Integraal denken en werken zit gewoon niet zo in onze natuur. Laatst zag ik dat weer toen ik een aantal eerstejaars studenten bouwkunde begeleidde. Zonder voorkennis over hoe het er in de praktijk aan toe gaat, zou je op enige mate van integraliteit hopen. Vergeet het maar. Draagconstructie, installaties, bouwkundige onderdelen, bouwfysica, alle onderdelen zagen de studenten als volledig losstaande problemen. Niks integraal, niks samenwerken.
Integraal werken gaat dus allesbehalve vanzelf. Kern van de oplossing is vooral goede communicatie. Dat betekent bijvoorbeeld dat specialisten niet meteen met hun beste, technische deeloplossingen moeten komen. Zelden is dat namelijk het beste overall antwoord. Schets eerst per discipline de reële alternatieven, licht daarvan het hoe & waarom en de pro's en contra's toe, luister naar elkaar, probeer je in elkaars positie te verplaatsen en adviseer dan pas gezamenlijk 'de oplossing'.
Het klink logisch, maar toch gebeurt het nog te weinig. En dan is het in de ontwerpfase eigenlijk nog vrij overzichtelijk. Daar zitten alle partijen immers als gelijkwaardige gesprekspartners aan tafel. In de bouwfase is het allemaal nóg veel complexer. Werk aan de winkel dus. En dat is er ook op een ander terrein. Want hoe integraal we samen ook bezig zijn, uiteindelijk gaat het erom wat we met al onze gebundelde vindingrijkheid en vakmanschap produceren.
Nog veel te vaak viert kortetermijndenken in de bouw hoogtij. De opgave is juist dat we gebouwen integraal ontwerpen en maken waar we ook over honderd jaar nog met veel plezier nuttig gebruik van blijven maken. Als je van zo'n gebouw de Total Cost of Ownership bekijkt, heb je pas écht een totaal.
Register Ontwerper, IMd Raadgevende Ingenieurs
Lees ook eerdere blogs van Pim Peters.
Reacties