Pijlers
Galgenveldbrug in
geopolymeerbeton
Aantonen gelijkwaardigheid van geopolymeerbeton en de
toepasbaarheid van Eurocode 2
1 Pijler Galgenveldbrug in geopolymeerbeton (foto: Van Hattum en Blankevoort)
1
32? CEMENT 5 20 23
De Galgenveldbrug is een voet-
gangersbrug gelegen over het
Buiksloterkanaal in Amsterdam.
Het verbindt de Buiksloterweg met de Tol-
huistuin. De brug bestaat uit drie overspan-
ningen van elk circa 13,4 m, resulterend in
een totale overspanning van 40,2 m. Gedu-
rende een constructieve inspectie op 15 ok-
tober 2020 zijn ernstige constructieve scha-
des geconstateerd aan de pijlers. De schades
waren van dien aard dat betonherstel niet
meer mogelijk was. Het brugdek is tijdelijk
verwijderd en vervolgens is er voor de pijlers
een nieuw ontwerp gemaakt door Nebest.
Als prestatie-eisen aan het beton golden een
druksterkte van C35/45 en milieuklassen
XC4/XD3/XF4. In de tussentijd is er een
proces opgestart om toepassing van geopo-
lymeerbeton mogelijk te maken. Gemeente Amsterdam wil graag ver-
duurzamen en heeft het gebruik van geopo-
lymeerbeton in het bestek opgenomen om
de CO
2-uitstoot van beton te verlagen. Van
Hattum en Blankevoort heeft samen met
Sqape de gelijkwaardigheid aangetoond en
gepresenteerd aan de omgevingsdienst, die
vervolgens een positief advies heeft uitge-
bracht aan de vergunningverlenende in-
stantie, de gemeente Amsterdam. Aan het
einde van 2022 zijn de bestaande pijlers af-
gebroken, opnieuw gewapend en gestort in
geopolymeerbeton.
Veiligheid op basis van gelijk-
waardigheid
Op grond van de gelijkwaardigheidsbepaling
mag op een andere manier aan een voor-
schrift uit het Bouwbesluit 2012 worden vol-
daan dan is aangegeven [1]. Voorwaarde is
dat de gekozen oplossing minstens dezelfde
mate van veiligheid, bescherming van de
gezondheid, bruikbaarheid en bescherming
van het milieu biedt. In tabel 1 is kort vermeld
hoe hier voor de Galgenveldbrug invulling
aan is gegeven.
Omdat over geopolymeerbeton (nog) niets
is opgenomen in de regelgeving, moet op
basis van deze gelijkwaardigheid worden
aangetoond dat de constructieve integriteit
van geopolymeerbeton vergelijkbaar is met
traditioneel beton. Hiertoe moeten de pres-
taties bekend zijn. Dit betreft mechanische
eigenschappen en technische levensduur. Om
hier invulling aan te geven kan de RTD 1034
Leidraad voor de beoordeling van nieuwe
betonmengsels [2] van Rijkswaterstaat wor-
den gebruikt. Hierin zijn, afhankelijk van
de beoogde toepassing, de verschillende te
onderzoeken eigenschappen benoemd met
de bijbehorende testmethode. Wereldwijd is er al veel onderzoek
gedaan naar de prestaties van geopolymeer-
beton, maar resultaten kunnen niet zomaar
worden overgenomen omdat de samen-
FELIX LEENDERS
Betonadviseur en Constructeur
Van Hattum en Blankevoort auteur
PROJECTGEGEVENS
project
Herstel pijlers
Galgenveldbrug opdrachtgever
Gemeente Amsterdam aannemer
Van Hattum en Blankevoortleverancier
geopolymeerbeton Jansen Beton Amsterdam
bindmiddelleverancier Sqape (type RAMAC)
Geopolymeerbeton staat de laatste tijd flink in de belangstelling. Het aantal constructief
dragende en gewapende elementen in de infrastructuur uitgevoerd in geopolymeerbeton,
is in Nederland echter op ongeveer één hand te tellen. Dit heeft waarschijnlijk te maken
met onder meer prijs, onbekendheid, onderbouwing mechanische eigenschappen en het
garanderen van de technische levensduur. In dit artikel wordt beschreven hoe dit proces is doorlopen bij de onderbouw van de Galgenveldbrug in Amsterdam, met speciale aandacht voor rekenregels uit Eurocode 2 en de technische levensduur.
CEMENT 5 2023 ?33
stelling van de mengsels sterk kunnen ver-
schillen. Het uitvoeren van onderzoek op
Nederlandse mengsels is dus belangrijk. Er
is een groot scala aan mogelijk te onderzoe-
ken eigenschappen. Denk hierbij aan trek-
sterkte, elasticiteitsmodulus, langeduurdruk-
sterkte (1 jaar), hechtsterkte aan wapening,
zwelmechanismen, carbonatatie, chloride-
indringing, elektrische geleidbaarheid,
spanning-rekrelatie, brand en vermoeiing.
Hierbij moet men zich ervan bewust zijn dat
ter plaatse gestort beton als halffabricaat
wordt geleverd (betonspecie) en dat de pres-
taties van het verharde eindproduct (beton)
sterk worden beïnvloed door de mate van
aandacht in de uitvoering. Denk hierbij aan
een correcte nabehandeling en voorkomen
van vroegtijdige blootstelling aan aantastings-
mechanismen.
Rekenen aan geopolymeerbeton
Als de eigenschappen zijn aangetoond, kan
in principe Eurocode 2 (NEN-EN 1992-1-1)
worden gehanteerd om te rekenen aan geo-
polymeerbeton. Maar men moet kritisch
blijven op de invloed van afwijkende eigen-
schappen. In de basis is het bezwijkgedrag,
uitgedrukt in de spanning-rekrelatie, gelijk
aan cementbeton. Wel heeft geopolymeer-
beton een iets hogere stuikrek en een iets
lagere breukrek. De veiligheidsfilosofie van een gewa -
pend element is vergelijkbaar aan cement-
beton [3]. Er is een bepaalde hoeveelheid
minimale wapening nodig om brosse breuk
te voorkomen en er moet niet te veel wape-
ning in het beton zitten om bezwijken op
betonstuik te voorkomen, zonder dat er
excessieve scheurvorming heeft opgetreden
(voldoende rotatiecapaciteit). In de uiterste grenstoestand moet de
maximale momenten- en dwarskrachtcapa-
citeit worden getoetst. Het berekenen van de maximale momentencapaciteit is gelijk aan
cementbeton. De dwarskrachtweerstand is
een complexe samenwerking van hoofdza-
kelijk de deuvelwerking van de getrokken
wapening, interlock in de scheur en de
drukspanningen in de ongescheurde zone.
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan
naar de dwarskrachtcapaciteit van (gewa-
pend) geopolymeerbeton, waaruit blijkt dat
de capaciteit, bezwijkgedrag en scheurpa-
troon vergelijkbaar was met cementbeton
[4, 5, 6]. Deze resultaten zijn op zichzelf niet
verwonderlijk, aangezien bij een gelijke
druksterkte de treksterkte van geopolymeer-
beton iets hoger is. Er is echter wel vervolg-
onderzoek nodig.
In de benadering van de huidige Euro-
code is het interne krachtenspel niet inbe-
grepen. In de Eurocode-benadering wordt de
capaciteit, door middel van een empirische
formule, enkel bepaald door de betondruk-
sterkte (f ck), het wapeningspercentage en de
geometrie. Het is bekend dat de dwarskracht-
weerstand afneemt bij een hoog moment [7]
en dat de treksterkte afneemt in de aanwe-
zigheid van hoge laterale hoofddrukspan-
ningen ('bi-axiale sterkte') [8]. Verder kan
een betere hechting aan de wapening een
negatieve invloed hebben op de dwars-
krachtcapaciteit. Er kan namelijk eerder
splijten optreden bij het twee-assig gedrag
van beton in drukdiagonalen gekruist door
beugels. Of dit in gelijke mate een rol speelt
bij geopolymeerbeton moet nog worden
onderzocht. In geval van significante dwars-
krachten in combinatie met een moment
of trekkracht, kan het raadzaam zijn om
dwarskracht eerder af te wapenen, bijvoor-
beeld vanaf 0,7 V
Rd,c.
