Het puzzelen met complexe constructies, dat is wat Carla Mulder (Royal HaskoningDHV) het liefste doet. En anderen overtuigen van haar ideeën. Ze ontwerpt al gebouwen sinds 1978. Dat ze in de begintijd als vrouw vaak moest opboksen tegen vooroordelen, deerde haar niet. "Zolang je doet wat je leuk vindt en weet wat je wilt, kun je een eind komen." En gelukkig is er veel veranderd in de wereld, ook in die van constructeurs.
CEMENT 2 2021 ?55
opdrachtgever en architect heel enthousiast. Dat maak
je niet vaak mee, dat een opdrachtgever zo veel geld over
heeft voor bijzondere constructieve oplossingen. Ik noem graag ook de renovatie van de Vierde
Ambachtsschool in Amsterdam (foto 3). Boven het cen -
trale plein, waar eerst een gymzaal stond, moest een
nieuw atrium komen. Er waren door de architect wel
zes varianten bedacht, maar om de belasting uit de
overkapping op te vangen, moesten er kolommen vóór
of achter de monumentale gevels komen. Allemaal
behoorlijk ingewikkeld, duur en ingrijpend voor het
uiterlijk. Toen heb ik voorgesteld om in het atrium zes
bijzonder vormgegeven kolommen te plaatsen. Het
bleek mogelijk om die kolommen 96% van de belasting
op te laten nemen. Hierdoor kon de rest van de con -
structie nagenoeg volledig in tact en in het zicht blijven.
Aardig om te zeggen is dat we daar heel circulair hebben
ontworpen, toen dat nog nauwelijks bestond. Voor de
stalen balken uit de oude gymzaal heb ik een herbe-
stemming gezocht in het nieuwe plan."
Die twee laatste projecten die je noemt zijn her-
bestemmingsprojecten. Wat bevalt je daar zo aan?
"Het is echt een andere tak van sport. In nieuwbouw is
in feite alles mogelijk, maar bij bestaande bouw heb je
met veel meer beperkingen te maken. Je moet oplossin -
gen bedenken die uitvoerbaar zijn binnen die beperkin -
gen. Hoe krijg je spullen binnen bijvoorbeeld? Dat leidt
tot soms hele complexe puzzels en dat spreekt me heel
erg aan. Ik heb altijd al veel herbestemmingen gedaan,
ook bij mijn vorige werkgever. In de loop der tijd heb
ik er behoorlijk wat ervaring in opgedaan. Voordeel is
dat ik nog heb gewerkt met normen van de VB '74.
Daarom weet ik goed hoe oude berekeningen zijn te her-
leiden. Binnen Royal HaskoningDHV ben ik nu zelfs een
soort vraagbaak op dat gebied. Normen spelen natuurlijk sowieso een bijzondere
rol bij herbestemmingen. Wat dat betreft is het goed
dat we nu de NEN 8700 hebben. Maar niet die normen,
maar het gezond verstand vind ik het allerbelangrijkst.
Je moet vertrouwen hebben dat iets goed gaat, ook al
ontbreekt er vaak veel informatie."
Hoe heb jij terugkijkend op ruim 40 jaar construc-
teursvak het vak zien veranderen?
"We kunnen nu veel sneller en makkelijker 3D-rekenen,
waardoor we constructies kunnen ontwerpen die vroe-
ger niet mogelijk waren geweest. Dat geldt ook voor
Westbeat. Door 3D te rekenen hebben we veel meer uit
de constructie kunnen halen. Vroeger moest dat met
verschillende 2D-berekeningen en moest je het 3D-effect
bepalen door te variëren met verende ondersteuningen.
Ik heb ook tent- of blobconstructies gedaan die nu veel
eenvoudiger te ontwerpen zijn. De mogelijkheden om beter en efficiënter te
modelleren gaan heel snel. Je ziet dat constructeurs en
modelleurs naar elkaar toe groeien. Overigens beseft
nog niet iedereen dat. Laatst kreeg ik een heel boekwerk
van een opdrachtgever met voorwaarden waar AutoCad-
tekeningen aan moesten voldoen. 'Harstikke mooi boek',
zei ik, 'maar leg het maar in je la.' Wat ook verandert zijn ontwerpcriteria. Sinds
kort houden we bijvoorbeeld rekening met circulariteit.
