De bouw heeft van het ministerie van Sociale Zaken als eerste sector groen licht gekregen voor een zogenoemd 'sectorplan'. De overheid investeert daarin zo'n 60 miljoen euro, de branche doet dat ook. Doel is onder meer om de groeiende werkloosheid te stoppen. Een opvallend element uit het plan passeerde toevallig twee weken eerder de revue, bij de nieuwjaarsbijeenkomst van de Betonvereniging. Die had als titel 'vakmanschap is meesterschap' en een van de presentaties ging over het meester/gezel-principe. Of dat iets van vroeger was of juist niet, was de vraag. 'Niet' is wat mij betreft het antwoord. Deze vorm van kennisoverdracht is namelijk de kern van vakmanschap. De bouw en het ministerie zijn het daarmee eens. Onderdeel van het sectorplan is namelijk de creatie van 2500 leerwerkplekken én de aanstelling van 2500 oudere leermeesters om jongeren het vak te leren. Een prima plan dat niet alleen van belang is voor de bouw maar voor alle branches waar vakmanschap hoog in het vaandel staat.
Ook in het constructeursvak zien we een steeds grotere kloof tussen wat jongeren kunnen als ze van school komen, en wat ze zouden moeten kunnen. In het meester/gezel-model leert die gezel de basis van het vak op school, maar wordt hij of zij uiteindelijk in de praktijk een meester ? onder de vleugels van een oude rot. We zien nu vooral dat jongeren op school, met name in het hbo, leren 'communiceren', 'vergaderen' en 'samenwerken', maar dat dit ten koste gaat van vakken als mechanica, materiaalkunde en wiskunde. Vaak zijn die fundamentele grondbeginselen onderontwikkeld als afgestudeerden in de praktijk stappen. Dat kan en moet echt anders. Laat scholen onze aanstormende talenten vooral de basis van het vak geven en laat ervaren meesters ze vervolgens onder hun vleugels nemen en ze dat vak in de praktijk bijbrengen. Mooi dat de bouw hierin nu voorop gaat lopen.
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties