Als iemand roept dat een slager zijn eigen vlees keurt, is de bijbehorende Pavlovreactie een misprijzende blik. Maar is die reactie wel juist? Stel dat de slager zijn eigen vlees keurt, neemt hij dan niet juist verantwoordelijkheid voor zijn product? Hij kan en wil kennelijk 100% staan achter het vlees dat hij levert.
Ik heb eens in de petrochemische industrie gewerkt. Dat is die branche waar ze 8% winst maken met 2% faalkosten i.p.v. 2% winst en 8% faalkosten, zoals in onze bouw. Daar werd het ’eigen vlees’ volledig gekeurd voordat het werd opgediend! Mijn administratie was niet altijd feilloos (dat heb je nog wel eens met constructeurs), maar de interne controle was heilig en ik moest die controle dan ook op elk moment kunnen aantonen met serieus opgemerkte en opgeslagen controledocumenten (dus niet slechts een paraafje ’gecontroleerd’). Ging er iets mis in de engineering, dan doken we juist die documenten op en keken of twee gekwalificeerde constructeurs hier iets over het hoofd hadden gezien of dat er wellicht iets anders aan de hand was.
U begrijpt: ik hoop van harte dat mijn slager zijn eigen vlees keurt! Maar ook hoop ik dat dit gedrag wordt gestimuleerd door deze zichzelf keurende slager met minder intensieve controles van buiten te belasten. Is dat eigenlijk niet gewoon een open deur?
Geheel analoog hieraan hoop ik dat ingenieursbureaus hun eigen vlees in het engineeringsproces weer serieus kunnen gaan keuren. Doordat de bouw tegenwoordig ook door het snelle geld wordt gestuurd, worden de bureaus nu vaak gedwongen om ’halve’ opdrachten aan te nemen. Want wie steeds naast het net vist overleeft op den duur niet. Zo ontstaan projecten zonder gedegen interne controles, met onvoldoende controle van deelconstructeurs en waarbij de constructieve samenhang niet wordt bewaakt.
En wat is vaak het resultaat? Dramatisch verlopende projecten, frustratie, vertraging, hoge faalkosten, rechtszaken en het ergste: de roep om nog meer controle achteraf! En daar maken we een cruciale fout (!) want daarmee bestendigen we juist de volgende funeste vicieuze cirkel:
Zie daar de weeffout in het huidige stelsel, dat het zelf nemen van verantwoordelijkheid ontmoedigt.
M.i. zou de overheid verantwoordelijk gedrag moeten belonen. Bij Kiwa loopt er op dit moment een project in samenwerking met diverse gerenommeerde ingenieursbureaus, BAM en COBc om te komen tot gecertificeerde ingenieursbureaus. Een certificerende instelling controleert de engineeringsprocessen van deze bureaus en hun output steekproefsgewijs. In een beoordelingsrichtlijn wordt voorgeschreven waar het engineeringsproces en de output ten minste aan moet voldoen. Hier ligt een sterke focus op gedegen eigen controles in het engineeringproces en op het bewaken van de constructieve samenhang. Gebruik wordt gemaakt van bestaande best-practices (denk aan Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid).
Het systeem is gefundeerd op de volgende vier pijlers:
Zo kan een gecertificeerd bureau geen halve opdrachten meer aannemen en op die grond dus ook geen werk meer voor anderen wegkapen. Een gecertificeerd bureau laat zich onafhankelijk in de keuken controleren en wordt daarvoor beloond door minder intensieve controle achteraf. In analogie met producten: in plaats van het keuren van élk eindproduct achteraf, wordt een goed beheerst en intern bewaakt productieproces gevoerd, waardoor een beperkte keuring achteraf volstaat. Met het (geheel privaatrechtelijk) voorschrijven van gecertificeerde engineering winnen we zo tijd en geld. Voor meer informatie over dit nieuwe certificatieschema verwijs ik naar het artikel ‘Certificatieschema coördinerend constructeur’ gepubliceerd op Cementonline op 12 september 2017.
Reacties