Dat probeer ik altijd aan te kaarten bij een opdracht-
gever. Dan vraag ik wat de ambities zijn. Soms hebben
ze er nog helemaal niet over nagedacht. En soms blijkt
de ambitie er ook niet te zijn, omdat het te duur is. Dat
het nu nog vaak extra geld kost gaat wel veranderen.
Dat is een goede ontwikkeling. Maar het gaat niet erg
snel. Ik geloof niet dat wij over vijf jaar al alles circulair
ontwerpen. Wat ik in ons vak belangrijk vind is dat we vroeg
aan tafel zitten, maar dat gold eigenlijk altijd al. Ik zeg
altijd dat we in de SO- en VO-fase het meeste geld voor
de opdrachtgever kunnen verdienen. Dat is ook wat het
vak zo mooi maakt. Dat je dingen van nul af aan kunt
ontwerpen. Voor mij doe ik dat het liefst met een beetje
complexe werken, waarbij je flink moet puzzelen om
het mogelijk te maken. Vol bewondering heb ik gekeken
naar het Mercedes-Benz Stadium in Atlanta. Met een
schuifbaar dak dat uit verschillende segmenten is
op gebouwd. En als je het dichtvouwt komt daar het
Mercedes-Benz-logo tevoorschijn. Zo'n gebouw zou ik
nog wel eens willen ontwerpen!"
"Wapening mag nooit
verder dan 15 cm uit elkaar
liggen. Maatje 37!"
Curriculum vitae
ing. Carla Mulder
65 jaar
Werk
1978 – 1993 Raadgevend Ingenieursbureau Nederland
1993 – heden Royal Haskoning / Corsmit / Royal HaskoningDHV
Opleiding
1974 – 1978 HTS Bouwkunde
1978 – 1979 HTI Beton
1979 – 1980 HTI Staal
1980 – 1981 Betonconstructeur BV
Als ‘C. Mulder’ ondertekent ze haar eerste sollicitatiebrief, niet als Carla Mulder of als mevr. C. Mulder. Zo wil ze voorkomen dat haar vrouw zijn invloed heeft op de sollicitatie. Als ze zich, na een uitnodiging voor een eerste gesprek, meldt bij de receptie, is de verwarring groot. “Wij hebben geen afspraak met mevrouw Mulder”. Pas als ze uitlegt dat ze voor een sollicitatie komt en ze de brieven erbij halen, valt het kwartje.
Het is slechts een van de voorbeelden waaruit blijkt dat ze als vrouwelijke constructeur destijds, het is 1978, een grote uitzondering is. Op de HTS Bouwkunde in Amsterdam is er in haar jaar slechts één vrouwelijk medestudent, en die houdt het nota bene na twee maanden voor gezien. Ook bij haar eerste werkgever, Raadgevend Ingenieursbureau Nederland in Weesp, is ze de enige vrouwelijke constructeur. Het zit haar carrière geenszins in de weg. Na een aantal jaren brengt ze het tot afdelingshoofd.
“Het leverde vaak hilarische situaties op, daar kan ik een boek over vol schrijven. Ik herinner me nog dat ik op een afspraak werd ontvangen met de woorden: ‘Ik dacht dat er iemand kwam die er verstand van had.’ Waarop ik zei: ‘Dat had u goed gedacht’. Die man kon wel door de grond zakken. Later vertelde hij me nog hoe ontzettend rot hij zich toen voelde. Of de reactie nadat ik een kennelijk wat ongebruikelijk tegenvoorstel deed in een bouwvergadering. ‘Mevrouwtje, dat doen we al jaren zo’. Na een uiteenzetting van mij over het voortschrijden van de techniek, was het uiteindelijk de opdrachtgever die als eerste overtuigd was. Of dat ik in een bouwkeet voor schoonmaakster werd aangezien. En dat ik dat ene hoekje wat beter moest schoonmaken. Mijn collega, met wie ik samen was, deed het in de broek van het lachen!”
Reacties