Het is enkele maanden na mijn vorige column ‘Mevrouw, waar kan ik mijn jas ophangen?’. Die column heeft veel teweeg gebracht en veel mooie gesprekken opgeleverd, waardoor we nog beter ons best gingen doen om elkaar te begrijpen. Niet oordelen, maar wel vragen stellen. Nog steeds komt deze column bijna dagelijks voor in gesprekken. Ook de humor bleef gelukkig; toen ik iemand zijn jas wilde aannemen zei hij met een glimlach en knipoog ‘ik zie de kapstok staan, ik hang hem zelf op’. Laten we die humor er vooral in houden, om op een luchtige manier in gesprek te raken over inclusief werken en leven.
Vandaag neem ik jullie mee naar een ander belangrijk thema in mijn werk van de afgelopen maanden; de zoektocht naar aanleiding van het aantoonbaar maken van de footprint van ons CO2-arme beton. Allereerst viel het me op dat ik maar weinig feitelijke vragen kreeg naar aanleiding van onze ‘claim’ van de CO2-reductie. Reductie ten opzichte van wat bijvoorbeeld? Dat had mij best wel een logische vraag geleken. Het leerde me dat we allemaal zoeken naar verbeteringen, maar ook nog niet allemaal de kennis hebben om de juiste vragen te stellen. Mijn zoektocht leerde me ook dat er talrijke aspecten van duurzaamheid zijn, waardoor je bijna door de bomen het bos niet meer ziet. Dat gaat bijvoorbeeld over energieverbruik, afvalreductie, hergebruik grondstoffen, reduceren cement en staal enz.
Om een Life Cycle Analyse (LCA) te berekenen van een betonmengsel moet je de milieu-impact van al je materialen kennen. Waar komt het vandaan en hoe komt het naar onze fabriek? Per schip? Per as? Of soms per schip en soms per as? En hoe verhoudt zich dit dan op jaarbasis? Hoeveel wapening gebruiken we per m2 wand, gemiddeld op jaarbasis? Hoe verhouden zich de verschillende mengsels in de fabriek? Stort je met een weekendmengsel op vrijdag? Hoe vaak stort je met een ‘sneller’ betonmengsel? Hoeveel regenwater vangen we eigenlijk exact op via onze daken en zetten we in bij de productie? Kunnen we het energieverbruik per hal aflezen?
Het is een leerzame oefening om al die data te verzamelen. En als je data hebt, dan heb je dashboards. En als je dashboards hebt, dan ga je natuurlijk direct proberen deze in positieve zin te beïnvloeden. En vooral daar ga je dus weer goede vervolgstappen maken. Door alle inspanningen die we doen, en soms frustraties die we ervaren om al deze data tot achter de komma op tafel te krijgen, weten we nu exact waar nog echte kansen zitten om impact te maken. Dus ja, de kachel moet hoger in verband met de alkalische activatie, maar dit energieverbruik staat in geen verhouding tot de CO2-reductie doordat we minder cement gebruiken. En daar gaat het om. Meten is in dit geval ook met zekerheid weten.
Dagelijks lees ik de krant en vakliteratuur. Ik lees over het manifest ten aanzien van CO2-opslag in hout, ik lees over emissierechten in de cementindustrie via het ETS, ik lees over CO2-opslag in de Noordzee, ik luister naar podcasts en volg allerlei seminars en kennissessies. Los van dat het goed is om te weten wat er speelt op dit vlak, geeft het mij ook altijd weer een prikkel om bij mezelf te rade te gaan: Wat kan ík doen en wat helpt echt? Welke stap kan ik extra zetten? Wat mij helpt is de wetenschap dat wat ik (en ook jij) doe(t), altijd impact heeft. Hoe klein de stap ook is.
Alhoewel het niet echt stimulerend werkt om door de spreekwoordelijk tientallen hoepels te springen alvorens je een innovatie gecertificeerd en meetbaar gemaakt hebt, is het wel allemaal de moeite waard. Maar laten we elkaar ook op dit vlak verder helpen door leerervaringen te delen. Laten we elkaar ook de goede vragen stellen en de bal spelen en niet de man (of vrouw). En laat je niet verleiden om in discussies te belanden over zaken waar je geen invloed op hebt. Richt je energie op je eigen cirkel van invloed. En die van mij is loud and clear: onze impact zo klein mogelijk maken, zodat we in Nederland huizen kunnen bouwen met een zo laag mogelijke footprint.
Dorien Staal is opgeleid als constructief ontwerper (TU/e) en heeft ruim 20 jaar werkervaring in de bouw. Ze vervulde commerciële en mens- en organisatiegerichte rollen in de bouw o.a. bij BAM en TBI. Sinds 2016 is Dorien statutair directeur van betonfabriek Voorbij Prefab (Voorbij). Daarnaast vervult ze twee bestuursfuncties. Bij het Netwerk Conceptueel Bouwen richt ze zich vanuit een bestuurdersrol op het haalbaar maken van duurzaam en betaalbaar wonen. Als voorzitter van de Betonvereniging draagt ze bij aan het platform gericht op kennisdeling.
Samen met Sander den Blanken, managing director van BAM Infraconsult en statutair directeur van BAM Infra Assetmanagement, beiden onderdeel van BAM Infra Nederland, neemt Dorien Staal gedurende twee jaar de column in Cement voor haar rekening.
Reacties
Dorien Staal - Voorbij Prefab 16 juli 2021 21:18
Dank je wel Pieter! En het betreft hier goed teamwork hoor, met ons lab en de adviseurs van ABT
Pieter Lanser - De Bruggenbouwer 15 juli 2021 15:05
Keep up the good work, Dorien!