Die vraag was actueel tijdens de presentatie van het rapport 'Samen bouwen en ruimte geven aan de toekomst', afgelopen donderdag. Op initiatief van de Hoger Onderwijs Groep Bouw en Ruimte heeft een groep mensen gewerkt aan een nieuw systeem van eindkwalificaties voor de professionele bacheloropleidingen in deze richting. Daar vallen onder andere de opleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek en Ruimtelijke Ordening onder.
De wereld is aan het verschuiven, concluderen de schrijvers. Snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van materialen, technieken en ICT geven een andere inhoud aan het vak. De veranderende leefomgeving stelt nieuwe eisen aan duurzaamheid en veiligheid. En tenslotte is er een belangrijke verschuiving in het samenspel tussen opdrachtgevers, uitvoerende partijen en eindgebruikers.
Die veranderingen stellen andere eisen aan de bachelor die zijn loopbaan in de praktijk gaat beginnen. En dus ook aan de opleiding.
Het moet gezegd, de schrijvers hebben een gedegen stuk werk afgeleverd. Zij hebben hun visie aan een groot aantal bedrijven en organisaties getoetst. Zij concluderen terecht dat kennis de basis blijft, zowel technische kennis, als meer algemeen over maatschappij en economie. Verder moet de student een kritische en ondernemende houding hebben. In de uitoefening van zijn beroep moet hij oog hebben voor zijn omgeving.
Dat is allemaal waar. Maar toch?
Je kunt in een opleiding niet de hele wereld vangen. Er moeten keuzes worden gemaakt. Bovendien stopt het leren niet met het behalen van het schooldiploma. Juist in de praktijk gaat het leren door en worden andere vaardigheden opgedaan. Misschien moet de studie dan toch vooral op die technische basis gericht zijn. Om echt een vak te leren.
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties