Bent u ook iemand die op vakantie man/vrouw en kinderen meesleept naar die fantastische brug of dat unieke gebouw dat ook zij toch écht ábsoluut moeten zien? Dit jaar had ik zo'n vakantie. En voor de duidelijkheid, ik werd niet meegesleept, ik was de sleper. Op de heenreis zijn we omgereden om het Viaduct van Millau nu toch eindelijk eens van dichtbij te bewonderen. In Spanje deed ik mij tegoed aan gebouwen van onder andere Calatrava en Gehry. Uiteraard stopten we bij het indrukwekkende Guggenheim in Bilbao. Maar een nog mooiere ervaring was het bezoek aan enkele Bodega's in de Rioja-streek. Wijn is blijkbaar een lonende business, want op een paar kilometer afstand konden we een door Calatrava ontworpen wijnhuis én een wijnhuis/restaurant/hotel van Gehry bezoeken. En uiteraard onderwierpen we ook hun 'product' aan een grondige inspectie. Dat was nog eens het nuttige met het aangename verenigen.
Met een volle tank enthousiasme en energie weer op weg naar huis. En dan die gedachte: wat zou het geweldig zijn als we in Nederland, indachtig premier Rutte's oproep, weer eens wat dieper in de buidel zouden tasten om iconische gebouwen en bruggen te bouwen. Maar tegelijkertijd ook de vaststelling dat we weliswaar niet zo van het grote gebaar zijn, maar in de uitwerking en detaillering tot de top behoren. En precies daaraan schort het vaak bij de grote buitenlandse meesters, heb ik weer moeten vaststellen. Alsof de details er niet toe lijken te doen: materialen die niet goed worden toegepast en staalconstructies die met 'lipjes' in elkaar zijn geflanst en waarbij de vormgeving maar even vergeten is. Vergelijk dat eens met de tijd en energie die Nederlandse architecten en constructeurs eraan besteden, het vakmanschap dat ze tentoonspreiden. We zijn veel beter dan we soms denken.
U merkt het al, ik heb er weer zin in. Maar minstens zo belangrijk: niet alleen ik, ook de 'meegesleepten' hebben ervan genoten.
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties