Waar in het verleden diverse constructies nog wel eens geheel of deels ongewapend werden uitgevoerd, gebeurt dat in de huidige gebouwen veel minder. Een belangrijke oorzaak wordt gevormd door toegenomen robuustheidseisen. Toch zijn er veel situaties waar ongewapende betonconstructies goed kunnen worden toegepast. Zeker voor elementen die in hoofdzaak belast zijn op druk, zoals wanden (NEN-EN 1992-1-1, art. 12.1(2)). Groot voordeel van ongewapend beton is dat wapening wordt bespaard, en dat levert een lagere milieu-impact op. Bovendien kunnen ongewapende wanden makkelijker worden gesloopt, wat vanuit het kader van recycling voordelen biedt.
66? CEMENT 5 2023
RUBRIEK REKENEN
IN DE PRAKTIJK
Dit is de 22e aflevering in de
Cement-rubriek 'Rekenen in de
praktijk'. In deze rubriek staat
telkens één rekenopgave uit de
praktijk centraal. De rubriek
wordt samengesteld door een
werkgroep, bestaande uit:
Maartje Dijk (Witteveen+Bos),
Willem van Heeswijk (Heijmans),
Dennis Heijl (Heijmans), Friso
Janssen (Goldbeck Nederland),
Lonneke van Haalen (ABT),
Matthijs de Hertog (Nobleo),
Jorrit van Ingen (WSP) en
Jacques Linssen (redactie
Cement) en Rick van Middel-
koop (Witteveen+Bos).
De artikelen in deze rubriek
worden telkens opgesteld door
één van de leden van deze
werkgroep. Het wordt vervol-
gens gereviewd door de andere
leden en door minimaal één
senior adviseur binnen het
bedrijf van de opsteller.
Ondanks deze zorgvuldigheid,
is de gepresenteerde rekenme-
thode de visie van een aantal
individuen. Waar in het verleden diverse constructies
nog wel eens geheel of deels ongewapend
werden uitgevoerd, gebeurt dat in de huidige gebouwen veel minder. Een belangrijke
oorzaak wordt gevormd door toegenomen
robuustheidseisen. Toch zijn er veel situaties
waar ongewapende betonconstructies goed kunnen worden toegepast. Zeker voor
elementen die in hoofdzaak belast zijn op druk, zoals wanden (NEN-EN 1992-1-1,
art. 12.1(2)). Groot voordeel van ongewapend beton is dat wapening wordt bespaard, en dat levert een lagere milieu-impact op.
Bovendien kunnen ongewapende wanden
makkelijker worden gesloopt, wat vanuit het kader van recycling voordelen biedt.
ONGEWAPENDE
BETONWANDEN
Case
Deze case richt zich op de toetsing van een ongewapende betonnen tussenwand, onder een vloerveld met gelijke overspanningen.
CEMENT 5 2023 ?67
rekenen in de praktijk (22)
Case
In een rekenvoorbeeld wordt de capaciteit van een
ongewapende betonwand uitgewerkt en de poten-
tiële milieuwinst bepaald. Er wordt een tussenwand
beschouwd in een woongebouw met een stramien-
maat van 7,2 m en tien bouwlagen. De tussenwand
heeft een dikte van 280 mm en een hoogte van
3000 mm. De wand bevindt zich onder een vloerveld
met gelijkmatige overspanningen en bij de bepaling
van e
0 wordt uitgegaan van een ideale tussenwand.
Voor het moment in de wand wordt aangehouden
M
0Ed = 10 kNm (conservatieve aanname voor ideale
tussenwand) en voor de normaalkracht in de onderste
wand N
Ed = 1250 kN en in een hoger gelegen wand
N
Ed = 150 kN.
UITGANGS-
PUNTEN
wanddikte 280 mm
wandhoogte 3000 mm
betonsterkteklasse C30/37
milieuklasse XC1 foto 1 Gietbouw bij woningbouwproject (foto: Vincent van
den Hoven fotografie / Betonhuis)
68? CEMENT 5 2023
Uitwerking levert voor de rekenwaarde van de druk -
sterkte f
cd,pl :
f
cd,pl = ? cc,pl fck / ? c = 0,8 ? 30 / 1,5 = 16 N/mm²
Ten gevolge van verminderde ductiliteitseigenschap-
pen van ongewapend beton moet ?
cc,pl en ? ct,pl lager
zijn aangehouden dan ?
cc en ? ct voor gewapend beton.
Volgens de nationale bijlage moet voor ?
cc,pl = 0,8
worden aangehouden (NEN-EN 1992-1-1, art 12.3.1(1)).
Voor factor ? geldt:
? = 1,14 ? (1 ? 2 ? e
tot / h w) ? 0,02 ? l o / h w ? 1 ? 2 ? e tot / h w
Voor de excentriciteit e tot geldt:
e
tot = e 0 + e i + e ?
Hierin is voor de onderste wand:
e
0 = 10 kNm / 1250 kN = 8 mm
e
i = l 0 / 300 = 3000 / 300 = 10 mm (art. 5.2 (5))
e
? = 0,001 l 0 = 0,001 ? 3000 = 3 mm (NB art. 12.6.5.2 (1))
Dus:
e
tot = e 0 + e i + e ?= 8 + 10 + 3 = 21 mm
Hiermee wordt ?:
? = 1,14 ? (1 ? 2 ? 21 / 280) ? 0,02 ? 3000 / 280 ? 1 ? 2 ? 21 / 280
= 0,75 ? 0,85
Dit leidt tot:
N
Rd = b h w fcd,pl ? = 1000 ? 280 ? 16 ? 0,75 = 3360 ? 10³ N
= 3360 kN
Geconcludeerd kan worden dat de beschouwde wand
voldoet: N
Ed < N Rd (UC = 0,37)
Voor de hoger gelegen wand, met een normaalkracht
van N
Ed = 150 kN geldt:
e
0 = 10 kNm / 150 kN = 67 mm, wat leidt tot e tot = 80 mm.
Hiermee wordt ?:
? = 1,14 ? (1 ? 2 ? 80 / 280) ? 0,02 ? 3000 / 280 ? 1 ? 2 ? 80 / 280
??= 0,28 ? 0,43
Dit leidt tot:
N
Rd = b h w fcd,pl ? = 1000 ? 280 ? 16 ? 0,28 = 1241 ? 10³ N
??? = 1241 kN
Geconcludeerd kan worden dat ook deze wand
voldoet: N
Ed < N Rd (UC = 0,12)
Basiseisen
De dikte van de wand voldoet aan de eis voor onge-
wapend beton uit NEN-EN 1992-1-1, art 12.9.1(1): h
w >
120 mm. Als brandwerendheidseis wordt 120 minuten
aangenomen. Hieraan wordt volgens NEN-EN 1992-1-2,
art. 5.4.2 voldaan bij d > 200 mm.
Controle slankheid van de wand
Voor de slankheid geldt volgens NEN-EN 1992-1-1,
art 12.6.5.1 (5):
? = l
0 / i < 86
met:
l
0 = ? lw = 1,0 ? 3000 = 3000 mm
Het uitgangpunt is dat de wand niet gesteund is door
dwarswanden en er aan de boven- en onderzijde geen
wapening is meegenomen om randmomenten op te
nemen (NEN-EN 1992-1-1, tabel 12.1). Daarom geldt
? = 1,0.
== =
3 1
1000 280
12 81 1000 280
I i A
Daarmee;
? = l
0 / i = 3000 / 81 = 37 < 86 voldoet
Uiterst opneembare normaalkracht
Voor de bepaling van de uiterst opneembare
normaalkracht, wordt gebruikgemaakt van de vereen-
voudigde rekenmethode voor de bepaling van de
uiterst opneembare normaalkracht voor een slanke
wand of kolom uitgevoerd in ongewapend beton,
conform NEN-EN 1992-1-1, art 12.6.5.2.
N
Rd = b h w fcd,pl ?
waarin:
N
Rd is de opneembare normaalkracht
b is de totale breedte van de dwarsdoorsnede
h
w is de totale hoogte van de dwarsdoorsnede
f
cd,pl is de rekenwaarde van de betondruksterkte
? is de factor waarmee rekening wordt gehouden
met de excentriciteit, inclusief tweede-orde-effecten en
normale kruipeffecten
De achtergrond van deze vergelijking is het fitten van
resultaten van geometrisch en fysisch niet-lineaire
berekeningen.
CEMENT 5 2023 ?69
rekenen in de praktijk (22)
Aandachtspunten bij ongewapende
wanden
Bij het toepassen van ongewapende wanden moet met
een aantal aandachtspunten rekening worden gehouden:
? Scheurwijdte wordt niet beheerst door wapening. Het
is aannemelijk dat in het geval van belemmeringen,
zoals bij langere wanden, scheuren ontstaan als gevolg
van krimp. Dit is enkel een esthetisch aandachtspunt.
? Betonconstructies in CC2b of hoger moeten maatre-
gelen worden genomen ten aanzien van robuustheid.
Een methode om dat te doen is het toepassen van
trekbanden conform NEN-EN 1991-1-7 bijlage A (infor-
matief).
? Vanwege praktische redenen wordt er vaak in de
wandeinden nog een kopwapening toegepast.
Bronnen
1. EPD Wapeningsstaal voor toepassing in gewapende
betonconstructies, MRPI/Vereniging Wapeningstaal
Nederland.
2. Nationale Milieudatabase Betonmortel. Betonhuis
(categorie 2).
POTENTIËLE MILIEUWINST
Stel dat deze wand gewapend zou zijn, dan zou
minimaal wapening h.o.h. 400 mm moeten worden
toegepast (art. 9.6.2(3)). In de praktijk zal vaak een
iets fijner wapeningsnet worden gekozen, zoals ten
minste Ø6-150 of zelfs fors meer op basis van het
minimum wapeningspercentage.
Stel dat een wapeningsnet # Ø6-150 v/a (6 kg/m²)
zou worden toegepast, dan betekent dat een hoeveel-
heid embodied carbon van 6 kg/m² × 1,02 kg CO
2eq/kg
= 6 kg CO
2 eq / m² [1]. De milieu-impact van het
betonmengsel bedraagt circa 137 kg CO
2 eq/m³ voor
een geoptimaliseerd CEM III mengsel C30/37 [2]. Dat
betekent dat er per m² wand (d = 280 mm) een verdere
milieuwinst haalbaar is van circa 15% door de potentie
van ongewapend beton toe te passen.
Case
Deze case richt zich op de toetsing van een ongewapende betonnen tussenwand, onder een vloerveld met gelijke overspanningen.
Uitgangspunten
wanddikte
280 mm
wandhoogte
3000 mm
betonsterkteklasse
C30/37
milieuklasse
XC1
In een rekenvoorbeeld wordt de capaciteit van een ongewapende betonwand uitgewerkt en de potentiële milieuwinst bepaald. Er wordt een tussenwand beschouwd in een woongebouw met een stramienmaat van 7,2 m en tien bouwlagen. De tussenwand heeft een dikte van 280 mm en een hoogte van 3000 mm. De wand bevindt zich onder een vloerveld met gelijkmatige overspanningen en bij de bepaling van e0 wordt uitgegaan van een ideale tussenwand.
Voor het moment in de wand wordt aangehouden M0Ed = 10 kNm (conservatieve aanname voor ideale tussenwand) en voor de normaalkracht in de onderste wand NEd = 1250 kN en in een hoger gelegen wand NEd = 150 kN.
Reacties