Volgens Toon Bazelmans van Hurks zijn de segmenten voor stalen windmolens hoger dan 100 meter niet meer over de weg te vervoeren. Voor de onderkant zijn ringen nodig met diameters groter dan 4,3 meter, de internationaal afgesproken minimumhoogte van viaducten over snelwegen. En met het aanvoeren van kleinere stalen segmenten moet veel laswerk op locatie en op grote hoogte plaatsvinden. Dat jaagt de kosten enorm op.

Daarom zoekt Hurks in nauwe samenwerking met ingenieursbureau Mecal al een tijd naar een oplossing in beton. Want stalen vakwerktorens zijn weer niet in staat de dynamische krachten van rotor en wieken op te vangen. En dat windmolens hoger moeten, daarover is volgens Bazelmans ook iedereen het eens. Specialisten verzekeren dat de huidige generatie windmolens zeker 20 procent meer energie opbrengt, als de rotorhoogte wordt opgevoerd van gemiddeld 100 tot 130 meter. Op grotere hoogte waait het nou eenmaal harder.

Hurks besloot de ringen voor de toren van de windmolens op te bouwen uit acht segmenten. De segmenten zijn 15 meter lang en wegen gemiddeld zo'n 40 ton. Ze worden onderling verbonden met koppelwapening en krimparme mortel. Binnenin lopen twaalf voorspanstrengen, drie in elke hoek.

In vier weken tijd is op die manier een 75 meter hoge betonnen toren verrezen op een proefveld in het Duitse Grevenbroich. De segmenten zijn per drie op de grond aan elkaar bevestigd en daarna met een 1200 tons kraan naar boven getakeld. Ook daar zijn ze weer gekoppeld met de krimparme mortel (kwaliteit K95) die Cugla speciaal ontwikkelde. Tot nu toe ging de sterkte van dergelijke mortels niet verder dan K70. De bedrijven Soton en Van 't Geloof moesten maar liefst 320 bar druk op de pompen zetten om het taaie spul naar boven te krijgen. Boven op de betonconstructie komt volgende week nog een ruim 50 meter stalen toren die in twee segmenten wordt neergezet. Daar bovenop komt een Siemens 2,3 MV turbine. Dan is deze de op een na de hoogste windmolen ter wereld die op het land staat opgesteld. De bouw van het eerste prototype heeft volgens Bazelmans van Hurks een paar belangrijke lessen opgeleverd. Zo kan de stalen adapter die de overgang vormt tussen betonconstructie en het stalen deel een stuk lichter worden uitgevoerd. Momenteel weegt de adapter zo'n 90 ton, maar in toekomstige windmolens volstaat waarschijnlijk een stalen ring van 30 ton. Hurks, dat samen met Mecal en Juwi het bedrijf ATS opzette, verwacht dit jaar nog twee hybride windmolens te plaatsen in Duitsland. Daarnaast lopen onderhandelingen met andere partijen in de wereld die, volgens de gepatenteerde techniek, hybride windmolens willen bouwen.