Ing. Theo van Wolfswinkel is adviseur en specialist schoonbeton bij ABT en werkzaam in de utiliteits- en civiele bouw. Samen met ing. Mark van der Wolf van Ballast Nedam verzorgt hij een jaar lang de column in Cement. Betontechnologie krijgt daarbij speciale aandacht. De column in Cement 2014/2 gaat over CUR100:2013. Over CUR-Aanbeveling 100:2013 is in Cement 2014/2 ook een artikel verschenen. Bij dit artikel 'Samenwerken aan schoonbeton' is ook de CUR-Aanbeveling zelf te vinden, gratis voor Cementabonnees.
Columncolumn22014 59Met CUR-Aanbeveling 100 (CUR100:2013) doen techneuten een pogingtot het beheersbaar maken van dewereld van schoonbeton; het verta-len van verbeelding en architectuurin nullen en enen. In de range vanCUR-documenten is het de enigeaanbeveling over uitstraling enesthetische aspecten. Misschien welde enige norm waarin architectuur incijfers wordt gevangen.Dit lijkt wat kort door de bocht, wantook bij andere oppervlaktemateria-len worden eisen gesteld aan bij-voorbeeld vlakheid en kleurecht-heid. Maar daar zit meteen de crux:beton wordt vaak gewaardeerdomdat het niet alleen maar egaal,vlak en grijs is.De architectuurwaarde van betonwordt grotendeels bepaald door deuitvoeringswijze, die uit het opper-vlak is af te lezen. Vanuit dit gezichts-punt zou iedere architect uitvoe-ringstechniek moeten meenemen inzijn ontwerpproces en is ontwerpenvanuit maakbaarheid een voorwaar-de. Daarbij is regelgeving niet alles-bepalend. Kijk naar de iconen. Zie deonvlakheid in de gebouwen vanTadao Ando en de stortaftekening inhet Mercedes-Benz Museum in Stutt-gart. Of het spel van licht in de kerkvan Le Corbusier in Ronchamp. Dezebouwwerken hebben zich niet latensturen door cijfers of beoordelings-criteria!Toch is dit maar ??n kant van hetverhaal. Het gros van het betonwerkin Nederland is glad en grijs. En ookdit blijkt niet altijd eenvoudig enrepeterend te produceren. Hoewelde eisen van de klasses B1 en B2enigszins naar beneden zijn bijge-steld, zal schoonbeton aandacht blij-ven vragen. Zowel in ontwerp als inuitvoering, maar vooral in de com-municatie tussen partijen.Zoals de realisatie van schoonbetonkan gaan: de opdrachtgever wilweten wat hij koopt, maar de archi-tect heeft vanuit zijn verbeeldingniet altijd behoefte aan het exactomschrijven van het eindbeeld. In detechnische eisen van de construc-teur wordt een projectspecificatieschoonbeton opgenomen. De aan-nemer wil graag een mooi werkmaken. Hij verlegt het risico van derelatief strenge beoordelingscriterianaar de onderaannemers, of steltvoor te bezuinigen op schoonbeton,waar opdrachtgevers soms graag inmee gaan. De opdrachtgever gaatals reactie nog strakker beoordelen.Met als resultaat dat het einddoel,een mooi en functioneel gebouw,uit het oog wordt verloren.Zoals de realisatie van schoonbetonook kan gaan: de opdrachtgever laateen ontwerp maken en wil wetenwat hij koopt. De architect werkt eenontwerp uit, denkt na over maak-baarheid, bezoekt referentiewerkenen laat eventueel monsters maken.Hij stemt af met de constructeur enschrijft een projectspecificatie. Deschoonbetonco?rdinator wordt hier-bij betrokken en speelt een rol in deafstemming met de aannemer. Dieaannemer krijgt de ruimte om hetontwerp met de architect en zijnleveranciers te optimaliseren en af testemmen op de uitvoering. Tijdenshet opstellen van het werkplan wor-den proefelementen gestort, zodatv??r uitvoering kan worden bijge-stuurd. De opdrachtgever wordtbetrokken in dit proces en neemt nade uitvoering het gebouw metenthousiasme over.Werken volgens de CUR100:2013 isnodig om tot een goed eindresultaatte komen. Naast technische eisen eninhoudelijke informatie, krijgen orga-nisatie en communicatie een promi-nente rol. Maar de grootste winst vande herziene Aanbeveling is de intro-ductie van oppervlakteklasse B9; al hetbeton dat niet alleen glad en grijsmoet zijn, kan worden beschreven indeze oppervlakteklasse. Dit geeftruimte aan elk betonoppervlak metwelke textuur of kleur ook.Waarmeewe zijn bevrijd van een al te strakketoepassing van beoordelingscriteriadie niet altijd toepasbaar zijn.We krijgen de ruimte om vanuit onzekennis en creativiteit bij te dragen aanmooie schoonbetonprojecten, maarverplichten onszelf ook tot het zorg-vuldig specificeren van betonopper-vlakten.We putten hierbij uitCUR100:2013 en refereren eveneensaan mooie beelden of vergelijkbareprojecten.We steken onze nek uit engaan maken wat nog nooit isgemaakt. Kortom, we geven weerruimte aan de verbeelding! CUR100:2013 biedt ruimtevoor verbeeldingIng. Theo van Wolfswinkel is adviseur en specialist schoonbeton bij ABT enwerkzaam in de utiliteits- en civiele bouw. Samen met ing. Mark van der Wolfvan Ballast Nedam verzorgt hij een jaar lang de column in Cement.Betontechnologie zal daarbij speciale aandacht krijgen.De grootste winst is oppervlakteklasseB9; die geeft ruimte aan elk betonopper-vlak met welke textuur of kleur ookfoto:RensPlaschekOver CUR-Aanbeveling 100:2013 is in deze editie vanCement een artikel verschenen. Dit artikel is ookbeschikbaar op www.cementonline.nl. Daar is ookde CUR-Aanbeveling zelf te vinden, gratis voor Cementabonnees.theo van wolfswinkel
Reacties