Vanwege de groei van de stad Groningen dreigen de belangrijkste verkeersaders de toename van het verkeer niet aan te kunnen. Dit heeft geleid tot het project Aanpak Ring Zuid. Daarbij wordt de zuidelijke ringweg omgebouwd, om de bereikbaarheid, doorstroming, leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Onderdeel van het project zijn twee tunnels in de verbindingswegen in knooppunt Julianaplein.
Twee kruisende tunnels
Complexe omstandigheden voor tunnels
in Julianaplein in Groningen
1 Operatie Julianaplein, de tijdelijke omleiding van het verkeer terwijl de werkzaamheden plaatsvinden, foto: Rijkswaterstaat
1
22? CEMENT 4 20 22
In het project Aanpak Ring Zuid
zijn de N7 en de A28 de belang-
rijkste hoofdwegen (fig. 2).
Het Juli-
anaplein is het knooppunt waar de A28 aan-
sluit op de N7. Het is de grootste en drukste
kruising van Noord-Nederland die momen-
teel gelijkvloers is. Hier komt het verkeer uit
de richtingen Assen, Drachten, Hoogezand
en de binnenstad van Groningen samen. Om
files te vermijden wordt het knooppunt om-
gebouwd tot een ongelijkvloerse kruising
(KW09, fig. 3 en 4). Hiervoor worden twee
tunnels (feitelijk onderdoorgangen, KW09.21
en KW09.22) gerealiseerd, waardoor het ver- keer elkaar over drie niveaus kan kruisen
(fig. 5 en 6).
Geometrie
De onderste tunnel, KW09.21, biedt ruimte
aan twee rijstroken van de verbindingsweg
van de N7, komend vanuit het oosten naar
de A28. Hij is inwendig circa 12 m breed en
circa 235 m lang, waarvan circa 125 m wordt
overdekt. Deze tunnel bestaat uit negen mo-
ten, waarvan er vijf gesloten zijn. Hij bevindt
zich net onder het bestaande maaiveld en
het laagste punt bevind zich circa 3 m onder
het polderpeil.
2 Situatieschets Zuidelijke Ringweg
PROJECTGEGEVENS
project
Aanpak Ring Zuid in Groningen / KW09
tunnels Julianaplein opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer
Combinatie Herepoort (bestaande uit
Max Bögl Nederland, Züblin Nederland,
Oosterhof Holman Infra,
Koninklijke Sjouke Dijkstra, Roelofs Wegenbouw, Jansma Drachten engineering
Witteveen+Bos TIS
BouwQ
Vanwege de groei van de stad Groningen dreigen de
belangrijkste verkeersaders de toename van het verkeer niet aan te kunnen. Dit heeft geleid tot het project Aanpak Ring
Zuid. Daarbij wordt de zuidelijke ringweg omgebouwd, om de bereikbaarheid, doorstroming, leefbaarheid en veiligheid te
verbeteren. Onderdeel van het project zijn twee tunnels in de verbindingswegen in knooppunt Julianaplein.
ING. MAURICE
SCHROER MSENG
Ontwerpleider
Witteveen+Bos auteur
2
CEMENT
4 2022 ?23
De bovenste tunnel, KW09.22, biedt ruimte
aan de verbindingsweg van de A28 naar de
N7 richting het westen. Hij is gemiddeld
circa 12 m breed, circa 172 m lang en is over
circa 95 m gesloten. Deze tunnel bestaat uit
zeven moten, waarvan er vier gesloten zijn.
Deze tunnel ligt volledig boven de grondwa-
terstand.
De bovenste tunnel wordt bovenlangs
gekruist door de N7 en de verbindingsweg
van de A28 naar N7 richting het oosten. Hier
is verkeer op drie verschillende niveaus aan -
wezig (niveau -1/0/+1) (fig. 6). De ontwerpvrij- heid in het alignement is dusdanig beperkt
dat ter
plaatse van de intersectiemoot, de
moot waar de tunnels elkaar kruisen, de tun -
nels in elkaar geïntegreerd moeten zijn. Hier -
door is lokaal de vloer van de bovenste tunnel
g
elijk ook het dak van de onderste tunnel.
De tunnels liggen in een bocht met
een boogstraal van circa 185 m (KW09.21)
respectievelijk circa 86 m (KW09.22), waar-
door vloer en dak onder 5% afschot liggen.
Zettingen en tandconstructies? Omdat de
grondaanvulling varieert tot maximaal een
3 Visualisatie van eindsituatie
4 Bestaande situatie Julianaplein (2013)
3
4
24? CEMENT 4 20 22
hoogte van 10 m ten opzichte van het be-
staande maaiveld en er zettingsgevoelige
grond aanwezig is (fig. 11), is er daar waar
mogelijk circa tien maanden voorbelasting
toegepast. Door het bestaande verkeer en de
kabels en leiding (K&L) was het echter niet
mogelijk om op alle gewenste locaties voor-
belasting toe te passen. Hierdoor moest in
het ontwerp rekening worden gehouden met
zettingen. De tunnels liggen bovendien in
zettingsgevoelig gebied. Als gevolg van fase-
ring en variërende funderingsdrukken, zijn
zettingsverschillen tussen moten onderling
te verwachten wanneer hier geen voorzie-
ningen voor worden getroffen. Om de zet-
tingsverschillen te voorkomen, zijn tandcon-
structies voorzien in de buitenwanden van
de tunnels (fig. 7). Dergelijke tandconstruc-
ties worden normaal toegepast in zinktun -nels en zorgen ervoor dat deze tunnel zich in
lengterichting als een ketting gedraagt. De
werking wordt nader toegelicht bij de uitge-
voerde langsanalyse, verderop in dit artikel.
Pompkelder? Afwatering van beide tunnels
wordt geregeld door één vrijliggende pomp-
kelder (fig. 5). Een pompkelder tegen één
van de tunnels zou alleen bereikbaar zijn
voor onderhoud wanneer de tunnels wor-
den afgesloten, of toegankelijk zijn vanaf de
bovenliggende weg (niveau +1). Door te kie-
zen voor een vrijliggende pompkelder, is
deze bereikbaar vanaf het onderliggende
wegennet en is de diepte beperkt zodat de
kelder kan worden leeggezogen. De pomp-
kelder wordt gerealiseerd in een gesloten
bouwkuip, waarbij de onderwaterbetonvloer
wordt gefundeerd met Gewi-ankers.
5 Bovenaanzicht Julianaplein met waterafvoersyteem en vrijliggende pompkelder
6 Intersectiemoot in BIM
Om de zettings-
verschillen te
voorkomen zijn
tandconstructies
voorzien in de
buitenwanden
van de tunnels
5
6
CEMENT 4 2022 ?25
Fasering uitvoering
De bouwlocatie is complex omdat het gebied
wordt ingesloten door het Noord-Willems-
kanaal aan de westzijde, Rijksmonument
zwembad Papiermolen aan de oostzijde en
woonflats aan de noordzijde (fig. 8). Om de
bestaande verkeersstromen te faciliteren
bevonden zich in het Julianaplein vier on-
derdoorgangen voor het onderliggende
w
egennet, de Julianabrug (brug over het
Noord-Willemskanaal, naast het knooppunt)
en de voetgangerstunnel Papiermolen. Deze
kunstwerken worden gesloopt. De tunnels worden gerealiseerd in
een open ontgraving met spanningsbema-
ling tegen opbarsten van de keileem. De tun-
nels worden grotendeels in het werk gestort.
De tandconstructies worden geprefabri-
ceerd op de vloer ter plaatse van de moot- voegen geplaatst, waarna de wanden tegen
het geprefabriceerde element aan worden
gestort.
Omlegging? Om verkeershinder tijdens de
bouw te beperken wordt het verkeer tijdelijk
omgelegd richting het zuiden van het
J
ulianaplein (fig. 8), en wordt het Noord-
W
illemskanaal gekruist met een hulpbrug.
Door deze omlegging wordt ruimte gecre-
e
erd voor het slopen van de bestaande
kunstwerken en de nieuwbouw van de
J
ulianabrug en de kruisende tunnels. De
omlegging is gerealiseerd tijdens een dertien
weken durende stremming. Hiermee wor-
den vele verkeersomzettingen voorkomen,
wat ten gunste komt voor efficiëntie en ver-
keersveiligheid. Daarnaast is de effi
ciëntie
g
emaximaliseerd door zo veel mogelijk defi-
Omdat onder-
grond en de
belastingen
over de lengte
van de tunnels
aanzienlijk
variëren, is
gekozen om een
dwarsprofiel ter
plaatse van het
hart van iedere
moot en van
ieder mooteinde
te modelleren
7 Om zettingsverschillen te voorkomen, zijn tandconstructies voorzien in de buitenwanden van de tunnels
8 Bovenaanzicht van tijdelijke verkeersituatie tijdens de bouw van de tunnels met omgelegd richting het zuiden van het Julianaplein
7
8
26? CEMENT 4 20 22
Verzamelen en vaststellen
uitgangspunten Geotechniek incl.
interactie constructie
Rapporteren in
Uitgangspuntendocument (ARZ-TD-
SYS-14713)
Structuur ontwerpproces KW09.21 en KW09.22
Opstellen van geotechnische
berekeningen (o.a. Plaxis 2D)
Verificaties geotechniek (zie H3.2).
o.a.:
draagkracht / horizontaal
schuiven
zettingen gebruiksfasebeddingen t.b.v. constructiedamwand kwelkuip
Rapportage DO KW09.21 en
KW09.22 - constructie
Afstemming aanpak en
interactie geotechniek en
constructie
Constructieve berekeningen Output geotechniek als input
voor berekeningen
4
Verzamelen en vaststellen
uitgangspunten Constructie incl.
interactie Geotechniek
Rapporteren in
Uitgangspuntendocument (ARZ-TD-
SYS-14959)
Validatie SCIA en Plaxis
modellen Verificaties constructie, o.a.: tandkrachtenzettingverschillenwapening betondoorsnede
Rapportage DO KW09.21 en
KW09.22 - geotechniek
9 Structuur ontwerpproces
9
nitief werk mee te nemen met deze tijde lijk e
omlegging.
Aanvulling
Nadat de onderste tunnel is gerealiseerd
wordt deze aan de buitenzijde aangevuld
met zand. Zodra de aanvulling voldoende
verdicht is en op overige kritische locatie
consolidatie heeft plaatsgevonden, kan de
bovenste tunnel worden gerealiseerd op de
aanvulling. Nadat de bovenste tunnel gereed
is, kan de volledige aanvulling en inrichting
van het Julianaplein worden gerealiseerd. De tunnels worden gefaseerd in ge-
bruik genomen, zodat de tijdelijke wegom-
legging in fasen omgebouwd kan worden
naar de definitieve situatie.
Ontwerpproces? Voorafgaand aan het daad-
werkelijk opstellen van het Definitief Ont-
werp is uitvoering aandacht besteed aan de
complexiteit en de risico's. In het plan van
aanpak lag de focus op de geotechnische
complexiteit van de omgeving en fasering,
en aan wat dit betekent voor de uit te voeren
berekeningen. Daarnaast is er uitvoerig af-
stemming geweest over het raakvlak tussen de geotechnische en de constructieve bere-
keningen. De beperking in ontwerpvrijheid
van de tandconstructies en de constructie-
afmetingen zorgde er indirect voor dat de
geotechnische berekeningen op hetzelfde
detailniveau moesten worden uitgewerkt.
Dit betekent dat belastingen en faseringen
veel gedetailleerder in de geotechnische
berekeningen zijn uitwerkt dan gebruikelijk.
En omdat het goed bepalen van de zettings-
verschillen cruciaal was, moest interactie
tussen geotechnisch en constructief ont-
werp plaatsvinden op realistische verwach-
tingswaarden. Daar waar normaal gesproken
conservatieve aannames in zettingen en
stijfheiden acceptabel zijn en de interactie
aanzienlijk vereenvoudigen. Het ontwerp-
proces is globaal weergegeven in figuur 9.
Geotechniek
De ondergrond ter plaatse van kunstwerk
KW09 heeft een complexe opbouw vanwege
zowel de geologische geschiedenis (invloed
uitlopers Hondsrug), als antropogene boven
-
lagen vanuit de aanleg van de N7 en A28.
In figuur
10 is schetsmatig weergeven hoe
beide tunnels zijn gesitueerd ten opzichte
CEMENT 4 2022 ?27
van de situatie bij aanleg van de N7 en het
Julianaplein. Hieruit wordt duidelijk dat de
tunnels deels in het gebied liggen waarin
droog is ontgraven en deels in het gebied
waarin is gebaggerd. Daarnaast kruisen beide
tunnels de aardewallen die destijds zijn aan-
gelegd.