De sterkteberekeningen van de Galgen -
veldbrug zijn opgesteld voor C35/45, ongeacht
of het in traditioneel of geopolymeerbeton
zou worden uitgevoerd; beide betontypen
Op grond van de
gelijkwaardig-
heidsbepaling
mag op een
andere manier
aan een
voorschrift uit
het Bouwbesluit
2012 worden
voldaan
GEOPOLYMEERBETON
IN HET KORT
Geopolymeerbeton bestaat net als
cementbeton uit grof en fijn toeslagma-
teriaal, een bindmiddel en water. Verder
kunnen er nog vul- en hulpstoffen aan
worden toegevoegd. Het verschil is dat
het bindmiddel geen cement bevat.
Minerale stoffen (zogenoemde precurs-
ors) worden alkalisch geactiveerd (door
zogenoemde activators). Momenteel zijn
precursors in Nederland veelal geba-
seerd op een blend van hoogovenslak
en vliegas, in verschillende verhoudingen.
Geopolymeerbeton valt in de categorie
AACM's: Alkali Activated Cementitious
Materials.
Tabel 1?Invulling gelijkwaardigheid Galgenveldbrug
voorwaarde gelijkwaardigheidsbepaling wijze aantonen in dossier
dezelfde mate van veiligheid presenteren mechanische eigenschappen en
technische levensduur
bescherming van de gezondheid veiligheidsvoorschrift
bruikbaarheid beschrijven uitvoeringsmethode
bescherming van milieu diffusietest t.b.v. besluit bodemkwaliteit
34? CEMENT 5 20 23
moeten immers aan minimaal dezelfde
druksterktes voldoen. De optredende
dwarskracht was rekenkundig hoger dan de
dwarskrachtcapaciteit van het beton (V
Rd,c),
wat sowieso leidde tot het toepassen van
dwarskrachtbeugels. Vanuit de omgevings-
dienst was het overigens een voorwaarde
om de dwarskracht volledig af te wapenen
ongeacht de optredende dwarskracht.
Hechting wapening en beton
Bij een gewapende betonnen constructie
speelt de hechting tussen wapening en het
materiaal een belangrijke rol. Deze hechting
heeft invloed op onder andere scheurvor-
ming, verankering, krachtsoverdracht tussen
staven, minimale dekking en rotatiecapaci-
teit. Ten aanzien van de hechting gelden
twee mechanismen:
chemische binding van bindmiddel aan
wapening en wrijving;
mechanische binding ofwel interlock tussen
de ribbels van de wapening en het beton.
Eerder is vergelijkend onderzoek uitgevoerd
tussen een op portlandklinker gebaseerd
traditioneel cementbeton en een op vliegas
gebaseerd geopolymeerbeton [9], voor zowel
gladstaal als geribd staal. Hieruit volgt dat het bezwijkpatroon tussen beide beton-
soorten en de maximale hechtsterkte voor
geribte staven vergelijkbaar is (fig. 3 en 4).
