Op steenworp afstand van de Erasmusbrug in Rotterdam wordt hard gewerkt aan de bouw van De Zalmhaven: twee woontorens van elk 70 m en een van 215 m hoog. Het wordt daarmee het hoogste woongebouw van de Benelux. Het project is grotendeels uitgevoerd in prefab beton, aangebracht met behulp van een indrukwekkende hijsloods.
1 Uitzicht op de hijsloods, foto: Jeffrey Stegen
ING. FREEK SCHAAP RC
Projectleider ConstructieBAM Advies
& Engineering auteurs
IR. JORIS
HESSELINK PMSE
Adviseur Constructie en Bouwmethodieken BAM Advies
& Engineering
1
104? CEMENT 6|7 2019
De high-rise van De Zalmhaven
(215 m) heeft een footprint van
circa 35 × 35 m
2 en wordt 61 ver-
diepingen hoog.
De toren bestaat voor-
namelijk uit woningen. In de plint zijn de
entree, een aantal kantoren, een gym en
vier lagen met bergingen voorzien. Vanaf de
5e tot en met de 56e verdieping bevinden
zich de woonlagen. Op de 57e en 58e verdie-
ping (ca. 179 m+ en 183 m+) is het panora -
marestaurant gesitueerd. Vanaf hier springt
de contour van de toren naar binnen. In de
bovenste drie smallere lagen zijn techniek-
ruimten voorzien. De dakvloer ligt op circa
202 m+ en een naald van 13 m maakt de
toren af tot 215 m+. Naast de high-rise zijn er in het com -
plex nog twee mid-rise-torens van 70 m hoog
en verschillende stadswoningen gesitueerd.
Tussen de stadswoningen aan de buitenzij- den is de parkeergarage geplaatst met daar-
boven op een grote gemeenschappelijke
daktuin. Het totale vloeroppervlak bedraagt
15.500 m 2.
Constructief ontwerp high-rise
De toren is opgebouwd uit betonnen woning
-
scheidende wanden en een dragende gevel. In
de onderbouw zijn gevelkolommen voorzien.
In het oorspronkelijke ontwerp werd uitge-
gaan van een volledig in het werk gestorte be-
tonconstructie met massieve wanden en vloe-
ren voor de gehele toren (zie ook
Cement-artikel 'Hoogtepunt voor binnenste-
delijke woningbouw' van Zonneveld Ingeni -
eurs). Vanwege de bouwveiligheid en de
bouwsnelheid is voor de bovenbouw vanaf de
vijfde verdieping gekozen voor een skelet van
prefab beton. De onderste vijf lagen zijn in het
werk gestort beton gebleven (fig. 3, 4 en 5).
Zalmhaven:
hoogste woontoren van de Benelux
Op steenworp afstand van de Erasmusbrug in Rotterdam wordt hard
gewerkt aan de bouw van De Zalmhaven: twee woontorens van elk 70 m
en een van 215 m hoog. Het wordt daarmee het hoogste woongebouw van de Benelux. Het project is grotendeels uitgevoerd in prefab beton, aangebracht met behulp van een indrukwekkende hijsloods.
Snel naar grote hoogte dankzij uitvoering met prefab beton en hijsloods
CEMENT 6|7 2019 ?105
2 Impressie van de Zalmhaven, bron: Dam & Partners Architecten, KAAN Architecten, Zalmhaven CV
Aanpassing ontwerp De constructieve haal-
baarheid van de omzetting naar prefab
beton is in de prijsvormingsfase in nauw
overleg tussen Zonneveld, BAM Advies &
Engineering en Byldis onderzocht. Van de
maatgevende penanten, lateien en natte
knopen zijn berekeningen gemaakt om de
hoeveelheid wapening te bepalen en de
passing te garanderen. Dit heeft geleid tot
het verdikken van de prefab gevelwanden
van 300 naar 400 mm op de 5e t/m 8e
verdieping. Vanwege de krachtsafdracht en ten
behoeve van de stijfheid wordt het meren -
deel van de betonwanden gekoppeld door
middel van natte knopen. Dit zorgde voor
een complexe puzzel van elementindelingen
en wapeningsknopen (fig. 5). Om zo weinig
mogelijk hijsbewegingen en elementverbin -
dingen te krijgen, is gezocht naar zo groot
mogelijke wandelementen. Het uitgangspunt
hierbij was de maximale hijscapaciteit van de bovenloopkraan van circa 35 ton. Op de
standaardverdiepingen resulteerde dat in
een maximale wandlengte van 13,9 m bij een
wandhoogte van 2,76 m. Oorspronkelijk was het het idee de
prefab wanden op elkaar door te stapelen,
waarbij de vloeren tussen de wanden in zou -
den worden gestort. De vloeren zouden
daarbij met stekkenbakken aan de wanden
worden gekoppeld. Uiteindelijk is besloten
de prefab wanden te verlagen en de vloeren
over de wanden heen te storten. Dit betekent
wel dat de vloeren nu ook in een hoge beton -
sterkteklasse (C55/67) moeten worden ge-
stort, maar het scheelt kilometers stekken -
bak uitbuigen en het levert ook een
robuuster detail op.
Gevel De gevelelementen worden in de
fabriek van de leverancier samengesteld.
Aan het prefab binnenspouwblad wordt het
natuursteen inclusief isolatie bevestigd. Ook
PROJECT GEGEVENS
project
De Zalmhaven
opdrachtgever Zalmhaven CV
(AM b.v. en Amvest Vastgoed b.v.)aannemer
BAM Bouw en Techniek Grote projecten, Bunnik architect 'high-rise' Dam & Partners
Architecten, Amsterdam architect 'mid-rise' KAAN Architecten, Rotterdam
ontwerpend
constructeur
Zonneveld ingenieurs b.v., Rotterdamcoördinerend constructeur
BAM Advies &
Engineering, Bunnik
toetsend constructeur
Van Rossum Rotterdam geotechnisch adviseur Geobest, Vianen
leverancier prefab Byldis, Veldhoven
leverancier hijsloods Civiele Technieken
deBoer, Nieuwegein installatieadviseur
Techniplan Adviseurs b.v., Rotterdam
bouwfysisch adviseur Peutz b.v., Zoetermeer opleverdatum maart 2022
Om zo weinig
mogelijk
hijs bewegingen
en element
verbindingen
te krijgen, is
gezocht naar zo
groot mogelijke
wandel ementen
2
106? CEMENT 6|7 2019
de beglaasde kozijnen worden al bij de
prefab leverancier in het element geplaatst.
