?64? ?Vraag 1.01.4.3: ScheurvormingDe norm gaat voorbij aan het feit dat er eenrelatie is tussen het verhinderde gedeeltevan een opgelegde vervorming en uitwendi-ge belastingen. Dit uit zich in de principi?lefout datbij de toetsing vaneen onvolkomenscheurpatroon, de staalspanning asr (despanning die ontstaat ten gevolge van deovername van de inwendige betonspannin"gen op hetmoment van scheuren) wordtver-hoogd met de spanningen ten gevolge vande uitwendige belastingen as'Ter illustratie: Brengt men op een trekstaafmetgefixeerde uiteinden een opgelegde ver-vorming in de vorm van een verkorting aan(afkoeling, krimp), dan zal er een Qplegreac-tie ter plaatse van de uiteinden ontstaan.Brengt men daarna een uitwendige trekbe-lasting aan op de staaf, dan zal de spanningin de staaf niet veranderen totdat de trekbe-lasting de oplegreactie overschrijdt.AntwoordDe door de vragensteller gegeven beschrij-vingvan een combinatie van verhinderde op-gelegde vervorming Ev en een uitwendige be-lasting F op een tweezijdig gefixeerde trek-staaf is alleen juist, indien beide effecteneen normaalkracht in de staaf oproepen. Inditgeval issprakevan een opgelegdeverhin"derdevervorming Ev van detrekstaafzelf (fig.13a). Indien alleen dit soort gevallen zich inde praktijk zou voordoen, zou het verant-woord zijn optelling achterwege te laten.Het beschreven gedrag gaat echter nietrneer op indien de opgelegde vervormingenbijvoorbeeld alleen momenten, en de belas-tingalleen een normaalkrachtin hetelementoproepen (tig. 13b). Mede om dit soort ge-vallen relatiefeenvoudig, maartoch 'veilig' teregelen, is de huidige VBC-formulering met(asr + as) gekozen.Daarbij is ook overwogen dat er gevallen zijnwaarbij een constructie-onderdeel (bijvoor-beeld element Bin figuur 13c) wordt onder-worpen aan een opgelegde vervorming (dieuitstijgt boven het niveau zoals gesteld in4.3.3) van een ander constructiedeel (bij-voorbeeld krimp Evvan elementA), endaarbijook nog een uitwendige belasting Fkrijgt teverwerken.~itw 1f- c::;>-::;_E_v_