Niet alleen bedrijven die concreet ontwerpen, adviseren en bouwen hebben het lastig, ook voor veel aan de bouw gerelateerde initiatieven is het crisis. Vaak zijn het gezamenlijke initiatieven van de overheid en de markt die van groot belang zijn voor de branche. Juist in financieel krappe tijden is de gedachte dat daarop wel bezuinigd kan worden. En dus zien we al een tijd dat de overheid zich terugtrekt uit diverse studies, overleggen en verbanden. Het gat dat ontstaat, wordt niet opgevuld door de markt ? die heeft het zelf al moeilijk genoeg.
Dat de overheid steeds vaker vindt dat de bouw het zelf moet doen, kan ik in veel gevallen billijken. Maar dat kan ik niet als het gaat om norm- en regelgeving op het gebied van constructieve veiligheid. De ontwikkeling daarvan is bij uitstek een taak van algemeen nut, namelijk de bescherming van burgers. Neem nu de Eurocodes. De eerste generatie is inmiddels in het Bouwbesluit opgenomen. De Nederlandse overheid heeft flink geholpen bij de totstandkoming daarvan, in tijd, menskracht en financiële middelen. Eenvoudig was de ontwikkeling niet om met zo veel landen tot één norm te komen. Maar nu de ontwikkeling van de tweede generatie start, doen 'we' nauwelijks mee. Geld voor deze volgende stap is er niet. Zo kan het gebeuren dat Nederland niet echt betrokken is bij de totstandkoming van regels waaraan we ons straks van de EU moeten houden. Juist nu er gewerkt wordt aan échte Europese regels, dus zonder de huidige uitzonderingen per EU-land, zouden we vooraan moeten staan. Ook het bedrijfsleven staat dat niet. Bouwbedrijven en ingenieursbureaus leveren, anders dan in het verleden, nog maar weinig input bij de ontwikkeling van normen, terwijl juist hun praktijkkennis zo wezenlijk is.
Laten we als ingenieurs dus in de eerste plaats hand in eigen boezem steken. Klagen is niet productief. Laten we als markt het goede voorbeeld geven en ook ? of misschien wel juist ? nu werken aan een van de belangrijkste onderdelen van ons vak.
Voorzitter VNconstructeurs
- De eerdere columns van Johan Galjaard
Reacties