De elementen worden just in time geleverd
op de bouwplaats en direct geplaatst op de
juiste locatie in het gebouw. Er zijn hierna
geen handelingen meer nodig aan de buiten -
kant van het gebouw zodat een gevelsteiger
achterwege kan blijven.
Hoekaansluitingen Om vanuit de woonka -
mers van de appartementen vrij uitzicht te
creëren, zijn hoekkozijnen ontworpen. Er
mochten hier geen kolommen of dragende
elementen aanwezig zijn. Een hoekaanslui -
ting van twee kozijnen in twee prefab
elementen was niet mogelijk vanwege de
maatafwijkingen en toleranties. Als oplos-
sing is door de prefab gevelleverancier een
3D-element gemaakt, waarbij twee lood -
recht op elkaar staande penanten en een
stuk vloer in één keer worden geprefabri -
ceerd. Op deze manier ontstaat er een vorm -
3 4
5
3 Doorsnede Zalmhaventoren
4 Plattegrond onderbouw
5 Plattegrond bovenbouw met hijsloods CEMENT 6|7 2019 ?107
vast geheel waar de hoekkozijnen wel van
tevoren gemonteerd kunnen worden (fig. 6).
Fundering
De basis van de toren ligt op NAP -65 m
(66 m onder maaiveld). Tot op dit niveau zijn
163 Tubex-groutinjectiepalen geboord, een
trillingsvrij, grondverdringend systeem met
permanente stalen buis. De palen hebben
een diameter van 762 mm en een punt van
Ø950 mm. Ze zijn in twee delen van 33 m
aangebracht, waarbij de buizen in het werk
aan elkaar zijn gelast. In oktober 2018 is ge-
start met het boren van de palen, waarna in
maart 2019 kon worden gestart met het
vlechtwerk voor de funderingspoer.Onder de toren bevindt zich één grote
funderingspoer van 38 × 38,4 × 2,5 m
3. Die is
in één continue stort in betonkwaliteit
C55/67 gerealiseerd. Om ervoor te zorgen
dat de warmteontwikkeling binnen de per-
ken bleef en de aantasting door ettringiet
wordt voorkomen, is het betonmengsel
zorgvuldig samengesteld door de betontech -
nologen van BAM en Dyckerhoff Basal. Het
was een mengsel met een lage temperatuur-
ontwikkeling waarbij de eindsterkte pas na
90 dagen werd bereikt. Daarnaast zijn maat-
regelen genomen om de schade door een
eventuele temperatuurschok te voorkomen. In de prijsvormingsfase is uitgegaan
6 7
6 Vormvast 3Delement voor de gevel 7 Wapening is 3D uitgewerkt
Voor de hoeken
zijn 3Delementen
gemaakt, waarbij
twee loodrecht op
elkaar staande
penanten en een
stuk vloer in één
keer worden
geprefabriceerd
van een basisnet met staven Ø32 en Ø40. Bij
de nadere uitwerking is gekozen voor een
basisnet van 4 lagen Ø25. Bij de grote veld -
momenten en ter plaatse van de randpalen
is in een 5e en 6e laag bijlegwapening Ø40
toegevoegd. De staven Ø25 zijn vanwege het
gewicht handmatig aan te brengen, zodat de
(beperkte) kraancapaciteit minder hoeft te
worden aangesproken. Bijkomend voordeel
is dat de trekbandwapening ter plaatse van
de palen hoger komt te liggen, wat positief is
voor de CCT-knoopcontrole in het staaf -
werkmodel.
Onderbouw
Vanwege de hoge krachten in de onderbouw
zijn de onderste vijf lagen in het werk ge-
stort beton gebleven. De wanden hebben een
dikte van 600 mm en de kolommen hebben
afmetingen van 700 × 1820 mm
2 en 600 ×
2100 mm 2. De betonsterkteklasse van de ge-
hele onderbouw is C55/67 op enkele zwaar-
belaste kolommen na; deze worden gestort
in C80/95. De wanden en kolommen worden
gestort in slagen van 6 m hoog, dus twee
verdiepingen in één stort. Hierdoor wordt in
deze zwaargewapende wanden een grote
hoeveelheid wapening bespaard doordat er
minder overlappingen zijn. De breedplaat-
vloeren op 6, 12 en 18 m+ worden over de
wanden gestort in dezelfde betonsterkte-
108? CEMENT 6|7 2019
zoals Python. Met eenvoudige scripts kan er
veel pre- en postprocessing plaatsvinden.
Alle penanten en lateien van De Zalmhaven
zijn bijvoorbeeld automatisch op een logi-
sche manier gelabeld met in het label de
verdieping en het stramien. Bij de uitvoer
van de krachten worden deze labels ook
weergegeven, zodat snel kan worden gefil -
terd op krachten in bijvoorbeeld één speci -
fieke latei. Daarnaast kunnen de interfaces
tussen de prefab elementen op een eenvou -
dige manier worden gemodelleerd. Het na -
deel van ETABS is dat de grafische uitvoer
niet kan worden weergegeven zoals we in
Nederland gewend zijn. Verder kan model -
verstrekking voor externe controle niet
plaatsvinden omdat partners niet over de-
zelfde software beschikken.
Bouwmethodiek
Tijdens de prijsvormingsfase zijn een aantal
verschillende ruwbouwsystemen onder-
zocht op de aspecten technische haalbaar-
heid, veiligheid, bouwtijd en kosten.
Klimbekisting Aangezien de toren was
ontworpen als volledig in het werk gestorte
betonconstructie, lag een hydraulische
klimbekisting voor de wanden in combinatie
met breedplaatvloeren voor de hand. Het is
een bewezen bouwsysteem waarmee diverse
hoogbouwprojecten in binnen- en buiten -
land zijn gerealiseerd. Met een bekistingsle-
verancier zijn plannen gemaakt en cyclustij-
den bekeken. Bij een hoge bouwsnelheid
zoals beoogd, zouden de verhardingstijden
van de pasgestorte betonwanden maatge-
vend worden. De grote krachten op de
klimankers, zeker bij hoogbouw waarin de
windbelasting aanzienlijk toeneemt in de
hoogte, zorgt ervoor dat de betonwanden
een bepaalde betondruksterkte en dus
verhardingstijd nodig hebben voordat er
geklommen kan worden. Extra schoorvoor-
zieningen (fig. 8), maatregelen voor
versnelde verharding en veiligheid waren
nadelige factoren van dit bouwsysteem.
Glijbekisting Naast de klimbekisting is met
een andere leverancier een glijbekistingssys-
teem onderzocht. Het tempo met de glijbekis-
ting is ongeveer 2 m per werkdag van 12 uur.
klasse als de wanden. De breedplaatvloeren
op 3, 9 en 15 m+ worden tussen de wanden
gestort. Voor de oplegging en verankering
zijn hier doorgaande koppelankers meege-
nomen in de wanden en kolommen.
Vanwege de belastingsafdracht van de
dragende gevel van de bovenbouw naar de
kolommenstructuur in de onderbouw is tus-
sen de 3e en 5e verdieping een 6 m hoge be-
tonnen wandligger ontworpen van 500 mm
dik. Omdat hierdoor een blinde gevel wordt
gemaakt, zijn op deze verdiepingen de ber-
gingen van de woningen gesitueerd. Verder
verzorgt deze wandligger de tweede draag -
weg in geval van een calamiteit bij uitval van
een kolom op de begane grond. De wandliggers zijn gewapend met 20
staven Ø40 onderin. Vanwege de grote hoe-
veelheid wapening en de knopen bij de ko-
lomstekken en dwarswanden is de wape-
ning 3D uitgewerkt, waarbij alle staven en
overlappingen zijn uitgetekend (fig. 7).
Kroon
De bovenste woonlagen waren vanwege de
verspringende gevelopbouw ontworpen als
staalconstructie en staalplaatbetonvloeren.
In het Technisch Ontwerp is de vorm van de
kroon vereenvoudigd zodat ook deze vloeren
in het werk gestort kunnen worden. Dit
komt de robuustheid ten goede en zorgt er
ook voor dat de 120 min brandwerende be-
handeling van de staalconstructie in een
(private) woning kan komen te vervallen. Dit
levert een voordeel op voor de gebruiksfase
omdat een brandwerende coating periodiek
gecontroleerd moet worden, hetgeen nu niet
meer van toepassing is.
Rekenmodel
In de DO-fase is voor de ontwerpberekening
gebruikgemaakt van SCIA Engineer (door
Zonneveld). Bij de uitwerking van gewichts-
en stabiliteitsberekeningen is de toren door
BAM Advies & Engineering opnieuw opgezet
in het programma ETABS. Hierdoor kon het
oorspronkelijke rekenmodel worden geveri -
fieerd. ETABS wordt wereldwijd veelvuldig
ingezet bij de engineering van hoogbouw
maar is in Nederland nog relatief onbekend.
Het grote voordeel van ETABS is dat het erg
goed te benaderen is vanuit andere software
Voor de poer
is gekozen
voor een
betonmengsel
dat de
eindsterkte
pas na 90
dagen bereikte
TOETSING
Het beleid binnen BAM schrijft voor dat
voor CC3-gebouwen altijd een externe
constructeur ? die niet eerder betrokken
is bij het ontwerp ? wordt aangesteld
om de zogenoemde CC3-toetsing te
verrichten. Hiervoor is bij dit project Van
Rossum Rotterdam betrokken. Het ont -
werp is getoetst door het WSP Middle
East uit Dubai, een bureau met veel
buitenlandse hoogbouwervaring. Om
waardevolle ontwerpkennis niet verloren
te laten gaan, is ook Zonneveld, in
opdracht van Zalmhaven CV, betrokken
bij de toetsing van de stukken voordat
deze zijn ingediend bij bouw- en
woningtoezicht.
CEMENT 6|7 2019 ?109
Bij zes werkdagen per week kan een tempo
van bijna vier bouwlagen per week worden
gehaald. Voor de wanden zou het gewenste
tempo van één verdieping per week dus ruim-
schoots worden gehaald. Het probleem bij dit
bouwsysteem zit hem dan ook met name in
de vloeren en de gevel. Vanwege alle in te
storten installaties en het wind- en waterdicht
maken van de gevel, zou slechts één hele
verdieping per week kunnen worden gehaald.
In deze situatie loopt het maken van de
wanden te snel vooruit ten opzichte van de
vloeren en gevel. Doordat de wanden in de
bouwfase wel horizontale windbelasting
vangen terwijl er nog weinig verticale belas-
ting aanwezig is, zouden er trekkrachten in
de wanden optreden in de bouwfase, terwijl
dit in de eindsituatie niet het geval is. Dit zou
leiden tot een aanzienlijke verhoging van de
hoeveelheid wapening. Verder zou de toren -
kraan al op een hoog werkniveau moeten
staan, terwijl er op een veel lager niveau aan de vloeren en gevel wordt gewerkt. Het wind
-
verlet van de kraan zou aanzienlijk toene-
men, wat weer nadelig is voor de planning
van de vloerencyclus. Beide problemen
hadden voorkomen kunnen worden door de
toren in meerdere fasen te glijden, maar dan
nog was er het probleem van de stabiliteit in
de bouwfase. Het stabiliteitssysteem van het
gebouw is geen torsiestijve kokerconstructie,
maar bestaat uit uitkragende wanden. Deze
wanden, aangeblazen door wind, zijn knikge-
voelig, dus zouden zware stalen, tijdelijke
schoorvoorzieningen nodig zijn (fig. 9). Dit
alles in combinatie met de bouwveiligheid
leidde ertoe dat glijden niet ideaal was voor de
Zalmhaventoren.
Prefab met hijsloods Naast de in het werk
gestorte varianten is een variant met prefab
beton bekeken. De verdiepingen bevatten
veel repetitie en de dragende gevel leent zich
uitstekend voor sandwichelementen, waar-
HIJSLOODS
Bij toepassing van een hijsloods
wordt een fabriekshal op/om het
gebouw gemaakt. In deze hal wordt
één complete verdieping inclusief
gevelsluiting gerealiseerd, waarna de
hijsloods een verdieping omhoog
wordt gevijzeld en de bouwcyclus van
een verdieping opnieuw begint. Deze
cyclus herhaalt zich totdat het
gebouw op hoogte is. Daarna wordt
de hijsloods gedemonteerd, de
afbouw afgemaakt en is het gebouw
gereed. In de hijsloods bevinden zich
twee bovenloopkranen. Eén kraan
doet dienst als hijskraan voor verti-
caal transport door de bouwelemen-
ten vanaf maaiveld omhoog te hij-
sen. De tweede kraan is voor het
horizontale transport in de hijsloods
en doet dienst als montagekraan. De
bouwmethode met de hijsloods is
van oorsprong een Japanse uitvin-
ding en eerder succesvol toegepast
bij de bouw van de Delftse Poort
(1989) en Erasmus MC (2013), beide
ook in Rotterdam.
