Maastricht, Eindhoven, Wormerveer, Nijmegen; het zijn inmiddels begrippen geworden die synoniem staan voor wat er mis kan gaan in de bouw. Hoewel de incidenten telkens zeer serieus werden genomen, er diverse onderzoeken zijn uitgevoerd en acties in gang zijn gezet, lijkt het aantal maar niet af te nemen. De meest recente initiatieven, onder meer naar aanleiding van een oproep van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, moeten nu het tij doen keren.
Werken aan
constructieve veiligheid
Inleiding artikelenserie over constructieve veiligheid
1 Bouwwerkzaamheden in de wijk Katendrecht, Rotterdam, foto: Frans Willem Blok
1
60? CEMENT 1 20 22
Instortingen in de bouw zijn van
alle tijden, maar de laatste jaren
is de aandacht ervoor enorm toe-
genomen.
Komt dat doordat de informa-
tievoorziening beter wordt of is er meer aan
de hand? Een greep uit de incidenten die de
afgelopen twintig jaar het landelijke nieuws
haalden: de instorting van het parkeerdek
bij het Van der Valk Hotel in Tiel (2002), de
instorting van vijf balkons in Patio Sevilla in
Maastricht (2003), een scheur en een ver-
zakking in het dak van parkeergarage op het
Bos en Lommerplein in Amsterdam (2006),
een ingestorte betonvloer van de B-Tower
in Rotterdam (2010, foto 2), de gedeeltelijke
instorting van het dak van de Grolsch Veste
(2011, foto 3), de gedeeltelijke instorting van
de parkeergarage bij Eindhoven Airport
(2017, foto 4), de ingestorte parkeergarage
in Wormerveer (2018) en de gedeeltelijke
instorting van het tribunedak van het AZ-
stadion in Alkmaar (2019, foto 5). Recent
(oktober 2021) kan aan dit rijtje het bezwijken
van een tribune-element in het NEC-stadion
in Nijmegen worden toegevoegd.
Onderzoeken
Telkens deden de instortingen het nodige
stof opwaaien en vaak volgden er uitgebreide
onderzoeken. Hierbij werd zowel naar de
techniek gekeken als naar de procesmatige
oorzaken en de organisatie van het ontwerp-
en bouwproces. Dit artikel richt zich met
name op deze laatste invalshoek. Zo deed gemeente Amsterdam onder-
zoek naar het Bos en Lommerplein en onder- zocht de VROM-inspectie de incidenten
door sneeuwval en wateraccumulatie. Ook
de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)
richtte zijn pijlen sinds de oprichting in
2005 meerdere malen op de bouw. In 2006
verscheen het eerste rapport naar aanlei-
ding van vier incidenten met vallende gevel
-
platen. Bij twee recente onderzoeken van de
OVV, in 2018 en 2020, ging het specifiek om
constructieve veiligheid. In 2018 verscheen het rapport 'Bou-
wen aan constructieve veiligheid' naar aan-
leiding van de gedeeltelijke instorting van de
parkeergarage bij Eindhoven Airport. Naast
fouten in het ontwerp ? de naden tussen de
breedplaten bevonden zich in het midden
van de overspanning waardoor het detail
zeer kwetsbaar was ? was het ongeluk vol-
gens de OVV te wijten aan tekortkomingen
in het proces en de uitvoering. De bouw
leert onvoldoende van ongevallen, bouw-
werken worden nog te vaak als uniek be-
schouwd, er is een te grote focus op lage
prijs en er is te veel versnippering. Kort erna, in 2020, verscheen het rap-
port 'Verborgen gebreken'. Dit naar aanlei-
ding van de instorting van het tribunedak
van het AZ-stadion in Alkmaar, veroorzaakt
door een slechte lasverbinding in het staal.
