De opening van Het Nieuwe Rijksmuseum afgelopen zaterdag is niet geheel onopgemerkt gebleven, om het maar heel voorzichtig te zeggen. Alle kranten stonden er bol van en er was nauwelijks een tv-zender die er géén aandacht aan heeft besteed. En terecht ? wat een weergaloos gebouw. Een week voor de opening had ik het voorrecht om al een kijkje te mogen nemen.
De 20.000 bezoekers die het museum op de eerste dag bezochten, zullen net als de miljoenen die nog zullen volgen geen idee hebben van de enorme hoeveelheid technische hoogstandjes die zijn toegepast. Zoals het verlagen van de keldervloer onder de passage, het vijzelen van de kolommen van diezelfde passage, het maken van twee zeer diepe bouwputten ? strak tussen de bestaande fundering van oude houten palen, het maken van grote techniek- en installatieruimten, de bouw van een energiecentrale buiten het gebouw en het naar binnen brengen van alle leidingen vanuit een ondergrondse ringleiding rondom het gebouw. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
De kunst in het Rijksmuseum is van internationaal topniveau. Ook het gebouw van architect Pierre Cuypers is van zeer grote klasse, net als het transformatie-ontwerp van de architecten Cruz en Ortiz. Ere wie ere toekomt. Maar graag spreek ik op deze plek toch vooral ook mijn enorme bewondering en waardering uit voor alle ingenieurs en andere technisch specialisten wier werk voor het grote publiek onzichtbaar is ? en zal blijven ? maar zonder wie deze megaklus niet mogelijk zou zijn geweest. Zoals de toppers van Arcadis, Arup, DGMR,Van Heugten (inmiddels Royal HaskoningDHV), Wareco en vele, vele anderen.
Als u diep in mijn ingenieurshart kijkt, vind ik de techniek die nodig was om zowel het gebouw als de kunst waarvoor het is ontworpen, zo fantastisch te laten schitteren, misschien wel het meest indrukwekkende kunstwerk van Het Nieuwe Rijksmuseum.
ir. Johan Galjaard
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties