Het nieuwe distributiecentrum van versbedrijf The Greenery in Breda is ruim 12 m hoog en heeft een rechthoekig plattegrond van 84 x 160 m². Het gebouw heeft een betonnen draagconstructie en is wegens de relatief slechte ondergrond gefundeerd op palen. Betonnen liggers zijn om de 6 m geplaatst en dragen een dak van geprofileerde staalplaten. Die betonnen liggers liggen op moerbalken, die op hun beurt worden ondersteund door betonkolommen volgens een stramien van 12 x 22,80 m².

Vooraan is een mezzanine aanwezig en op beide hoeken is de nodige kantoorruimte voorzien. Om enerzijds binnen in het magazijn een vrije hoogte van 5 m te garanderen ter plaatse van de mezzanine en anderzijds het aanzetniveau van die mezzanine beneden de 6 m te houden, werd op deze plaats een 22,80 m lange vakwerkligger voorzien. De onderregel van die 6 m hoge vakwerkligger fungeert als verdiepingsbalk voor de mezzanine, terwijl de bovenregel als dakbalk fungeert. Dankzij deze constructie kon voor de totale overspanning van 22,80 m de hoogte van de verdiepingsbalk worden beperkt tot 0,5 m, en op die manier toch aan alle ruimtelijke randvoorwaarden worden voldaan.

“Afgelopen 10 jaar heeft Willy Naessens Industriebouw talrijke projecten gerealiseerd in opdracht van WDP”, aldus Chris Verbrugghe, al ruim twintig jaar constructeur bij Willy Naessens Industriebouw. “Het is dan ook geen toeval dat het nieuwe distributiecentrum van The Greenery te vinden is naast een eerder project van Willy Naessens Industrial Buildings voor WDP, het 80.000 m² grote Lidl-distributiecentrum. Normaal gezien zouden onze Nederlandse collega’s instaan voor het constructief ontwerp van dit gebouw, maar door de bijzonder snelle groei in Nederland hebben we dit project vanuit België opgevolgd. Dit logistieke gebouw is best wel representatief voor de bouwwerken die we met Willy Naessens Industriebouw realiseren. En dan verwijs ik met name naar het modulaire gebruik van geprefabriceerde elementen, zoals betonkolommen die onderaan ingeklemd zijn in de fundering en betonbalken die aan hun uiteinden scharnierend zijn opgelegd.”

De ingenieursafdeling van Willy Naessens Industriebouw maakt onder meer gebruik van het 3D-rekenpakket Diamonds van BuildSoft (fig. 2). Chris Verbrugghe: “Diamonds biedt ons de perfecte manier om efficiënt en economisch te ontwerpen. De mogelijkheid om staal en beton in één model door te rekenen is een sterk pluspunt. Met alle productiviteitstools die Diamonds ons biedt, konden we voor dit project binnen een week komen tot een gevalideerd constructief ontwerp. Daarbij maakten we onder meer intensief gebruik van de mogelijkheid om belastingcombinaties te importeren in Diamonds. Rekening houdend met diverse factoren, waaronder de grondcondities en de aanwezigheid van bijzondere belastingen, zoals uit rolbruggen, hebben we door de jaren heen een aantal reeksen van vaste belastingcombinaties ontwikkeld. Omdat we die makkelijk kunnen importeren in Diamonds is het eenvoudig om onze manier van werken te standaardiseren. Binnen een groeiende organisatie, die actief is op verschillende locaties, is dat toch wel een heel belangrijk aspect van efficiënt werken.”

En dan zijn er uiteraard ook nog de uitgebreide rekenmogelijkheden die Diamonds biedt. Verbrugghe: “Daarbij denk ik niet alleen aan de berekening van vervormingen in bruikbaarheidsgrenstoestand (fig. 3) of de berekening van inwendige krachten in uiterste grenstoestand, maatgevend voor de dimensionering van voorgespannen betonelementen (fig. 4), maar ook aan de normcontroles voor elementen in gewapend beton. De wapeningssecties die Diamonds aanlevert worden door ons team meteen omgezet in een wapeningsplan dankzij de macro’s die we daarvoor in Tekla Structures gebruiken.”

“Snelheid, eenvoud en volledigheid zijn sleutelwoorden als ik denk aan de Diamonds-rekensoftware van BuildSoft. En als ik het heb over volledigheid, dan denk in het bijzonder ook aan de mogelijkheden die de flexibele Smart Reporter biedt. Voor elk project maken we met die Diamonds Smart Reporter een digitaal dossier in pdf-formaat. Op die manier kunnen we alle aspecten van het rekenmodel, vertrekkend van het geometrisch model tot en met de resultaten van de berekeningen, vlot delen met het controlebureau.”