerde last-zakkingslijn 3 bedraagt
de maximale verplaatsing van de paalpunt
20% van de equivalente paalpuntdiameter. Bij deze uitgangspunten zou het draag -
vermogen van de baretten pas toe reikend
zijn bij 3 en 4 panelen. Bovendien waren aan -
zienlijke verplaatsingen van de paalpunt te
verwachten, die niet opneembaar waren door de constructie. Zowel het draagvermo-
gen als de verplaatsing van de paalpunt wer-
den als niet-reëel beoordeeld. Besloten werd
daarom geschiktheids proeven uit te voeren
op meerdere twee paneels baretten.
Geschiktheidsproeven
Rapid Load Testing (RLT)? Voor de geschikt-
heidsproeven is gebruikgemaakt van Rapid
Load Testing (RLT). Dit is een methode om het
draagvermogen van paalfunderingen en de
daarbij optredende vervorming te bepalen. De
relatief snelle methode wordt reeds tientallen
jaren toegepast ter vervanging van en in aan -
vulling op Statische Proefbelastingen (SLT). Voor de uitvoering en interpretatie
van de resultaten is gebruikgemaakt van
ISO 22477-10:2016 [2], NPR 7201:2017 [3] en
CUR-rapport 230 [4], die ondubbelzinnig
beschrijven op hoe de meetgegevens moeten
worden uitgewerkt en beoordeeld.
4 CSM-stelling
4
CEMENT 3 2024 ?19
5
6
5 Detail kolom, vloer en in dit geval twee CSM-panelen6 Last-zakkingslijnen NEN-EN 9997-1:2011+C2:2015
StatRapid (STR)? StatRapid (STR) is een me -
thodiek voor het uitvoeren van RLT (fig. 5).
Het principe van StatRapid behelst het laten
vallen van een valgewicht op een speciaal
ontwikkeld modulair verenpakket. Door een
geavanceerde combinatie van de massa van
het valgewicht en de stijfheid van het veren
-
pakket is de tijdsduur van de belasting dus -
danig dat de paal zich quasi-statisch gedraagt.
Anders gezegd: de gehele paal beweegt zich
gelijktijdig in dezelfde richting, waardoor (in
tegenstelling tot bij dynamische proefbelas
-
tingen) complexe golfinterferentiepatronen
niet beschouwd hoeven te worden.
Voor de realisatie
van de kelder is
rondom een
verankerde CSM-
wand voorzien
20? CEMENT 3 2024
7
Omdat de CSM-
stelling toch al
aanwezig zou
zijn voor de
bouwkuip-
wanden is
besloten het
gebouw ook op
CSM-wanden
te funderen
7 StatRapid testinstallatie gereed voor testen
In dit geval is een configuratie ingezet met
40 ton valgewicht. Daarmee kunnen belas-
tingen tot maximaal 10 à 11 MN worden uit-
geoefend. Verderop in dit artikel worden de
testbelastingen toegelicht die voor het pro -
ject Cosun zijn toegepast. Voor een paneel
met ontwerpbelasting 3300 kN bedroegen
deze 5450 kN exclusief toeslag voor het effect
van toekomstige ontgraving, en 6370 kN à
9140 kN inclusief deze toeslag. De belasting op de paal wordt veron -
dersteld te voldoen aan een Rapid Load,
wanneer wordt voldaan aan: 3400 MN/m) en anderzijds de panelen C7,
G6a en G6b (< 3000 MN/m). Het is geen toeval
dat de groep met de lagere veerstijfheden zich
bevindt in het gebied met de vooraf reeds ver-
stoorde sondeerwaarden, als gevolg van de
aanwezige grondverwijderende avegaarpalen.
Conclusie
Uit de resultaten blijkt dat bij een belasting
van 9 MN een minimale paalkopverplaatsing
is waargenomen. Hiermee is aangetoond dat
aan de CSM-baretten een hoger draagver
-
mogen kan worden toegekend dan aanvan -
kelijk volgens de norm kon worden bepaald.
Dit heeft geleid tot een optimalisatie van het
palenplan waarin met aanmerkelijk minder
CSM-panelen is volstaan. Afgevraagd kan
worden of de huidige manier van berekenen
van de puntweerstand voor dit soort afme
-
tingen de juiste is en of de toegekende paal -
klassefactoren en lastzakkingslijn voor dit
type funderingselement correct zijn. Hiervoor
is nader onderzoek nodig met ons inziens
een kans om met de inzet van CSM-panelen
vaker tot een economisch funderingsontwerp
te komen.
LITERATUUR
1?Handboek Soilmix-wanden - ontwerp
en uitvoering, CROW.
2?ISO 22477-10:2016 - Geotechnical
investigation and testing - Testing of
geotechnical structures, Part 10: Testing
of piles: rapid load testing.
3?NPR 7201:2017+A1:2020 nl -
Geotechniek - Bepaling van het axiaal
draagvermogen van funderingspalen
door middel van proefbelastingen.
4?CUR Rapport 230 Guidelines on the
inter-pretation of Rapid Load Testing
on piles.
Tabel 5?Uit de metingen bepaalde veerstijfheden bij karakteristieke waarde van de belasting
test [-]
paneel [-] B x D [mm] L [mm]F s,d [kN]w measured [mm]
@ F
s,d / 1,35" k measured [MN/m]
1 as B/as 3 1200 x 2400 18,53300 0,963438
2 as B/as 6 1200 x 2400 18,53300 0,764343
3 as C/as 7 1200 x 2400 18,53300 2,931126
4 as E/as 2 1200 x 2400 18,53300 0,963437
5 as G/as 6a 1200 x 2400 18,53300 1,132926
6 as G/as 6b 1200 x 2400 18,53300 1,861778
11a 11b
11 Uit de metingen afgeleide statische last-zakkingsdiagrammen panelen B6 (a) en C (b) 26? CEMENT 3 2024
Projectgegevens
Project: Cosun Park Breda
Opdrachtgever: Reales
Architect: EVA architecten
Hoofdconstructeur: H4D Raadgevend Ingenieurs
Aannemer: Ouwehand Bouw Gorinchem
Onderaannemer CSM-wanden: BodemBouw
Geotechnisch adviseur: Geosonda
Advies en uitvoering proefbelastingen: Allnamics Geotechnical Experts
De zes woongebouwen, Cosun 1 t/m 6, bieden een variatie van koop-, sociale en middenhuurappartementen in een parkachtige omgeving. Cosun 1 is het voormalige hoofdkantoor van de Suikerunie en is inmiddels herbestemd tot appartementen. Voor Cosun 2 t/m 6 wordt voorzien in sloop en nieuwbouw. Dit artikel richt zich met name op de fundering van woongebouwen Cosun 4 en 5.
De woongebouwen Cosun 4 en 5 staan met vijf respectievelijk zes bouwlagen op een parkeerkelder van twee bouwlagen (fig. 2). Deze kelder strekt zich buiten beide gebouwen uit en wordt op het dek voorzien van een daktuin. De bovenbouw is opgezet in een ongeschoord raamwerk, uitgevoerd in de bouwmethode wanden-breedplaat. In de lengterichting van de bovenbouw wordt de stabiliteit gehaald uit de momentvaste knopen tussen de bouwmuren en de vloeren. In de dwarsrichting wordt de schijfwerking van de bouwmuren benut. De wandenstructuur vanaf kelderdek staat op een kolommenstructuur in de kelder. De kelderbak is op niveau 0 en -1 uitgevoerd in breedplaatvloeren in combinatie met balkbodems en ter plaatse gestorte betonkolommen.
Reacties