Deze aspecten hebben geleid tot de
grillige grondopbouw. Desondanks is voor
de tunnels gekozen voor een fundatie op
staal. Anders zou voor het beperken van de
omgevingsbeïnvloeding een trillingsvrij
paalsysteem nodig zijn, wat erg kostbaar zou
worden. Door de aanwezigheid van circa 6 m
gronddekking op de onderste tunnel en een
grote belasting door negatieve kleef, zouden
erg veel zware palen benodigd zijn. Daar-
naast was het toepassen grondverbetering
en voorbelasting bij een fundering op staal
weinig kostenverhogend, omdat het grond-
werk grotendeels toch al moest worden uit-
gevoerd vanwege tijdelijk werk en sloopwerk
of omdat het reeds nodig was voor de eind-
situatie. Over de lengte van de tunnels variëren
de ondergrond en de belastingen aanzienlijk.
Daarnaast is er een beperking in maximale
sterkte van de dwarskrachtverbindingen,
waardoor differentiatie in berekende ver-
plaatsingen en stijfheden noodzakelijk is
(meer hierover onder kopje 'Tandconstruc-
tie'). Daarom is gekozen om in Plaxis een
dwarsprofiel ter plaatse van het hart van
iedere moot en van ieder het mooteinde te modelleren, en de geotechnische toetsen uit
te voeren. In figuur 11 staan de locaties van
de gemaakte 34 dwarsprofielen.
De Plaxis 2D-berekeningen geven in-
zicht in hoe grond en constructie zich ge-
dragen dwars op de tunnel. Ter plaatse van
het dwarsprofiel 21-03 (fig. 12) heeft de grote
eenzijdige grondaanvulling ertoe geleid dat
deze in gewapende grond moet worden uit-
gevoerd. Een luchtspouw van 10 cm tussen
gewapende grond en tunnel zorgt ervoor dat
de horizontale belasting tegen de tunnel
aanzienlijk wordt verminderd. De toename van de verticale korrel-
spanning door de grondaanvulling naast de
tunnel, is hoger dan onder de vloer. Hier-
door zorgt het grondmassief naast de tunnel
ervoor dat ter plaatse van de wanden de zet-
ting groter is dan ter plaatse van de vloer.
Hoe dit effect is meegenomen in de bereke-
ning is beschreven onder kopje 'Constructief '. Op basis van verplaatsingen bij een
eenheidslast is de kortetermijnbedding
bepaald. Hierbij zijn per snede drie zones
gedefinieerd, te weten wand links, vloer en
wand rechts (fig. 13 en 14). Dit onderscheid
is van belang voor de momenten in de vloer,
maar ook voor de verdeling van de tand-
krachten over beide wanden links en rechts.
De berekeningsresultaten per dwarsprofiel
zijn in grafieken geplot, zodat resultaten
over de lengte van de tunnel kunnen worden
vergeleken (fig. 14). De Plaxis-berekeningen
zijn geautomatiseerd en de vergelijking tus-
Voor de
langsanalyse is
gekozen voor een
3D-staafmodel
waarbij de
staven elastisch
zijn ondersteund
en de mootvoegen
scharnierend
zijn gemodelleerd
10 Antropogene verstoringen waaronder onderscheid nat en droog ontgraven bij aanleg huidige N7 (1964)
10
28? CEMENT 4 20 22
11 Gemaakte dwarsprofielen KW09.21 (links) en KW09.22 (rechts)
12 Dwarsprofiel 21-03 in Plaxis
13 SCIA 3D-plaatmodel t.b.v. dwarsanalyse
11
12
13
sen dwarsprofielen maken het mogelijk om
te beoordelen of dat de resultaten voldoen
aan de verwachtingen en afwijkingen ver-
klaarbaar zijn.
Constructief
Daar waar de geotechnische berekening zich
beperkte tot de 2D-snedeberekeningen, is
bij de constructieberekeningen de langs- én
dwarsrichting van de tunnels beschouwd. Aangezien de zettingen en tandkrachten als
meest kritisch werden beschouwd, zijn deze
als eerst berekend.
Langsanalyse? Voor de langsanalyse is geko-
zen voor een 3D-staafmodel waarbij de sta-
ven elastisch zijn ondersteund (fig. 15). Ter
plaatse van de mootvoegen zijn scharnieren
gemodelleerd. Door middel van een gecom-
bineerde langsanalyse van beide tunnels,
Qa,b,c = U z;a,b,c × k eindfase
? Q a,b,c E en 'opgelegde belasting' die de verschilverplaatsin- gen U
z;a,b,c simuleert. Ingevoerd in lengterichting over
dezelfde lengte als de bijbehorende k
eindfase , dus over
een halve mootlengte. In breedterichting ingevoerd
als trapez-last lineair tussen de punten 'links'?'mid-
den'?'rechts'.
