De wanden die het zoute en het zoete water scheiden in de Selectieve Onttrekking bij de Zeesluis IJmuiden, worden in het midden ondersteund door twee pijlers. Deze betonnen pijlers zijn op een naastgelegen voorbouwlocatie prefab voorgebouwd en met een enorme kraan op de juiste positie gehesen. Veel aandacht ging uit naar de belastingen tijdens transport en naar complexe detaillering van de wapening.

Om diepe bouwkuipen midden in het Binnenspuiknaal te voorkomen en de toprisico’s te beperken (zie inleidend artikel ‘Selectieve Onttrekking: Lego voor gevorderden’), zijn de twee betonnen pijlers uitgevoerd in prefab beton. Ze zijn voorgebouwd op het naastgelegen Arosa Sun terrein, aan de noordzijde van het Binnenspuikanaal. Vervolgens zijn ze met behulp van het kraanschip de Gulliver naar de definitieve locatie getransporteerd (foto 1).

Met name door het transport vormde het eigen gewicht een belangrijke randvoorwaarde voor het constructief ontwerp. De pijlers moesten immers transporteerbaar zijn. Om het gewicht te beperken, is overwogen de pijlers in verticale richting op te delen in losse elementen. Deze elementen zouden vervolgens op de definitieve locatie door middel van voorspanning worden gekoppeld. Vanwege de problemen met levensduur in het agressieve milieu (zout water) is deze variant afgevallen. In plaats daarvan is besloten de pijlers in één geheel voor te bouwen en te plaatsen.