8 9
8 Extra schoorvoorziening nodig voor klimsysteem, bron: PERI
9 Model uit SCIA Engineer met tijdelijk benodigde schoorvoorzieningen in rood 110? CEMENT 6|7 2019
door prefab een aantrekkelijk bouwsysteem
is. In overleg met Byldis zijn elementdelin-
gen voorgesteld en natte knopen ontworpen.
Naarmate de elementen groter worden,
nemen het aantal delingen en dus het aantal
koppelingen af. Echter, de hijsgewichten
worden dan groter waardoor een grotere
kraancapaciteit nodig is. De in Nederland
gangbare torenkranen hebben doorgaans
een capaciteit tot ongeveer 20 ton. Het
gebruik van een hijsloods (zie kader 'Hijs-
loods') met bovenloopkranen kan uitkomst
bieden.
Bouwveiligheid Afgezien van technische of
financiële haalbaarheid van alle bouwsyste-
men, speelt bouwveiligheid een grote rol.
Sinds een dodelijk ongeval in mei 2016 op
een project in Den Haag zijn de veiligheids-
regels rondom bouwprojecten aangescherpt
en is de Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid
uitgebracht. Een van de belangrijkste regels
uit deze richtlijn is de bepaling van bouwvei -
ligheidszones (BVZ) rondom bouwprojecten.
Zie ook het Cement-artikel 'Omgevingsveilig -
heid drukt stempel op uitvoering'.
Bij de high-rise van De Zalmhaven was de
benodigde BVZ 21 m. Het naastgelegen kan -
toorpand en een aantal woningen aan de
overzijde van de straat vallen vanaf een ze-
kere bouwhoogte binnen de BVZ. Door te
werken met een hijsloods worden maatrege-
len getroffen om te voorkomen dat elemen -
ten en kleine objecten kunnen vallen. Dit is
een gelijkwaardige oplossing binnen de mo-
gelijkheid die in de Richtlijn Bouw- en
Sloopveiligheid wordt gegeven. De hijsloods
wordt aan de onderzijde langs de rand van
het gebouw afgedicht met houten vlonders
en een rubberen slabbe, zodat én veilig ge-
werkt kan worden op hoogte én de kans op
vallen van objecten nihil is. Verder wordt er
op een vaste positie gehesen. Bij De Zalmha -
ven is hier voor de noordzijde van de toren
gekozen, op de positie van het parkkantoor.
Dit deel is onderdeel van het project en
wordt later gebouwd. Op deze manier wordt
er altijd binnen de bouwhekken gehesen en
zo ver mogelijk van de belendingen en open -
baar gebied vandaan. Naast de verhoogde
veiligheid zijn de bijkomende voordelen van
een hijsloods:
minder weersverlet;
betere arbeidsomstandigheden;
hogere bouwkwaliteit.
Keuze: hijsloods De prefab variant met hijs-
loods bleek uiteindelijk het meest geschikte
systeem dat kon voldoen aan de bepalingen
zoals gesteld in de Richtlijn Bouw- en Sloop-
veiligheid. Hoewel het een richtlijn betreft
die nog niet wetmatig is voorgeschreven, is
de keuze op dit systeem gevallen, mede
omdat het in deze situatie ook financieel
concurrerend is ten opzichte van de in het
werk gestorte varianten.
Ontwerp hijsloods
In samenwerking met Civiele Technieken
deBoer is een hijsloods van 50 m lang, 38,5
m breed en 12 m hoog ontworpen met twee
geïntegreerde 40-tons bovenloopkranen (fig.
5 en foto 1). De hijsloodsen van de Delftse
Poort en Erasmus MC klommen beide aan
het gebouw. Vanwege de afbouw en de de-
montage is ervoor gekozen de hijsloods van
de Zalmhaventoren op vier grote stalen ko-
lommen (Ø813 × 16 mm) ? als een soort
offshoreplatform ? buiten het gebouw te
funderen. De vijzelconstructie (foto 10) staat
beneden op de funderingspoer en hier wor-
den telkens stalen kolomdelen met een leng -
te van ongeveer 6 m toegevoegd. Extra inge-
nieus aan het systeem is dat de hijsloods
modulair is opgebouwd uit standaardsec-
ties. Voor een eventueel volgend hoogbouw -
project kan de hijsloods vrij eenvoudig gro-
ter of kleiner worden gemaakt.
Verankeringen De horizontale windbelas-
ting wordt direct onder de hijsloods aan het
gebouw afgedragen door de zogenoemde
'windvangconstructie'. Dit betreft een zware
verankering op de vier hoekpunten van het
gebouw in twee richtingen, dus acht posities
totaal (fig. 5). Voor de stalen kolommen zijn
voorzieningen getroffen om uitknikken te
voorkomen, de zogenoemde 'kniksteunen'.
Deze voorzieningen worden om de zes
verdiepingen (18,36 m) aangebracht. Zowel
de windvang als de kniksteunen zijn in
verticale richting als glijdende verbindingen
uitgevoerd, omdat de hijsloods vanaf
beneden wordt gevijzeld.
Vanwege de
afbouw en
de demontage
is gekozen de
hijsloods op
vier grote stalen
kolommen
buiten het
gebouw te
funderen
10
10 De hijsloods wordt vanaf beneden omhooggevijzeld, bron BAM Advies en Engineering CEMENT 6|7 2019 ?111
Demontage Bij Erasmus MC (120 m) is de
hijsloods naderhand met een grote en zware
mobiele kraan gedemonteerd. Dit is bij de
Zalmhaventoren nagenoeg onmogelijk, gezien
de hoogte van meer dan 200 m. Omdat de
hijsloods op vier tijdelijke kolommen buiten
het gebouw is gezet, kan de hijsloods langs het
gebouw zakken nadat het gebouw gereed is
(fig. 11). Hiervoor moeten eerst de dakplaten
en dakliggers worden verwijderd, maar hier
is rekening mee gehouden in het ontwerp. Op
het niveau van de 6e verdieping wordt de hijs-
loods gedemonteerd met relatief kleine
mobiele kranen.
Kroon De bovenste lagen van het gebouw
springen naar binnen. Hier kan de hijsloods
geen horizontale steun uit de vloerranden
halen. Omdat het dak van de hijsloods geopend moet worden voor het naar
beneden vijzelen, is er bedacht de kroon van
het gebouw in een soort jack-blockbouwsys-
teem uit te voeren. Hierbij wordt eerst de
bovenste verdieping gemaakt, waarna deze
omhoog wordt gevijzeld. Vervolgens wordt
er een verdieping onder gebouwd en worden
deze twee verdiepingen omhooggevijzeld.
Dit herhaalt zich een aantal keer totdat het
gebouw op hoogte is.
Opbouw De onderbouw van het gebouw
betreft een in het werk gestorte betoncon -
structie. Deze wordt op traditionele wijze
gemaakt met bekistingen en kranen. Om na
het gereedkomen van de onderbouw direct
te kunnen starten met de prefab boven -
bouw, is de hijsloods op beganegrondniveau
gemonteerd om de onderbouw heen. Vanaf
hier wordt deze opgevijzeld en bij voldoende
hoogte worden de bovenloopkranen in
gebruik genomen en de dakliggers aange-
bracht. Vanaf januari 2020 zal worden
begonnen met de hijsloods en de prefab
bovenbouw.
Tot slot
Over ruim twee jaar, in het voorjaar van
2022, zal de hoogste woontoren van de Be-
nelux en het hoogste prefab-betonnen ge-
bouw ter wereld worden opgeleverd. Sinds
de jaren tachtig verrijst het ene na het ande-
re hoogbouwproject in Nederland uit de
grond. Niets wijst erop dat deze tendens zal
stoppen. Het is dan ook slechts een kwestie
van tijd dat de hoogte van de Zalmhavento-
ren zal worden overtroffen door een ander
geweldige hoogbouwtoren.
11 Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11
112? CEMENT 6|7 2019
1. Impressie van de Zalmhaven (bron: Dam & Partners Architecten, KAAN Architecten, Zalmhaven CV)
De high-rise van De Zalmhaven (215 m) heeft een footprint van circa 35 × 35 m2 en wordt 61 verdiepingen hoog. De toren bestaat voornamelijk uit woningen. In de plint zijn de entree, een aantal kantoren, een gym en vier lagen met bergingen voorzien. Vanaf de 5e tot en met de 56e verdieping bevinden zich de woonlagen. Op de 57e en 58e verdieping (ca. 179 m+ en 183 m+) is het panoramarestaurant gesitueerd. Vanaf hier springt de contour van de toren naar binnen. In de bovenste drie smallere lagen zijn techniekruimten voorzien. De dakvloer ligt op circa 202 m+ en een naald van 13 m maakt de toren af tot 215 m+.
Naast de high-rise zijn er in het complex nog twee mid-rise-torens van 70 m hoog en verschillende stadswoningen gesitueerd. Tussen de stadswoningen aan de buitenzijden is de parkeergarage geplaatst met daarboven op een grote gemeenschappelijke daktuin. Het totale vloeroppervlak bedraagt 15.500 m2.
2. Uitzicht op de hijsloods (foto: Jeffrey Stegen)
Constructief ontwerp high-rise
De toren is opgebouwd uit betonnen woningscheidende wanden en een dragende gevel. In de onderbouw zijn gevelkolommen voorzien. In het oorspronkelijke ontwerp werd uitgegaan van een volledig in het werk gestorte betonconstructie met massieve wanden en vloeren voor de gehele toren (zie ook Cement-artikel ‘Hoogtepunt voor binnenstedelijke woningbouw’ van Zonneveld Ingenieurs). Vanwege de bouwveiligheid en de bouwsnelheid is voor de bovenbouw vanaf de vijfde verdieping gekozen voor een skelet van prefab beton. De onderste vijf lagen zijn in het werk gestort beton gebleven (fig. 3, 4 en 5).
3. Doorsnede Zalmhaventoren
4. Plattegrond onderbouw
5. Plattegrond bovenbouw met hijsloods
Om zo weinig mogelijk hijsbewegingen en elementverbindingen te krijgen, is gezocht naar zo groot mogelijke wandelementen
Aanpassing ontwerp
De constructieve haalbaarheid van de omzetting naar prefab beton is in de prijsvormingsfase in nauw overleg tussen Zonneveld, BAM Advies & Engineering en Byldis onderzocht. Van de maatgevende penanten, lateien en natte knopen zijn berekeningen gemaakt om de hoeveelheid wapening te bepalen en de passing te garanderen. Dit heeft geleid tot het verdikken van de prefab gevelwanden van 300 naar 400 mm op de 5e t/m 8e verdieping.
Vanwege de krachtsafdracht en ten behoeve van de stijfheid wordt het merendeel van de betonwanden gekoppeld door middel van natte knopen. Dit zorgde voor een complexe puzzel van elementindelingen en wapeningsknopen (fig. 5). Om zo weinig mogelijk hijsbewegingen en elementverbindingen te krijgen, is gezocht naar zo groot mogelijke wandelementen. Het uitgangspunt hierbij was de maximale hijscapaciteit van de bovenloopkraan van circa 35 ton. Op de standaardverdiepingen resulteerde dat in een maximale wandlengte van 13,9 m bij een wandhoogte van 2,76 m.
Oorspronkelijk was het het idee de prefab wanden op elkaar door te stapelen, waarbij de vloeren tussen de wanden in zouden worden gestort. De vloeren zouden daarbij met stekkenbakken aan de wanden worden gekoppeld. Uiteindelijk is besloten de prefab wanden te verlagen en de vloeren over de wanden heen te storten. Dit betekent wel dat de vloeren nu ook in een hoge betonsterkteklasse (C55/67) moeten worden gestort, maar het scheelt kilometers stekkenbak uitbuigen en het levert ook een robuuster detail op.
Gevel
De gevelelementen worden in de fabriek van de leverancier samengesteld. Aan het prefab binnenspouwblad wordt het natuursteen inclusief isolatie bevestigd. Ook de beglaasde kozijnen worden al bij de prefab leverancier in het element geplaatst. De elementen worden just in time geleverd op de bouwplaats en direct geplaatst op de juiste locatie in het gebouw. Er zijn hierna geen handelingen meer nodig aan de buitenkant van het gebouw zodat een gevelsteiger achterwege kan blijven.
Hoekaansluitingen
Om vanuit de woonkamers van de appartementen vrij uitzicht te creëren, zijn hoekkozijnen ontworpen. Er mochten hier geen kolommen of dragende elementen aanwezig zijn. Een hoekaansluiting van twee kozijnen in twee prefab elementen was niet mogelijk vanwege de maatafwijkingen en toleranties. Als oplossing is door de prefab gevelleverancier een 3D-element gemaakt, waarbij twee loodrecht op elkaar staande penanten en een stuk vloer in één keer worden geprefabriceerd. Op deze manier ontstaat er een vormvast geheel waar de hoekkozijnen wel van tevoren gemonteerd kunnen worden (fig. 6).