? U
z;a,b,c Het verschil tussen het gemiddelde en de lokale ver- plaatsingen over de breedte van de snede.
? k
eindfase De gemiddelde bedding o ver de breedte van de vloer
door toepassing van dummy belasting in de eindfase
(gebruiksfase). Bepaald in Plaxis per snede. Ingevoerd
in constructief model over een hlave mootlengte.
CEMENT 4 2022 ?29
zijn de nokkrachten van de bovenste tunnel
op de onderste tunnel ter plaatse van de
intersectiemoot bepaald.Bij het bepalen van de tandkrachten,
is conform de ROK rekening gehouden met
onzekerheid door de bedding als schaak-
bord te reduceren met 25% voor de grond-
verbetering onder de tunnel (fig. 16). In het SCIA-model is gerekend met
kortetemijnbeddingen. Het effect van zet-
tingsverschillen is in rekening gebracht
door middel van een belasting, die is geba-
seerd op de kortetermijnbedding en de zet-
tingen. De herverdeling van de constructie
in lengterichting zorgt ervoor dat verschil-
len in berekeningsresultaten per snede wor-
den gemiddeld. In figuur 17 is met een blau-
we lijn het zettingsverloop per snede conform
geotechnische berekening weergegeven, en
de rode lijn is de verplaatsing van de con-
structie zoals volgt uit de langsanalyse. Het grillige verloop in verticale ver-
plaatsingen bevestigde de verwachtingen uit
de risicoanalyse. De langsanalyse is daarom ook gebruikt voor het controleren van de
langsvlakheid ten behoeve van rijcomfort,
de gaping van de voegen en het effect op het
verhang van de waterafvoer.
Dwarsanalyse? Voor de effecten in dwars-
richting en overdracht van torsie naar de
andere moot is een dwarsanalyse opgesteld.
Door middel van een 3D-plaatmodel van
twee halve moten, is naar verhouding be-
paald met welke ongelijke verdeling tussen
beide wanden rekening moet worden gehou-
den (fig. 13). In de dwarsanalyse is het effect
van verschillende stijfheiden en zettingen
onder de vloer in rekening gebracht, maar
ook het effect van de positie van verkeer
nabij een wand en het horizontale verkeers-
belasting boven op de tunnel.
Tandconstructies? Uit de langs- en dwars-
analyse bleek dat er qua tandkrachten
onderscheid te maken is tussen de open-,
gesloten- en intersectiemoot. Daarom is
besloten om drie typen tandconstructies
14 Zettingen op verschillende posities
15 SCIA-model langsanalyse tunnels KW09.21 en KW09.22
15
14
30? CEMENT 4 20 22
-60,0
-50,0 -40,0 -30,0
-20,0 -10,00,0
Verticale vervormingen KW09.21
Plaxis uitvoerSCIA uitvoer
toe te passen. Per type zijn de dimensies,
wapening en opleggingen bepaald (fig. 18).
Bij de zwaarste nokken is de maximale
sterkte van de tandconstructie bereikt door
de nokken 1/3 van de wandhoogte en even
dik als de wand te maken. Er is gekozen voor
het toepassen van rubber opleggingen, zodat
rotaties niet leiden tot piekspanningen in
het oplegvlak. De opleggingen zijn ontwor-
pen op 100 jaar levensduur, zodat vervan-
ging binnen ontwerplevensduur niet nood-
zakelijk is.
Overige constructieve toetsen? Voor de ove-
rige constructieve toetsen is een 3D-plaat-
model per moot opgesteld. Speciale moten
hierbij zijn de gekromde tunnelmonden en
de intersectiemoot. Hierbij is ter plaatse van
de wand- en vloerzone de kortetermijnbed-
ding gevarieerd met ?2, in verband met on- zekerheid in het gedrag van de ondergrond,
en is de zetting als belasting ingevoerd. De
tandkrachten die volgen uit de langs- en
dwarsanalyse zijn ingevoerd als belasting.
Brandwerendheid? De tunnels moeten weer-
stand bieden aan 120 minuten brandduur
conform RWS-brandkromme. Op basis van
eerdere ervaringen met brandwerende
mengsels is besloten een projectspecifiek
betonmengsel met PP-vezel toe te passen.