Maar er zijn ook verschillen. Zo laat geopoly-
meerbeton een hogere chemische hechting
zien op gladde staven, een lagere piekspan-
ning aan het uiteinde van de staaf bij hogere
belastingen en een hogere spanningsstijf-
heid, wat zich vertaalt in een lagere slip bij
eenzelfde belasting. Door Chang [10] wordt geconcludeerd
dat ter plaatse van overlappingen het bezwijk -
mechanisme door langssplijten bij geopoly-
meerbeton gelijk is aan dat van traditioneel
beton. Alleen bij hogere betonsterkte reageert
het geopolymeerbeton iets brosser. Uitgaande van een gelijke hechtsterkte
en geen hogere piekspanningen van geopo-
lymeerbeton aan geribt wapeningsstaal, zul-
len het scheurpatroon, de benodigde dekking
en overlappings- en verankeringslengtes niet
significant negatief afwijken ten opzichte
van traditioneel beton. Hierom zijn bij de
Galgenveldbrug dan ook dezelfde rekenregels
uit de EC2 gehanteerd. Vanwege het ontbreken van voldoende
onderzoek, is een aandachtspunt of het bij
volledig uitgenutte constructies voldoende is
om constructief de minimale dekking
2 Plaatsen Galgenveldbrug over het Buiksloterkanaal in Amsterdam (foto: Van Hattum en Blankevoort)
2
Van geopoly-
meerbeton is
bekend dat de
elasticiteits-
modulus door-
gaans lager is
en de krimp en
kruip hoger
CEMENT 5 2023 ?35
50 kN
60 kN
70 kN
80 kN
10 kN
20 kN
30 kN
40 kN
Load level
0 5
10
15
20
25
40
35
30
Bond stress (MPa)
20 40 60 80 100 120 0
Distance from the loaded end (mm)
50 kN
60 kN
70 kN
80 kN
10 kN
20 kN
30 kN
40 kN
Load level
0 5
10
15
20
25
30
35
40
Bond stress (MPa)
20 40 60 80 100 120 0
Distance from the loaded-end (mm)
3 4
3 Gemiddelde verdeling hechtsterkte op geribd staal voor geopolymeerbteon [9]
4 Gemiddelde verdeling hechtsterkte op geribd staal voor traditioneel cementbeton [9]
van de staafdiameter te hanteren, vooral bij
grotere diameters. Bij minimale betondek-
kingen, tot bijvoorbeeld de staafdiameter,
zou afsplijten van dekking eerder kunnen
optreden. In de infrabouw zijn de dekkingen
doorgaans groter dan de staafdiameter, zo-
als ook bij de Galgenveldbrug, en is er van-
wege de strenge scheurwijdte-eisen vaak
voldoende overcapaciteit in de UGT, mits de
overlappingen niet tot het minimale zijn ge-
reduceerd. Daarnaast is het de vraag of het
verstandig is alle overlappingen in een kriti-
sche zone te leggen, waar maximaal buigend
moment en maximale dwarskracht samen
optreden; bij overlappingen treden namelijk
ook dwarsspanningen op.
Aanvullend aandachtpunt is dat bij
voorspanning met aanhechting de span-
ningen wel degelijk hoger zijn omdat de
krachtsoverdracht via chemische binding
plaatsvindt. Voor de detaillering van de splijt-
wapening moet hier rekening mee worden
gehouden.
Elasticiteitsmodulus
Van geopolymeerbeton is bekend dat de
elasticiteitsmodulus doorgaans lager is en
de kruip hoger. Dit zal leiden tot meer ver-
vorming. De lagere elasticiteitsmodulus is
het gevolg van een hoger aandeel pasta (een
fenomeen dat ook is te zien bij zelfverdich- tend beton). Overigens heeft het type toeslag
-
materiaal (grind, kalksteen of granulaat)
ook een significante invloed op de elastici-
teitsmodulus bij traditioneel beton met een
bandbreedte van wel 30%. Door gebruik van
grind is de elasticiteitsmodulus 'relatief
hoog' en daardoor vergelijkbaar aan de
waarde van dezelfde sterkteklasse uit de
EC2. Deze ongunstigere eigenschappen van
geopolymeerbeton geven overigens weer
lagere spanningen bij elementen die onder-
hevig zijn aan verhinderde vervormingen [11].
Doorbuiging en vervormingen speelden
geen maatgevende rol bij de pijlers en daar-
om is hier verder geen aandacht aan besteedt.
Krimp
Krimp is een verzamelbegrip van verschil -
lende fenomenen die tot verkorting leiden.
Als krimp tot trekspanningen leidt, dan be-
staat er risico op scheurvorming. De drie
soorten krimp waar standaard in de bereke-
ning rekening mee wordt gehouden, zijn:
uitdrogingskrimp, autogene krimp en
krimp door afkoelen in de hydratatiefase.
De som van uitdrogings- en autogene krimp
van het geopolymeerbeton is hoger dan die
van cementbeton, zoals berekend met de
EC2. Hierbij moet worden opgemerkt dat
metingen van de autogene krimp bij traditi-
oneel beton een enorme spreiding laten zien
36? CEMENT 5 20 23
en deze zelfs vijf keer zo hoog kan zijn als uit
de Eurocode volgt (fig. 5) [12].Voor de pijlers van de Galgenveldbrug
heeft krimp geen invloed en is dit fenomeen
genegeerd. Wanneer krimp wél een signifi-
cante rol speelt, is het advies om een krimp-
proef uit te voeren op het beoogde geopoly-
meermengsel; dit advies geldt uiteraard ook
voor traditioneel beton.
Vermoeiing
Een relatief onbekend mechanisme in geo-
polymeerbeton is vermoeiing. Maar in feite
is daar voor traditioneel beton ook niet alles
over bekend. Er zijn tal van factoren die een rol spe-
len bij het beoordelen van de vermoeiings-
weerstand. Opgedeeld in drie hoofdthema's
zijn er: 1) de belastingkant (grootte van de
belasting, frequentie, mate van impact);
2) berekeningsmethode; 3) materiaalsamen-
stelling. Uit de beperkte hoeveelheid onder-
zoeken volgt dat de vermoeiingsweerstand
van geopolymeerbeton niet significant afwijkt
van cementbeton, zoals Balamuralikrishnan
[13] aantoont voor op vliegas gebaseerd geo-
polymeerbeton. Nader onderzoek is noodza-
kelijk, maar voor licht dynamisch belaste
constructies zijn er geen aanwijzingen die
duiden op een verminderde vermoeiings-
weerstand. De Galgenveldbrug wordt overigens
enkel belast door voetgangers en fietsers en
is daarmee niet onderhevig aan vermoei-
ingsbelasting.
Levensduur
De technische levensduur van beton is af-
hankelijk van de mate waarin het beton én
de
wapening worden beschermd tegen bloot -
stelling aan invloeden van buitenaf, vertaald
in milieuklassen. In N
ederland is nog maar
beperkt ervaring met hoe geopolymeerbeton
zich in de praktijk gedraagt en is de kennis
gebaseerd op laboratoriumonderzoek.
Een van de aantastingsmechanismen
is corrosie ingeleid door carbonatatie, waar-
bij het risico afhankelijk is van de carbona-
tatiegevoeligheid en de alkaliteit van gecar-
bonateerd geopolymeerbeton. Bij een pH > 9
vormt zich een passiveringslaag om het wa-
peningsstaal, wat corroderen voorkomt.
Verhard beton heeft een pH van circa 11 tot
13. Door indringing van koolzuur treedt bij
cementbeton echter een verlaging van de
pH op tot onder 9. Volgens recente wetenschappelijke
publicaties kunnen versnelde carbonatatie-
testen niet worden gebruikt om een voor-
spelling te doen over het corrosierisico of de
levensduur en moet er eigenlijk een geschik-
tere test worden ontwikkeld. Bij de versnel-
de carbonatatietesten in het laboratorium
ontstaat er een ander reactieproduct met
een lagere pH dan wat er in de praktijk
wordt waargenomen [11]. Uit onderzoek aan de TU Delft volgt
dat, ongeacht de omgevingscondities, de pH
van gecarbonateerde geopolymeerpasta's
niet daalde tot onder de 9,2, een waarde
waarbij staal nog gepassiveerd blijft [14].
5
5 Autogene-krimpverkorting traditioneel beton versus berekening EC2 [12]
De pijlers
worden de
komende vijf
jaar gemonitord
om het
vertrouwen te
bevestigen
CEMENT 5 2023 ?37
Uit andere literatuur blijkt dat door carbona-
tatie de pH zelfs niet daalde tot onder de 11 [15]. Voor zowel geopolymeerbeton als ce-
mentbeton met laag klinkergehalte geldt
dat het gecarbonateerde materiaal poreuzer
wordt. Welke invloed dit heeft op andere
aantastingsmechanisme is niet bekend.
Een ander aspect wat leidt tot corrosie is
chloride-indringing, wat voorkomt bij beton
dat wordt blootgesteld aan dooizouten of
zeewater. De weerstand tegen chloride-
indringing is bij niet gecarbonateerd geopo-
lymeerbeton hoger dan bij traditioneel beton,
vooral als het vergeleken wordt met portland -
klinkercement. Niet gecarbonateerd geopo-
lymeerbeton heeft een zeer dichte structuur,
waar chloride moeilijk doorheen diffundeert. Blootstelling aan zeewater heeft ook
inwerking van sulfaten tot gevolg. In traditi-
oneel beton treedt hierdoor een reactie op
met ongereageerd C3A, wat uiteindelijk leidt
tot een expansieve ettringietvorming dat het
cementsteen inwendig kapot drukt. Vanwege
het ontbreken van cement in geopolymeer-
beton treedt dit mechanisme niet op. De weerstand tegen vorst-dooiwisse-
lingen van geopolymeerbeton is net als voor
cemenbeton sterk afhankelijk van de samen -
stelling en de nabehandeling. Geopolymeer-
beton kan in principe zo worden samenge-
steld dat het gelijkwaardig presteert als
traditioneel beton [11, 18]. Het in dit project
toegepaste geopolymeerbeton voldoet aan
de eisen van maximaal massaverlies beho-
rend bij vorstbestandheidsklasse FT1. Het
geopolymeerbeton dat in de jaren 80 en 90
in Rusland is gebruikt, blijkt de strenge om-
standigheden goed doorgekomen te zijn [16].
Er zijn echter ook mengsels die minder goed
presteren [17, 19]. Het is dus geen vaststaan-
de prestatie-eigenschap van geopolymeer-
beton en onderzoek per mengsel is noodza-
kelijk. In de reactieproducten van geopoly-
meerbeton zitten minder calciumgebaseer-
de stoffen, waardoor de weerstand tegen
zuren sterk verbeterd is ten opzichte van
traditioneel beton. Samen met de verhoogde
sulfaatweerstand maakt dat geopolymeer-
beton een zeer goede weerstand biedt tegen
chemische aantasting [11]. Monitoring
Op papier is de gelijkwaardigheid conform
het bouwbesluit aangetoond. Hiermee is er
een gerechtvaardigd vertrouwen dat het
materiaal zich gedraagt zoals we verwacht-
ten en dat de constructieve integriteit ge-
waarborgd is. Toch zijn er mechanismen te
bedenken die misschien negatief kunnen
werken. Zal het carbonatatiefront dermate
diep het beton in gaan dat een significant
deel van de doorsnede poreus wordt? Is bij
toenemende porositeit de wapening vol-
doende beschermd tegen vorst en chloride-
indringing? Gedraagt het materiaal zich ge-
lijk als het volledig verzadigd is met water of
juist volledig uitgedroogd? Blijven hierdoor
de langdurige mechanische eigenschappen
intact? Er zijn tot nu toe geen redenen voor
zorgen over het toegepaste mengsel, maar
toch gaan de pijlers de komende vijf jaar
worden gemonitord om dit vertrouwen te
bevestigen. Dit was een voorwaarde voor de
omgevingsdienst om geopolymeerbeton toe
te mogen passen, maar ook voor Van Hattum
en Blankevoort en Sqape levert dit waarde-
volle informatie op. Er zijn drie aspecten waarop wordt
gemonitord: 1) behoud van mechanische
eigenschappen door elk jaar de druksterkte
en splijttreksterkte te meten van separaat
gemaakte kubussen; 2) bescherming van
wapening tegen corrosie door het staalpo-
tentiaal te meten; 3) visuele inspectie waar-
mee betonschade door bijvoorbeeld vorst
kan worden gesignaleerd.
Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied voor geopolymeerbe-
ton is behoorlijk breed. Wel moet per project
een gedegen afweging worden gemaakt van
de risico's. Bij constructies met bijzondere
of hoge prestatie-eisen, denk aan bijvoor-
beeld hoge vermoeiingsbelastingen of hoge
dwarskrachten, is aanvullend onderzoek
nodig en is uitgebreide praktijk ervaring
wenselijk.
BRONNEN
1?Informatieblad Gelijkwaardigheid
Bouwbesluit 2012.
2?RTD 1034 Leidraad voor de
beoordeling van nieuwe betonmengsels,
Rijkswaterstaat.