6. Vormvast 3D-element voor de gevel
Voor de hoeken zijn 3D-elementen gemaakt, waarbij twee loodrecht op elkaar staande penanten en een stuk vloer in één keer worden geprefabriceerd
Fundering
De basis van de toren ligt op NAP -65 m (66 m onder maaiveld). Tot op dit niveau zijn 163 Tubex-groutinjectiepalen geboord, een trillingsvrij, grondverdringend systeem met permanente stalen buis. De palen hebben een diameter van 762 mm en een punt van Ø950 mm. Ze zijn in twee delen van 33 m aangebracht, waarbij de buizen in het werk aan elkaar zijn gelast. In oktober 2018 is gestart met het boren van de palen, waarna in maart 2019 kon worden gestart met het vlechtwerk voor de funderingspoer.
Onder de toren bevindt zich één grote funderingspoer van 38 × 38,4 × 2,5 m3. Die is in één continue stort in betonkwaliteit C55/67 gerealiseerd. Om ervoor te zorgen dat de warmteontwikkeling binnen de perken bleef en de aantasting door ettringiet wordt voorkomen, is het betonmengsel zorgvuldig samengesteld door de betontechnologen van BAM en Dyckerhoff Basal. Het was een mengsel met een lage temperatuurontwikkeling waarbij de eindsterkte pas na 90 dagen werd bereikt. Daarnaast zijn maatregelen genomen om de schade door een eventuele temperatuurschok te voorkomen.
In de prijsvormingsfase is uitgegaan van een basisnet met staven Ø32 en Ø40. Bij de nadere uitwerking is gekozen voor een basisnet van 4 lagen Ø25. Bij de grote veldmomenten en ter plaatse van de randpalen is in een 5e en 6e laag bijlegwapening Ø40 toegevoegd. De staven Ø25 zijn vanwege het gewicht handmatig aan te brengen, zodat de (beperkte) kraancapaciteit minder hoeft te worden aangesproken. Bijkomend voordeel is dat de trekbandwapening ter plaatse van de palen hoger komt te liggen, wat positief is voor de CCT-knoopcontrole in het staafwerkmodel.
Voor de poer is gekozen voor een betonmengsel dat de eindsterkte pas na 90 dagen bereikte
Onderbouw
Vanwege de hoge krachten in de onderbouw zijn de onderste vijf lagen in het werk gestort beton gebleven. De wanden hebben een dikte van 600 mm en de kolommen hebben afmetingen van 700 × 1820 mm2 en 600 × 2100 mm2. De betonsterkteklasse van de gehele onderbouw is C55/67 op enkele zwaarbelaste kolommen na; deze worden gestort in C80/95. De wanden en kolommen worden gestort in slagen van 6 m hoog, dus twee verdiepingen in één stort. Hierdoor wordt in deze zwaargewapende wanden een grote hoeveelheid wapening bespaard doordat er minder overlappingen zijn. De breedplaatvloeren op 6, 12 en 18 m+ worden over de wanden gestort in dezelfde betonsterkteklasse als de wanden. De breedplaatvloeren op 3, 9 en 15 m+ worden tussen de wanden gestort. Voor de oplegging en verankering zijn hier doorgaande koppelankers meegenomen in de wanden en kolommen.
Vanwege de belastingsafdracht van de dragende gevel van de bovenbouw naar de kolommenstructuur in de onderbouw is tussen de 3e en 5e verdieping een 6 m hoge betonnen wandligger ontworpen van 500 mm dik. Omdat hierdoor een blinde gevel wordt gemaakt, zijn op deze verdiepingen de bergingen van de woningen gesitueerd. Verder verzorgt deze wandligger de tweede draagweg in geval van een calamiteit bij uitval van een kolom op de begane grond.
De wandliggers zijn gewapend met 20 staven Ø40 onderin. Vanwege de grote hoeveelheid wapening en de knopen bij de kolomstekken en dwarswanden is de wapening 3D uitgewerkt, waarbij alle staven en overlappingen zijn uitgetekend (fig. 7).
7. Wapening is 3D uitgewerkt
Kroon
De bovenste woonlagen waren vanwege de verspringende gevelopbouw ontworpen als staalconstructie en staalplaatbetonvloeren. In het Technisch Ontwerp is de vorm van de kroon vereenvoudigd zodat ook deze vloeren in het werk gestort kunnen worden. Dit komt de robuustheid ten goede en zorgt er ook voor dat de 120 min brandwerende behandeling van de staalconstructie in een (private) woning kan komen te vervallen. Dit levert een voordeel op voor de gebruiksfase omdat een brandwerende coating periodiek gecontroleerd moet worden, hetgeen nu niet meer van toepassing is.
Rekenmodel
In de DO-fase is voor de ontwerpberekening gebruikgemaakt van SCIA Engineer (door Zonneveld). Bij de uitwerking van gewichts- en stabiliteitsberekeningen is de toren door BAM Advies & Engineering opnieuw opgezet in het programma ETABS. Hierdoor kon het oorspronkelijke rekenmodel worden geverifieerd. ETABS wordt wereldwijd veelvuldig ingezet bij de engineering van hoogbouw maar is in Nederland nog relatief onbekend. Het grote voordeel van ETABS is dat het erg goed te benaderen is vanuit andere software zoals Python. Met eenvoudige scripts kan er veel pre- en postprocessing plaatsvinden. Alle penanten en lateien van De Zalmhaven zijn bijvoorbeeld automatisch op een logische manier gelabeld met in het label de verdieping en het stramien. Bij de uitvoer van de krachten worden deze labels ook weergegeven, zodat snel kan worden gefilterd op krachten in bijvoorbeeld één specifieke latei. Daarnaast kunnen de interfaces tussen de prefab elementen op een eenvoudige manier worden gemodelleerd. Het nadeel van ETABS is dat de grafische uitvoer niet kan worden weergegeven zoals we in Nederland gewend zijn. Verder kan modelverstrekking voor externe controle niet plaatsvinden omdat partners niet over dezelfde software beschikken.
Toetsing
Het beleid binnen BAM schrijft voor dat voor CC3-gebouwen altijd een externe constructeur – die niet eerder betrokken is bij het ontwerp – wordt aangesteld om de zogenoemde CC3-toetsing te verrichten. Hiervoor is bij dit project Van Rossum Rotterdam betrokken. Het ontwerp is getoetst door het WSP Middle East uit Dubai, een bureau met veel buitenlandse hoogbouwervaring. Om waardevolle ontwerpkennis niet verloren te laten gaan, is ook Zonneveld, in opdracht van Zalmhaven CV, betrokken bij de toetsing van de stukken voordat deze zijn ingediend bij bouw- en woningtoezicht.