Om de brandwerendheid van het mengsel
aan te tonen, zijn brandproeven uitgevoerd.
Om bij brand de opleggingen en waterkeren-
de voegprofielen te beschermen, worden de
voegen gevuld met brandwerende kit.
Seismische analyse? Naar aanleiding van de
in Groningen reeds opgetreden aardbevings-
schade, is in dit project voorgeschreven
16 Principe gereduceerde bedding (schaakbord) t.b.v. bepalen tandkrachten
17 Verplaatsingen van de tunnel met en zonder herverdeling
16
17
CEMENT 4 2022 ?31
dat kunstwerken bevingsbestendig moeten
zijn. Hiertoe is een seismische analyse uitge-
voerd in langs- en dwarsrichting. Eerst is in
Strata een 1D-grondresponse-analyse uitge-
voerd, om de effecten van de lokale ondiepe
ondergrond te kwantificeren en een maat
voor de grondverplaatsing vast te stellen.
Daarna is in Diana de langsanalyse van de
tunnel uitgevoerd (fig. 19), waarin de invloed
van passerende aardbevingsgolven in relatie
tot de tunnelgeometrie inzichtelijk wordt ge-
maakt. In deze analyse zijn beide kunstwer-
ken als losse tunnels beschouwd en is geen
analyse gedaan van eventuele interactie
tussen beide kunstwerken, wanneer deze
verbonden zijn met elkaar.De kruisende tunnelmoten ervaren
in beide modellen een gelijke translatie
vanuit de opgelegde verplaatsing op de
tunnel. Dit omdat deze vanuit dezelfde aard-
bevingssignalen komen, hetgeen kinemati -
sche interactiekrachten beperkt. Verder is het zo dat de golven die zorgen voor maxi
-
male dwarskrachten op nokken van de
tunnel, voor de tunnel in de andere richting
een beperkt effect hebben. Te meer omdat
dit dan een andere hoek van inval van de
golf betreft.
Validaties
Bij aanvang van het ontwerp van de krui-
sende tunnels in knooppunt Julianaplein is
de complexiteit als gevolg van fasering, om-
geving, ondergrond en beperkingen in con-
structieve afmetingen goed verkend. Hier-
voor is een goed doordacht plan van aanpak
opgesteld, dat voorafgaand aan het ontwerp-
werk is gevalideerd bij de aannemer, op-
drachtgever en de TIS. Gedurende het ont-
werpproces zijn er tussentijdse validaties
geweest met de partijen om te beoordelen
of er bijgestuurd moest worden ten opzichte
van het plan. Dit heeft geleid tot soepele
acceptatie van het Definitief Ontwerp.
18
19
18 Doorsnede over tandconstructie voorzien van wapeningsprincipe 19 1D-analyse in FEM (Diana) 32? CEMENT 4 20 22
Projectgegevens
Project: Aanpak Ring Zuid in Groningen / KW09 tunnels Julianaplein
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat
Opdrachtnemer: Combinatie Herepoort (bestaande uit Max Bögl Nederland, Züblin Nederland, Oosterhof Holman Infra, Koninklijke Sjouke Dijkstra, Roelofs Wegenbouw, Jansma Drachten
Engineering: Witteveen+Bos
TIS: BouwQ
In het project Aanpak Ring Zuid zijn de N7 en de A28 de belangrijkste hoofdwegen (fig. 2). Het Julianaplein is het knooppunt waar de A28 aansluit op de N7. Het is de grootste en drukste kruising van Noord-Nederland die momenteel gelijkvloers is. Hier komt het verkeer uit de richtingen Assen, Drachten, Hoogezand en de binnenstad van Groningen samen. Om files te vermijden wordt het knooppunt omgebouwd tot een ongelijkvloerse kruising (KW09, fig. 3 en 4). Hiervoor worden twee tunnels (feitelijk onderdoorgangen, KW09.21 en KW09.22) gerealiseerd, waardoor het verkeer elkaar over drie niveaus kan kruisen (fig. 5 en 6).
Reacties
Hans Pauw - Civieltechnisch Advirsbureau Pauw BV 24 juli 2022 23:36
Mooi en complex project! Succes !! mvg Hans Pauw
Abdelkader - Akson 19 juli 2022 06:38
Mooi uitdagend project voor de toekomstige mobiliteit rondom Groningen