De belangrijkste conclusie ? naast een be-
vestiging van de bevindingen uit het eerder
verschenen rapport over 'Eindhoven' ? was
dat de periodieke aandacht voor construc-
tieve veiligheid in de gebruiksfase van ge-
bouwen onvoldoende is geborgd. Bij gebouw-
eigenaren staat de zorgplicht niet op het
IR. BOB GIESKENS
VNconstructeurs
IR. JACQUES LINSSEN Redactie Cement / Aeneas Media auteurs
Maastricht, Eindhoven, Wormerveer, Nijmegen; het zijn inmiddels begrippen geworden die
synoniem staan voor wat er mis kan gaan in de bouw. Hoewel de incidenten telkens zeer
serieus werden genomen, er diverse onderzoeken zijn uitgevoerd en acties in gang zijn gezet,
lijkt het aantal maar niet af te nemen. De meest recente initiatieven, onder meer naar aanleiding van een oproep van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, moeten nu het tij doen keren.
CEMENT 1 2022 ?61
netvlies en de overheid houdt geen actief
toezicht. De OVV adviseerde om voor grote
publieke gebouwen een periodieke controle
van de constructie verplicht te stellen.
Initiatieven voor verbetering
De veelheid aan incidenten en onderzoeken
heeft ertoe geleid dat het onderwerp con-
structieve veiligheid al zo'n 20 jaar volop in
de belangstelling staat, ook in de construc-
teurswereld. Het besef ontstond dat con-
structieve veiligheid de resultante is van een
keten van partijen, zowel publiek als privaat,
en zowel individueel als collectief. En er
werden diverse initiatieven gestart, vanuit
verschillende partijen, zoals VNconstruc-
teurs, Koninklijke NLingenieurs en Konink-
lijke Bouwend Nederland. Ieder vanuit de
eigen verantwoordelijkheid en rol, maar wel
werd er nadrukkelijk samengewerkt. Zo startte in 2006 het programma
'Leren van instortingen' van CUR Bouw &
Infra, gevolgd door het Plan van Aanpak Constructieve Veiligheid (op initiatief van de
Betonvereniging) in datzelfde jaar en de op-
richting van het Platform Constructieve Vei-
ligheid, twee jaar later. Dit platform was een
samenwerkingsverband tussen overheden,
opdrachtgevers, bouwbedrijven en ingeni-
eursbureaus en had als doel de aandacht
voor en de borging van constructieve veilig-
heid tot een vanzelfsprekendheid te maken.
In 2008 verscheen het eerste Compen-
dium Aanpak Constructieve Veiligheid (her-
zien in 2011 en in 2018 omgezet naar het di-
gitale Kennisportaal Constructieve Veiligheid).
Daarin worden bestaande instrumenten en
inzichten in één samenhangend kader gepre-
senteerd. In 2009 werd het ABC-meldpunt
opgericht, waarin incidenten werden gemeld,
geanalyseerd en de conclusies gedeeld om
zo herhalingen te voorkomen. Sinds 2010
bestaat het Constructeursregister, dat het
voor buitenstaanders inzichtelijk maakt dat
er verschil in kwaliteit van medewerkers
bestaat bij de verschillende bureaus en dat
moet helpen bij het selecteren van een con-
structeur.
Relatieve stilte
Na deze veelheid aan plannen en initiatieven,
volgde een periode waarin de aandacht
schijnbaar iets afnam. Het Platform Con-
structieve Veiligheid stopte en ook het
ABC-meldpunt hield op te bestaan. Een van
de oorzaken was het verdwijnen van finan-
ciering vanuit de overheid en een aantal
betrokken brancheorganisaties, mede van-
wege het deels wegvallen van collectieve
middelen, zoals de O&O-gelden. Daardoor
kwamen ook enkele kennisinstellingen in
zwaar weer terecht, waardoor de mogelijk-
heden om richtlijnen te onderzoeken, te
ontwikkelen en te onderhouden werden
beperkt. Ook het Constructeursregister
heeft nog niet de gewenste omvang bereikt.
Weliswaar werd een groot aantal construc-
teurs beëdigd, maar de groei stagneert en de
vraag naar Registerontwerpers en Register-
constructeurs vanuit opdrachtgevers is er
nog altijd niet of nauwelijks. Hoewel het gevoel van urgentie tijde-
lijk verdween, nam de bewustwording van
risico's in die periode ontegenzeggelijk toe.
Maar dit leidde niet tot een geborgde werk-
De OVV sprak
zijn zorg uit dat
de bevindingen
nog niet tot
substantiële
veranderingen
in de bouwsector
hebben geleid
REACTIE KERNCOALITIE EN STUURGROEP PROGRAMMA
'VEILIGHEID IN DE BOUW'
Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen. Ieder
vult die verantwoordelijkheid in vanuit zijn eigen rol en expertise. Maar is er
meer nodig. Regie en afstemming tussen partijen gedurende ontwerp, realisa-
tie en beheer van bouwwerken is cruciaal. Daarom zijn opdrachtgevers, advi-
seurs en bouwbedrijven gezamenlijk het verbeterprogramma 'Veiligheid in de
Bouw' gestart. De voorstellen tot verbetering komen uit de praktijk. Ze geven
erkenning aan de expertise en het vakmanschap die we gezamenlijk hebben
opgebouwd. En ze geven richting en duidelijkheid.
In de implementatiefase, die vorig jaar is begonnen, passen we de ontwikkelde
visie toe in leerprojecten. Voor het slagen van het verbeterprogramma is het
van belang dat de ervaringen en resultaten uit deze leerprojecten breed wor-
den gedeeld. Om de sector mee te krijgen in de beweging is het van belang
dat de visie breed bekend en geaccepteerd is. Dat geldt ook voor de praktijk-
ervaringen met alle kansen en belemmeringen die blijken uit de praktijk.
Als stuurgroep en kerncoalitie van het programma 'Veiligheid in de Bouw' zijn
we dan ook verheugd met de artikelenreeks die Cement samen met VNcon-
structeurs heeft geïnitieerd. Constructieve veiligheid is een belangrijke pijler
van ons programma, en de lezers van Cement kunnen mede het verschil
maken. Doe er uw voordeel mee!
Namens Governance Code Veiligheid in de Bouw, het Opdrachtgeversforum in de
bouw, Koninklijke Bouwend Nederland, VNconstructeurs en Koninklijke NLingenieurs
62? CEMENT 1 20 22
wijze met structureel betere resultaten. Ook
was er geen sprake van een vorm van cen-
trale regie of sturing. Wat in deze ontwikkeling niet onge-
noemd mag blijven, is de rol van overheid
en opdrachtgevers (zowel publiek als pri-
vaat). Een landelijke trend was een terug-
trekkende overheid en een afname van be-
reidheid, kennis en budget om inhoudelijk
te participeren. Veel verantwoordelijkheden
werden neergelegd bij de markt. De markt
heeft deze beweging echter niet volledig
kunnen compenseren. Ook voor opdracht-
gevers geldt, al sinds begin van deze eeuw,
dat het moeilijk is hen echt aan te haken en
(collectief ) medeverantwoordelijkheid te
laten nemen. Uitzondering vormt wellicht de
Gedragscode van NEPROM, maar die is in
de praktijk niet of nauwelijks gehandhaafd.
Ook bij de Governance Code Veiligheid in de Bouw en het Opdrachtgeversforum stond
constructieve veiligheid in de praktijk nooit
echt op de agenda. En de aandacht die er
was, kwam voornamelijk vanuit de grote
publieke opdrachtgevers.
Impuls
Ook qua incidenten bleef het een aantal jaren
relatief rustig. Tot 2017, toen de parkeer-
garage bij Eindhoven Airport gedeeltelijke
instortte. Het daarop volgende OVV-rapport
'Bouwen aan constructieve veiligheid' (2018)
zorgde voor een flinke impuls in de sector
om opnieuw met het thema aan de slag te
gaan. De kernboodschap in dat rapport was
zonneklaar: er is onvoldoende zorg voor
constructieve veiligheid en dat moet anders.
De OVV sprak zijn zorg uit dat de bevindin-
gen uit eerdere onderzoeken nog niet tot
substantiële veranderingen in de bouw
-
2 In 2010 stortte in de B-Tower in Rotterdam een betonvloer in, foto: KLPD
De reactie van
de sector kon
op waardering
rekenen van
de OVV
2
CEMENT 1 2022 ?63
3 In 2011 stortte een deel van het dak van Grolsch Veste in, foto: Holland Luchtfoto
SAMENWERKENDE PARTIJEN
Aan het programma 'Veiligheid in de Bouw' wordt door de volgende vijf partijen
samengewerkt:
?
De k
erngroep Governance Code Veiligheid in de Bouw: samenwerkingsver-
band van een aantal grote bouwbedrijven, publieke opdrachtgevers, advies-
bureaus en installatiebedrijven
?
Het Opdr
achtgeversforum in de Bouw: samenwerkingsverband van een aantal
publieke opdrachtgevers
?
K
oninklijke Bouwend Nederland: brancheorganisatie van bouw- en infrabedrijven
?
De V
ereniging Nederlandse Constructeurs: brancheorganisatie van constructie-
adviesbureaus
?
K
oninklijke NLIngenieurs: brancheorganisatie van advies- en ingenieursbureaus
Deze vijf partijen hebben gezamenlijk een stuurgroep, kerncoalitie en werkgroepen
ingericht om het programma te implementeren.
Vaak wordt ook gesproken over het TOPoverleg. Dit is een regulier overleg tussen
Koninklijke Bouwend Nederland, een aantal van hun grote leden en een aantal
grote publieke opdrachtgevers. In een van deze overleggen werd de conclusie
getrokken dat een gezamenlijke aanpak, en dus ook een gezamenlijke reactie
op de aanbevelingen van de OVV, wenselijk en noodzakelijk is. Het TOPoverleg
werd voor dit doel tijdelijk uitgebreid met VNconstructeurs, Koninklijke NLIngeni-
eurs en een aantal van hun grotere leden; dit werd het TOPoverleg Veiligheid
genoemd. Dit overleg heeft geen rol (meer) bij de aansturing van het genoemde
programma.
DOCUMENTEN
Enkele belangrijke, deels in dit artikel
genoemde documenten (in de online versie
van dit artikel staan links naar de betref-
fende documenten):
?
R
apport OVV 'Bouwen aan construc -
tieve veiligheid ? Lessen uit instorting
parkeergebouw Eindhoven' (oktober
2018)
?
Aanbe
velingen OVV 'Bouwen aan con-
structieve veiligheid' (oktober 2018)
?
Brie
f samenwerkende partijen met
reactie op rapport en aanbevelingen
OVV (oktober 2019)
?
R
eactie OVV op brief samenwerkende
partijen (februari 2020)
?
R
eactie samenwerkende partijen op
reactie OVV (februari 2020)
?
R
apport OVV 'Verborgen gebreken?
?
Lessen uit de inst
orting van het dak van
het AZ-stadion' (november 2020)
?
Aanbe
velingen OVV 'Verborgen gebre-
ken? ? Lessen uit de instorting van het
dak van het AZ-stadion' (november 2020)
?
R
eactie samenwerkende partijen op
OVV-rapport 'Verborgen gebreken?'
3
64? CEMENT 1 20 22
4 In 2017 bezweek een deel van de in aanbouw zijnde parkeergarage bij Eindhoven Airport, foto: Jacques Linssen
Een van de
concrete ideeën
die momenteel
worden uitge-
werkt is het
aanwijzen van
slechts één
constructeur in
iedere fase die
eindverant-
woordelijk is
voor de
constructieve
veiligheid van
een geheel
bouwwerk
sector hebben geleid, daarbij wijzend naar
de hele keten. De gezamenlijke aandacht
voor constructieve veiligheid is onvoldoende,
niemand in de keten neemt de verantwoor-
delijkheid en de sector slaagt er niet in om
het proces zo te organiseren dat veiligheids-
risico's goed worden beheerst. Belangrijk
punt daarbij is zoals gezegd de versnippe-
ring. De OVV kwalificeert die als een keuze
van de sector zelf, terwijl de sector het meer
als een gegeven beschouwt. De OVV gaat niet
zo ver dat die versnippering per se moet
verdwijnen, maar wel moeten betere afspra-
ken worden gemaakt om de nadelige gevol-
gen ervan te beperken. Tot slot hekelde de
OVV ook de schuldcultuur: partijen lijken
na een incident vooral bezig te zijn met het
afwentelen van de schuld. Deze cultuur
moet worden omgezet in een leercultuur.
Het is volgens de OVV kortom de hoogste tijd
dat de bouwsector zijn maatschappelijke
verantwoordelijkheid neemt om de noodza -
kelijke verbeterslag te maken.
Het is een serieuze boodschap die duidelijk
is geland bij de sector. Alle partijen zien
inmiddels de noodzaak dat dit het moment
is substantiële stappen te zetten in het bou-
wen aan (constructieve) veiligheid. Naar aanleiding van de concrete aanbevelingen
die de OVV deed aan vier organisaties ? res-
pectievelijk de kerngroep Governance Code
Veiligheid in de Bouw, het Opdrachtgevers-
forum in de bouw, Koninklijke Bouwend
Nederland en VNconstructeurs ?, hebben
deze partijen zich, samen met Koninklijke
NLingenieurs, verenigd (zie kader 'Samen-
werkende partijen'). Dit resulteerde in een
gezamenlijk verbeterprogramma 'Veiligheid
in de Bouw' en in een gezamenlijke reactie
aan de OVV. Daaruit sprak een duidelijke
ambitie: geen onveilige bouwwerken of in-
stortingen en geen dodelijke ongevallen of
ongevallen met ernstig letsel. In die brief
werd een actieplan gepresenteerd, met drie
hoofdpunten:
Regie op veiligheid in het bouwproces: de
opdrachtgever krijgt een rol als regievoerder
veiligheid. Deze ziet er in het proces op toe
dat alle verantwoordelijken op het vlak van
veiligheid hun verantwoordelijkheid nemen
en ernaar handelen.
Borgen van de constructieve veiligheid:
er is in iedere fase slechts één constructeur
eindverantwoordelijk voor de constructieve
veiligheid en het streven is deze verantwoor-
delijkheid gedurende het proces zo min
mogelijk te laten wisselen.
4
CEMENT 1 2022 ?65
Het verinnerlijken van het lerend vermogen:
permanente en systematische inzet om de
veiligheid(scultuur) in de bouw te verbeteren.
Deze reactie van de sector kon op waarde-
ring rekenen van de OVV. Wel vroeg de raad
nadere aandacht voor enkele onderdelen:
het afleggen van verantwoording, meer
eenduidigheid in de verantwoordelijkheids-
verdeling, invulling van professionele tegen-
spraak en een uitgewerkt tijdspad. Om het
actieplan verder uit te werken en te imple-
menteren, is door de vijf partijen een stuur-
groep ingericht. Er werd een implementatie-
plan opgesteld en er zijn leerprojecten
gestart.
Recent is door de vijf partijen ook gerea-
geerd op de aanbevelingen van de OVV uit
het rapport over het AZ-stadion. In een brief
geven zij aan actief mee te werken aan een
periodieke controle van publieke gebouwen
waar veel mensen komen (NEN-EN 1990
gevolgklasse 3). Daarnaast zullen zij een
voorstel ontwikkelen voor een registratie-
systeem voor incidenten dat in de gehele
sector moet worden geïmplementeerd.
Daarmee wordt beoogd het lerend vermogen
in de sector verder te versterken, aanvullend
op de leerprojecten die nu lopen. Procesverbeteringen
Een van de concrete ideeën die momenteel
worden uitgewerkt is het aanwijzen van
slechts één constructeur in iedere fase die
eindverantwoordelijk is voor de constructieve
veiligheid van een geheel bouwwerk. Tijdens
de ontwerpfase is dit de ontwerpend con-
structeur en tijdens de engineering en reali-
satie de coördinerend constructeur nieuwe
stijl. Deze heeft ook een rol bij het vaststellen
of tijdens de uitvoering ook gebouwd wordt
conform het ontwerp. Verder wordt nagegaan hoe de regie-
voerder veiligheid en de coördinerend con-
structeur nieuwe stijl kunnen worden ver-
ankerd in contractmodellen zoals de DNR
en de UAV(-GC).
Met deze initiatieven worden in de samen-
werking tussen verschillende partijen in de
bouw stappen gezet om instortingen in de
toekomst te voorkomen. Cement start, in
samenwerking met VNconstructeurs, een
artikelenserie waarin al deze initiatieven
worden toegelicht en waarin (tussentijdse)
resultaten worden gedeeld. Met deze serie
wil Cement een bijdrage te leveren aan een
snelle doorvoering van procesverbeteringen
en daarmee aan een betere constructieve
veiligheid in Nederland.
ARTIKELENSERIE
Dit artikel is de start van een
artikelenreeks over constructieve
veiligheid die Cement in samen-
werking met VNconstructeurs
het komende jaar gaat publice-
ren. In deze serie komen onder
meer aan bod: de coördinerend
constructeur nieuwe stijl, de
BRL 5022 Coördinerend Con-
structeur, de gevolgen voor de
DNR-STB, contractvorming,
demarcaties beton staal en
hout, lerend vermogen, kwalifi-
caties constructeurs en de rol
van bouwtoezicht.
5
5 In 2019 stortte een deel van het tribunedak van het AZ-stadion in, foto: Onderzoeksraad voor Veiligheid 66? CEMENT 1 20 22
Reactie kerncoalitie en stuurgroep programma 'Veiligheid in de Bouw'
Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen. Ieder vult die verantwoordelijkheid in vanuit zijn eigen rol en expertise. Maar is er meer nodig. Regie en afstemming tussen partijen gedurende ontwerp, realisatie en beheer van bouwwerken is cruciaal. Daarom zijn opdrachtgevers, adviseurs en bouwbedrijven gezamenlijk het verbeterprogramma ‘Veiligheid in de Bouw’ gestart. De voorstellen tot verbetering komen uit de praktijk. Ze geven erkenning aan de expertise en het vakmanschap die we gezamenlijk hebben opgebouwd. En ze geven richting en duidelijkheid.
In de implementatiefase, die vorig jaar is begonnen, passen we de ontwikkelde visie toe in leerprojecten. Voor het slagen van het verbeterprogramma is het van belang dat de ervaringen en resultaten uit deze leerprojecten breed worden gedeeld. Om de sector mee te krijgen in de beweging is het van belang dat de visie breed bekend en geaccepteerd is. Dat geldt ook voor de praktijkervaringen met alle kansen en belemmeringen die blijken uit de praktijk.
Als stuurgroep en kerncoalitie van het programma ‘Veiligheid in de Bouw’ zijn we dan ook verheugd met de artikelenreeks die Cement samen met VNconstructeurs heeft geïnitieerd. Constructieve veiligheid is een belangrijke pijler van ons programma, en de lezers van Cement kunnen mede het verschil maken. Doe er uw voordeel mee!
Namens Governance Code Veiligheid in de Bouw, het Opdrachtgeversforum in de bouw, Koninklijke Bouwend Nederland, VNconstructeurs en Koninklijke NLingenieurs
Artikelenserie
Dit artikel is de start van een artikelenreeks over constructieve veiligheid die Cement in samenwerking met VNconstructeurs het komende jaar gaat publiceren. In deze serie komen onder meer aan bod: de coördinerend constructeur nieuwe stijl, de BRL 5022 Coördinerend Constructeur, de gevolgen voor de DNR-STB, contractvorming, demarcaties beton staal en hout, lerend vermogen, kwalificaties constructeurs en de rol van bouwtoezicht.
Instortingen in de bouw zijn van alle tijden, maar de laatste jaren is de aandacht ervoor enorm toegenomen. Komt dat doordat de informatievoorziening beter wordt of is er meer aan de hand? Een greep uit de incidenten die de afgelopen twintig jaar het landelijke nieuws haalden: de instorting van het parkeerdek bij het Van der Valk Hotel in Tiel (2002), de instorting van vijf balkons in Patio Sevilla in Maastricht (2003), een scheur en een verzakking in het dak van parkeergarage op het Bos en Lommerplein in Amsterdam (2006), een ingestorte betonvloer van de B-Tower in Rotterdam (2010, foto 2), de gedeeltelijke instorting van het dak van de Grolsch Veste (2011, foto 3), de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage bij Eindhoven Airport (2017, foto 4), de ingestorte parkeergarage in Wormerveer (2018) en de gedeeltelijke instorting van het tribunedak van het AZ-stadion in Alkmaar (2019, foto 5). Recent (oktober 2021) kan aan dit rijtje het bezwijken van een tribune-element in het NEC-stadion in Nijmegen worden toegevoegd.
Telkens deden de instortingen het nodige stof opwaaien en vaak volgden er uitgebreide onderzoeken. Hierbij werd zowel naar de techniek gekeken als naar de procesmatige oorzaken en de organisatie van het ontwerp- en bouwproces. Dit artikel richt zich met name op deze laatste invalshoek.
Zo deed gemeente Amsterdam onderzoek naar het Bos en Lommerplein en onderzocht de VROM-inspectie de incidenten door sneeuwval en wateraccumulatie. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) richtte zijn pijlen sinds de oprichting in 2005 meerdere malen op de bouw. In 2006 verscheen het eerste rapport naar aanleiding van vier incidenten met vallende gevelplaten. Bij twee recente onderzoeken van de OVV, in 2018 en 2020, ging het specifiek om constructieve veiligheid.
In 2018 verscheen het rapport ‘Bouwen aan constructieve veiligheid’ naar aanleiding van de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage bij Eindhoven Airport. Naast fouten in het ontwerp – de naden tussen de breedplaten bevonden zich in het midden van de overspanning waardoor het detail zeer kwetsbaar was – was het ongeluk volgens de OVV te wijten aan tekortkomingen in het proces en de uitvoering. De bouw leert onvoldoende van ongevallen, bouwwerken worden nog te vaak als uniek beschouwd, er is een te grote focus op lage prijs en er is te veel versnippering.
Kort erna, in 2020, verscheen het rapport ‘Verborgen gebreken’. Dit naar aanleiding van de instorting van het tribunedak van het AZ-stadion in Alkmaar, veroorzaakt door een slechte lasverbinding in het staal. De belangrijkste conclusie – naast een bevestiging van de bevindingen uit het eerder verschenen rapport over ‘Eindhoven’ – was dat de periodieke aandacht voor constructieve veiligheid in de gebruiksfase van gebouwen onvoldoende is geborgd. Bij gebouweigenaren staat de zorgplicht niet op het netvlies en de overheid houdt geen actief toezicht. De OVV adviseerde om voor grote publieke gebouwen een periodieke controle van de constructie verplicht te stellen.
Reacties
BubbleDeck International LWC Plug - BubbleDeck 25 februari 2022 13:18
Het is fijn om te lezen dat de hele bouwwereld met me meeleeft, maar ik vraag mij oprecht af of men wel beseft dat het hier om een enorm grote dwaling gaat? Enige zelfreflectie zou de bouwwereld niet misstaan. De bewijzen voor deze onvoorstelbare dwaling stapelen zich op en mijn uitlatingen over o.a. de Onderzoeksraad en Horvat & Partners zijn voor 100% op feiten gebaseerd en gelukkig wordt dat ook door Simon Wijte bevestigd. Als u, als constructeur, het rapport van de Onderzoeksraad zou lezen, dan is het niet mogelijk dat u tot een andere conclusie kan komen. Het feit dat u anoniem reageert en zich verstopt (net als het merendeel van de bouwwereld) zegt in deze helaas weer genoeg. Als u een goede zaak dient, kunt u gerust met open vizier uw visie kenbaar maken en het zou u sieren dit te doen. Rob Plug
Constructeur 23 februari 2022 21:12
Beste heer Plug, ik denk dat de hele bouwwereld met u en uw bedrijf heeft meegeleefd. Het is ook niet fair om de instorting van de parkeergarage aan uw product of uw bedrijf toe te kennen. Eigenlijk gebeurt dat ook niet. Helaas heeft u er wel de zure vruchten van moeten plukken. 'Collateral damage', zoals de Engelsen dat noemen. Echter is nu ook wel de tijd aangebroken voor enige mate van acceptatie en zelfreflectie. Het zou eventueel kunnen zijn dat de markt blind is, of geheel onwetend, maar er is ook gewoon een zeer reële mogelijkheid dat uw standpunt niet klopt. Het is namelijk nogal wat om de Onderzoeksraad, Horvat en eerder ook BAM, Hageman en TNO als onbekwaam te bestempelen. We kunnen wel stoppen met BV Nederland als we al die partijen moeten afschrijven. Ik wens u verder alle goeds.