Bouwmethodiek
Tijdens de prijsvormingsfase zijn een aantal verschillende ruwbouwsystemen onderzocht op de aspecten technische haalbaarheid, veiligheid, bouwtijd en kosten.
Klimbekisting
Aangezien de toren was ontworpen als volledig in het werk gestorte betonconstructie, lag een hydraulische klimbekisting voor de wanden in combinatie met breedplaatvloeren voor de hand. Het is een bewezen bouwsysteem waarmee diverse hoogbouwprojecten in binnen- en buitenland zijn gerealiseerd. Met een bekistingsleverancier zijn plannen gemaakt en cyclustijden bekeken. Bij een hoge bouwsnelheid zoals beoogd, zouden de verhardingstijden van de pasgestorte betonwanden maatgevend worden. De grote krachten op de klimankers, zeker bij hoogbouw waarin de windbelasting aanzienlijk toeneemt in de hoogte, zorgt ervoor dat de betonwanden een bepaalde betondruksterkte en dus verhardingstijd nodig hebben voordat er geklommen kan worden. Extra schoorvoorzieningen (fig. 8), maatregelen voor versnelde verharding en veiligheid waren nadelige factoren van dit bouwsysteem.
8. Extra schoorvoorziening nodig voor klimsysteem, bron: PERI
Glijbekisting
Naast de klimbekisting is met een andere leverancier een glijbekistingssysteem onderzocht. Het tempo met de glijbekisting is ongeveer 2 m per werkdag van 12 uur. Bij zes werkdagen per week kan een tempo van bijna vier bouwlagen per week worden gehaald. Voor de wanden zou het gewenste tempo van één verdieping per week dus ruimschoots worden gehaald. Het probleem bij dit bouwsysteem zit hem dan ook met name in de vloeren en de gevel. Vanwege alle in te storten installaties en het wind- en waterdicht maken van de gevel, zou slechts één hele verdieping per week kunnen worden gehaald. In deze situatie loopt het maken van de wanden te snel vooruit ten opzichte van de vloeren en gevel. Doordat de wanden in de bouwfase wel horizontale windbelasting vangen terwijl er nog weinig verticale belasting aanwezig is, zouden er trekkrachten in de wanden optreden in de bouwfase, terwijl dit in de eindsituatie niet het geval is. Dit zou leiden tot een aanzienlijke verhoging van de hoeveelheid wapening. Verder zou de torenkraan al op een hoog werkniveau moeten staan, terwijl er op een veel lager niveau aan de vloeren en gevel wordt gewerkt. Het windverlet van de kraan zou aanzienlijk toenemen, wat weer nadelig is voor de planning van de vloerencyclus. Beide problemen hadden voorkomen kunnen worden door de toren in meerdere fasen te glijden, maar dan nog was er het probleem van de stabiliteit in de bouwfase. Het stabiliteitssysteem van het gebouw is geen torsiestijve kokerconstructie, maar bestaat uit uitkragende wanden. Deze wanden, aangeblazen door wind, zijn knikgevoelig, dus zouden zware stalen, tijdelijke schoorvoorzieningen nodig zijn (fig. 9). Dit alles in combinatie met de bouwveiligheid leidde ertoe dat glijden niet ideaal was voor de Zalmhaventoren.
9. Model uit SCIA Engineer met tijdelijk benodigde schoorvoorzieningen in rood
Prefab met hijsloods
Naast de in het werk gestorte varianten is een variant met prefab beton bekeken. De verdiepingen bevatten veel repetitie en de dragende gevel leent zich uitstekend voor sandwichelementen, waardoor prefab een aantrekkelijk bouwsysteem is. In overleg met Byldis zijn elementdelingen voorgesteld en natte knopen ontworpen. Naarmate de elementen groter worden, nemen het aantal delingen en dus het aantal koppelingen af. Echter, de hijsgewichten worden dan groter waardoor een grotere kraancapaciteit nodig is. De in Nederland gangbare torenkranen hebben doorgaans een capaciteit tot ongeveer 20 ton. Het gebruik van een hijsloods (zie kader ‘Hijsloods’) met bovenloopkranen kan uitkomst bieden.
Hijsloods
Bij toepassing van een hijsloods wordt een fabriekshal op/om het gebouw gemaakt. In deze hal wordt één complete verdieping inclusief gevelsluiting gerealiseerd, waarna de hijsloods een verdieping omhoog wordt gevijzeld en de bouwcyclus van een verdieping opnieuw begint. Deze cyclus herhaalt zich totdat het gebouw op hoogte is. Daarna wordt de hijsloods gedemonteerd, de afbouw afgemaakt en is het gebouw gereed. In de hijsloods bevinden zich twee bovenloopkranen. Eén kraan doet dienst als hijskraan voor verticaal transport door de bouwelementen vanaf maaiveld omhoog te hijsen. De tweede kraan is voor het horizontale transport in de hijsloods en doet dienst als montagekraan. De bouwmethode met de hijsloods is van oorsprong een Japanse uitvinding en eerder succesvol toegepast bij de bouw van de Delftse Poort (1989) en Erasmus MC (2013), beide ook in Rotterdam.
De hijsloods biedt een gelijkwaardige oplossing binnen de mogelijkheid die in de Richtlijn Bouw- en sloopveiligheid wordt gegeven
Bouwveiligheid
Afgezien van technische of financiële haalbaarheid van alle bouwsystemen, speelt bouwveiligheid een grote rol. Sinds een dodelijk ongeval in mei 2016 op een project in Den Haag zijn de veiligheidsregels rondom bouwprojecten aangescherpt en is de Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid uitgebracht. Een van de belangrijkste regels uit deze richtlijn is de bepaling van bouwveiligheidszones (BVZ) rondom bouwprojecten. Zie ook het Cement-artikel ‘Omgevingsveiligheid drukt stempel op uitvoering’.