3?Kumaravel, S., Thirugnanasambandam,
S., Flexural behaviour of geopolymer
concrete beams, 2013.
4?Visintin, P., Mohamed Ali, M.S., Albitar,
M., Lucas, W., Shear behaviour of
geopolymer concrete beams without
stirrups, 2017.
5?Chang, E.H., Shear and Bond
Behaviour of Reinforced Fly Ash-Based
Geopolymer Concrete Beams, 2009.
6?Cárdenas-Pulido, J, Reyes, J.C.,
Carrillo, J, Ramírez, F, Shear behavior of
geopolymer concrete panels under
diagonal tensile stresses, 2020.
7?Goeij, R. de, Kleinman, C., Interactie
moment en dwarskracht. Cement 2013/8.
8?Roosen, M., Yang Y. Dwarskracht-
weerstand in gebieden zonder
buigscheuren (1). Cement 2021/7.
9?Cui, Y., Zhang, P., Bao. J., Bond Stress
between Steel-Reinforced Bars and Fly
Ash-Based Geopolymer Concrete, 2020.
10?Chang, E.H et al, Bond Behaviour of
Reinfoced Fly Ash-Based Geopolymer
Concrete Beams, 2009.
11?Verweij, M., Geopolymeerbeton: hoe
zit het nu? Betoniek Vakblad 2022/3.
12?Studie autogene krimp, Stutech.
13?Balamuralikrishnan, R., Fatigue
behaviour of geopolymer concrete
beams, 2015.
14?Nedeljkovic, M., Carbonation
mechanism of alkali-activated fly ash
and slag materials, 2019.
15?Preadvies geopolymeerbeton
voorgespannen kanaalplaten, 6 maart
2017.
16?Shi, C., Roy, D, Krivenko, P., Alkali-
Activated Cements and Concretes,
2006.
17?Vermeulen, E., Geopolymeerbeton:
een hype of de toekomst? Betoniek
Vakblad 2022/2.
18?RILEM TC 224-AAM ? Alkali
Activated Materials ? 2014.
19?Zhang, S. Ye, G., Lukovic, M., Herder,
H., Scharringa, A.,, Geopolymeerbeton
voor infrastructurele toepassingen (1).
Cement 2022/7.
38? CEMENT 5 20 23
De Galgenveldbrug is een voetgangersbrug gelegen over het Buiksloterkanaal in Amsterdam. Het verbindt de Buiksloterweg met de Tolhuistuin. De brug bestaat uit drie overspanningen van elk circa 13,4 m, resulterend in een totale overspanning van 40,2 m. Gedurende een constructieve inspectie op 15 oktober 2020 zijn ernstige constructieve schades geconstateerd aan de pijlers. De schades waren van dien aard dat betonherstel niet meer mogelijk was. Het brugdek is tijdelijk verwijderd en vervolgens is er voor de pijlers een nieuw ontwerp gemaakt door Nebest. Als prestatie-eisen aan het beton golden een druksterkte van C35/45 en milieuklassen XC4/XD3/XF4. In de tussentijd is er een proces opgestart om toepassing van geopolymeerbeton mogelijk te maken.
Gemeente Amsterdam wil graag verduurzamen en heeft het gebruik van geopolymeerbeton in het bestek opgenomen om de CO2-uitstoot van beton te verlagen. Van Hattum en Blankevoort heeft samen met Sqape de gelijkwaardigheid aangetoond en gepresenteerd aan de omgevingsdienst, die vervolgens een positief advies heeft uitgebracht aan de vergunningverlenende instantie, de gemeente Amsterdam. Aan het einde van 2022 zijn de bestaande pijlers afgebroken, opnieuw gewapend en gestort in geopolymeerbeton.
Reacties
Henk Wapperom - Betonvereniging 27 september 2023 15:02
Hoeveel is nu de reductie van CO2-uitstoot ten opzichte van CEM III/B?
Gerrit Jan Holtland - Mobilis B.V. 14 juli 2023 08:44
Mooi artikel Felix. Mooie combinatie van betontechnologie en het inwendige krachtenspel in de constructie. Top dat Geopolymeerbeton meer toepassing krijgt.