Rob Plug - BubbleDeck International Light Weigt Concepts B.V. 18 februari 2022 16:33
In het artikel 'Werken aan constructieve veiligheid' wordt verwezen naar diverse incidenten in de bouw en de gedane onderzoeken naar de mogelijke oorzaken in de hoop toekomstige incidenten te voorkomen. Natuurlijk komt de ingestorte parkeergarage in Eindhoven ook weer voorbij, inclusief de conclusies van de Onderzoeksraad. Men mag en moet kunnen vertrouwen op de juistheid van dit soort onderzoeken en rapporten; deze onderzoeken staan immers aan de wieg van de verbetering van het bouwproces, zowel in ontwerp- als in uitvoeringsfase. De juistheid van deze conclusies dient dus onomstotelijk vast te staan. Wat nu, als zo'n onderzoek is gedaan op basis van onjuiste feiten? Wie trekt er dan, na constatering dat een rapport is gebaseerd op onjuiste feiten, aan de bel? Helemaal niemand dus! Het onderzoek van de Onderzoeksraad met betrekking tot de ingestorte parkeergarage in Eindhoven heeft helaas zo'n rapport opgeleverd, waarbij men is uitgegaan van onjuiste feiten. De parkeergarage is ontworpen en gebouwd met een puntvormig ondersteunde en een in-alle-richtingen-krachtenafdragende vloer, dus een vloer zonder balken en/of versterkte stroken en zonder kolomkoppen. Het rapport van de Onderzoeksraad is echter gebaseerd op de toepassing van een strokenvloer met elementen die in één richting hun krachten afdragen naar de stroken: deze vloer is helemaal niet toegepast in de parkeergarage in Eindhoven? De omschrijving in het rapport van de Onderzoeksraad is aantoonbaar feitelijk onjuist en de in het rapport getoonde tekeningen laten hier geen twijfel over bestaan: de getrokken conclusies van de Onderzoeksraad hebben derhalve geen enkele waarde. Ondergetekende heeft destijds zowel de Onderzoeksraad als vele constructeurs hierop gewezen, maar helaas was niemand bereid om in deze kwestie de kat aan de bel te binden; waarschijnlijk om geen spelbreker te zijn in de reeds toen ontstane 'confirmation bias' en/of ter bescherming van de vele belangen in deze zaak. Natuurlijk is het ook mogelijk dat veel partijen het rapport gewoonweg niet hebben gelezen en/of hebben bestudeerd en blijkbaar zijn er veel constructeurs, waaronder ook onderzoekers van de Onderzoeksraad en het door de Onderzoeksraad ingeschakelde bureau Horvat & Partners, die het verschil niet eens weten tussen de bovengenoemde vloertypen. Afgaande op deze algehele gang van zaken is het onderzoeken van incidenten en/of het ontwerpen van bouwconstructies m.i. een hachelijke zaak. Als men op deze wijze 'werkt' aan de 'constructieve veiligheid' vraag ik me oprecht af wat de waarde hiervan is? Wie het weet, mag het zeggen?..
BvdB 16 februari 2022 11:16
Goed dat er een artikelenserie komt over dit onderwerp. Ik hoop dat het zal bijdragen aan een stukje bewustwording. Want als je constructieve veiligheid actief wilt aanpakken/verbeteren, dan moet je beginnen met bewustwording. En niet alleen bij de constructeur of de uitvoerder, maar bij elke betrokkene in de keten van het eerste idee tot en met de sloop. Dus onder andere ook bij de tekenaar, de projectmanager en de beheerder. Mijn maag draait zich nog steeds om als ik terugdenk aan het 'constructeursdebat' op de Dag van de Constructeur 2019. Alle sprekers gaven namelijk aan dat zij zich niet verantwoordelijk voelen voor constructieve veiligheid. Ik hoop nog steeds van harte dat ze 'verantwoordelijk' verwarren met '(hoofdelijk) aansprakelijk'. In dat laatste geval hebben ze m.i. gelijk. Maar dat de grote heren van ingenieursbureaus - nota bene op de Dag van de Constructeur - hardop uitspreken dat ze zich niet verantwoordelijk voelen voor de constructieve veiligheid, geeft maar aan dat er nog grote stappen te maken zijn.