Bij de high-rise van De Zalmhaven was de benodigde BVZ 21 m. Het naastgelegen kantoorpand en een aantal woningen aan de overzijde van de straat vallen vanaf een zekere bouwhoogte binnen de BVZ. Door te werken met een hijsloods worden maatregelen getroffen om te voorkomen dat elementen en kleine objecten kunnen vallen. Dit is een gelijkwaardige oplossing binnen de mogelijkheid die in de Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid wordt gegeven. De hijsloods wordt aan de onderzijde langs de rand van het gebouw afgedicht met houten vlonders en een rubberen slabbe, zodat én veilig gewerkt kan worden op hoogte én de kans op vallen van objecten nihil is. Verder wordt er op een vaste positie gehesen. Bij De Zalmhaven is hier voor de noordzijde van de toren gekozen, op de positie van het parkkantoor. Dit deel is onderdeel van het project en wordt later gebouwd. Op deze manier wordt er altijd binnen de bouwhekken gehesen en zo ver mogelijk van de belendingen en openbaar gebied vandaan. Naast de verhoogde veiligheid zijn de bijkomende voordelen van een hijsloods:
- minder weersverlet;
- betere arbeidsomstandigheden;
- hogere bouwkwaliteit.
Keuze: hijsloods
De prefab variant met hijsloods bleek uiteindelijk het meest geschikte systeem dat kon voldoen aan de bepalingen zoals gesteld in de Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid. Hoewel het een richtlijn betreft die nog niet wetmatig is voorgeschreven, is de keuze op dit systeem gevallen, mede omdat het in deze situatie ook financieel concurrerend is ten opzichte van de in het werk gestorte varianten.
Vanwege de afbouw en de demontage is gekozen de hijsloods op vier grote stalen kolommen buiten het gebouw te funderen
Ontwerp hijsloods
In samenwerking met Civiele Technieken deBoer is een hijsloods van 50 m lang, 38,5 m breed en 12 m hoog ontworpen met twee geïntegreerde 40-tons bovenloopkranen (fig. 5 en foto 1). De hijsloodsen van de Delftse Poort en Erasmus MC klommen beide aan het gebouw. Vanwege de afbouw en de demontage is ervoor gekozen de hijsloods van de Zalmhaventoren op vier grote stalen kolommen (Ø813 × 16 mm) – als een soort offshoreplatform – buiten het gebouw te funderen. De vijzelconstructie (foto 10) staat beneden op de funderingspoer en hier worden telkens stalen kolomdelen met een lengte van ongeveer 6 m toegevoegd. Extra ingenieus aan het systeem is dat de hijsloods modulair is opgebouwd uit standaardsecties. Voor een eventueel volgend hoogbouwproject kan de hijsloods vrij eenvoudig groter of kleiner worden gemaakt.
10. De hijsloods wordt vanaf beneden omhooggevijzeld, bron BAM Advies en Engineering
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
11. Stappenplan hijsloods van opbouw t/m demontage
Verankeringen
De horizontale windbelasting wordt direct onder de hijsloods aan het gebouw afgedragen door de zogenoemde ‘windvangconstructie’. Dit betreft een zware verankering op de vier hoekpunten van het gebouw in twee richtingen, dus acht posities totaal (fig. 5). Voor de stalen kolommen zijn voorzieningen getroffen om uitknikken te voorkomen, de zogenoemde ‘kniksteunen’. Deze voorzieningen worden om de zes verdiepingen (18,36 m) aangebracht. Zowel de windvang als de kniksteunen zijn in verticale richting als glijdende verbindingen uitgevoerd, omdat de hijsloods vanaf beneden wordt gevijzeld.
Demontage
Bij Erasmus MC (120 m) is de hijsloods naderhand met een grote en zware mobiele kraan gedemonteerd. Dit is bij de Zalmhaventoren nagenoeg onmogelijk, gezien de hoogte van meer dan 200 m. Omdat de hijsloods op vier tijdelijke kolommen buiten het gebouw is gezet, kan de hijsloods langs het gebouw zakken nadat het gebouw gereed is (fig. 11). Hiervoor moeten eerst de dakplaten en dakliggers worden verwijderd, maar hier is rekening mee gehouden in het ontwerp. Op het niveau van de 6e verdieping wordt de hijsloods gedemonteerd met relatief kleine mobiele kranen.
Kroon
De bovenste lagen van het gebouw springen naar binnen. Hier kan de hijsloods geen horizontale steun uit de vloerranden halen. Omdat het dak van de hijsloods geopend moet worden voor het naar beneden vijzelen, is er bedacht de kroon van het gebouw in een soort jack-blockbouwsysteem uit te voeren. Hierbij wordt eerst de bovenste verdieping gemaakt, waarna deze omhoog wordt gevijzeld. Vervolgens wordt er een verdieping onder gebouwd en worden deze twee verdiepingen omhooggevijzeld. Dit herhaalt zich een aantal keer totdat het gebouw op hoogte is.
Opbouw
De onderbouw van het gebouw betreft een in het werk gestorte betonconstructie. Deze wordt op traditionele wijze gemaakt met bekistingen en kranen. Om na het gereedkomen van de onderbouw direct te kunnen starten met de prefab bovenbouw, is de hijsloods op beganegrondniveau gemonteerd om de onderbouw heen. Vanaf hier wordt deze opgevijzeld en bij voldoende hoogte worden de bovenloopkranen in gebruik genomen en de dakliggers aangebracht. Vanaf januari 2020 zal worden begonnen met de hijsloods en de prefab bovenbouw.
Tot slot
Over ruim twee jaar, in het voorjaar van 2022, zal de hoogste woontoren van de Benelux en het hoogste prefab-betonnen gebouw ter wereld worden opgeleverd. Sinds de jaren tachtig verrijst het ene na het andere hoogbouwproject in Nederland uit de grond. Niets wijst erop dat deze tendens zal stoppen. Het is dan ook slechts een kwestie van tijd dat de hoogte van de Zalmhaventoren zal worden overtroffen door een ander geweldige hoogbouwtoren.
Projectgegevens
project: De Zalmhaven
opdrachtgever: Zalmhaven CV (AM b.v. en Amvest Vastgoed b.v.)
aannemer: BAM Bouw en Techniek Grote projecten, Bunnik
architect ‘high-rise’: Dam & Partners Architecten, Amsterdam
architect ‘mid-rise’: Architecten, Rotterdam
ontwerpend constructeur: Zonneveld ingenieurs b.v., Rotterdam
coördinerend constructeur: BAM Advies & Engineering, Bunnik
toetsend constructeur: Van Rossum Rotterdam
geotechnisch adviseur: Geobest, Vianen
leverancier prefab: Byldis, Veldhoven
leverancier hijsloods: Civiele Technieken deBoer, Nieuwegein
installatieadviseur: Techniplan Adviseurs b.v., Rotterdam
bouwfysisch adviseur: Peutz b.v., Zoetermeer
opleverdatum: maart 2022
Reacties